Er is van de Confectiefabriek Lambert Janssen & Neumann correspondentie bewaard gebleven van enkele werknemers uit de periode van 1941 tot 1946. Een groot deel van de werknemers van deze onderneming was Joods. De brieven worden vergroot door ze aan te klikken.
Nathan Vrachtdoender – 27 oktober 1941
Magazijnbediende Nathan Vrachtdoender (Amsterdam, – Midden-Europa, ) stuurde op 20 januari 1942 een brief naar de directie waarin dochter Eva Vrachtdoender aanbeval. Verder bedankte hij voor de ƒ 5,- die hij had gekregen bij het overleg. Eva kon niet rijgen, maar ze was een watervlugge nauwkeurig medewerker en mocht niet worden overgeleverd aan de verschrikkelijke tijd. Hij voegde toe dat ‘God zou geven dat hij haar kon gebruiken’.
Nathan was gehuwd met Heintje Kops (Amsterdam, – Auschwitz, ) en hadden twee kinderen, Eva (Amsterdam, – Amstelveen, ) en Louis (Amsterdam, – Midden-Europa, ). Het gezin van Heintje en Nathan woonde in het begin van de bezetting op de Lepelstraat 84-3.
Nathan Vrachtdoender – 20 januari 1942
Magazijnbediende Nathan Vrachtdoender (Amsterdam, – Midden-Europa, ) stuurde op 20 januari 1942 een brief naar de directie waarin hij schoonzoon Samuel Lakmaker (Amsterdam, – Buchenwald, ) aanbeval als perser. Hij had zijn manufacturen brevet en was altijd werkzaam in de textielindustrie. Verder is te lezen hoe ongerust Nathan was over de situatie voor Joden. Nathan was gehuwd met Heintje Kops (Amsterdam, – Auschwitz, ) en hadden twee kinderen, Eva (Amsterdam, – Amstelveen, ) en Louis (Amsterdam, – Midden-Europa, ). Het gezin van Heintje en Nathan woonde in het begin van de bezetting op de Lepelstraat 84-3.
Eva Lakmaker – Vrachtdoender – 22 februari 1942
Eva Vrachtdoender (Amsterdam, – Amstelveen, ) stuurde op 22 februari 1942 een brief naar de directie waarin ze verzocht voor een kort onderhoud. Zij was een dochter van Nathan Vrachtdoender (Amsterdam, – Midden-Europa, ) en Heintje Kops (Amsterdam, – Auschwitz, ). Eva en haar man Samuel Lakmaker (Amsterdam, – Buchenwald, ) woonden in het begin van de bezetting op het Afrikanerplein 21-1.
Clara Finsij – de Vries – 22 februari 1942
Clara Finsij – de Vries (Amsterdam, – Sobibor, ) stuurde op 22 februari 1942 een bedankbrief naar de directie in verband met de (financiële) hulp die ze mocht ontvangen a het overlijden van haar ouders. Clara was gehuwd met vertegenwoordiger Maurits Salomon Finsij (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij woonden in het begin van de bezetting op de Geldersekade 7-3.
Isaäc Parijs – 18 juli 1942
Perser Isaäc Parijs (Amsterdam, – Auschwitz, ) stuurde een brief waarin hij de onuitsprekelijke dank uitsprak voor het vele werk, waardoor uitstel voor de Duitse werkkampen mogelijk werd. Isaäc was gehuwd met Doortje Koopman (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij hadden de volgende kinderen: Esther (Amsterdam, – Sobibor, ), Louis (Amsterdam, – Sobibor, ) en Salomon (Amsterdam, – Sobibor, ). In het begin van de bezetting woonde het gezin op de Hertzogstraat 8-1 in Amsterdam.
Salomon de Groot – 19 juli 1942
Perser Salomon de Groot (Amsterdam, – Auschwitz, ) stuurde mede namens zijn echtgenote Marianna Koopman (Amsterdam, 2 mei 1915 – Amsterdam, 20 oktober 1992) een dankzegging aan de directie wegens de verkregen vrijstelling. Het echtpaar woonde in het begin van de bezetting op de Spitskopstraat 5-1 .
Salomon Halberstadt – 20 juli 1942
Schoenmaker Salomon Halberstadt (Amsterdam, – Sobibor, ) stuurde op 20 juli 1942 een brief aan de directie om te bedanken dat men ervoor gezorgd had dat zijn dochter Rosina (Amsterdam, – Auschwitz, ) in Amsterdam kon blijven.
Waarschijnlijk had zij een aanstelling bij de onderneming gekregen.
Salomon was gehuwd met Sara Snijders (Amsterdam, – Sobibor, ) en naast Rosina hadden zij de volgende kinderen: Elias (Amsterdam, – Auschwitz, ), Emanuel Arian (Amsterdam, – Auschwitz,
Jacob(us) Orpus en Klaare Polk – 27 juli 1942
Jacob Orpes (Amsterdam, – Auschwitz, ) stuurde een bedankbrief voor zijn vrijstelling. Jacob was gehuwd met naaister Klaare Polk (Amsterdam, – Auschwitz, ). Zij hadden geen kinderen en woonden in het begin van de bezetting op de Louis Bothastraat 30-3.
Maurits Samuel Finsij – 4 augustus 1942
Vertegenwoordiger Maurits Samuel Finsij (Amsterdam, – Sobibor, ) stuurde op 4 augustus een bedankbrief voor de medewerking. Maurits was gehuwd met naaister Clara de Vries (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij woonden in het begin van de bezetting op de Geldersekade 7-3. Clara stuurde op 22 februari 1942 de directie een brief voor de geboden financiële steun bij het overlijden van haar ouders, Hijman de Vries (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Jansje Bonnewit (Amsterdam, – Amsterdam, ). Maurits was een zoon van Samuel Finsij (Amsterdam, 18 december 1871 – Amsterdam, 4 januari 1943) en Maria Kinsbergen (Amsterdam, – Sobibor, ). Zij woonden op de Transvaalkade 9a en hadden een tweede zoon, Aron Samuel Finsij (Amsterdam, 15 oktober 1899 – Sobibor, 9 april 1943).
Zilpa van Praag – 15 augustus 1942
Mantelstikster Zilpa (Zilpa de spelling volgens archiefkaart bij het Stadsarchief Amsterdam, zelf schreef ze haar voornaam als Silpha) van Praag (Amsterdam, – Auschwitz, stuurde een brief op 15 augustus 1942 waarin ze verzoekt om vrijstelling voor haar vader Samuel van Praag (Amsterdam, – Sobibor, ), moeder Raschel Goudsmit (Kampen, – Sobibor, ) en drie zussen; Gretha (Amsterdam, – Auschwitz, ), Helena (Amsterdam, – Sobibor, ) en Clara (Amsterdam, – Sobibor, ).
Het gezin woonde in het begin van de bezetting op de Valkenburgerstraat 12-2.
Jacob(us) Orpes en Klaare Polk – 10 september 1942
Jacob Orpes (Amsterdam, – Auschwitz, ) stuurde namens hem en zijn vrouw, naaister Klaare Polk (Amsterdam, – Auschwitz, ) een dankbrief. Zij bedankten voor het gunstige resultaat, waarschijnlijk voor een vrijstelling voor Klaare. Zij hadden geen kinderen en woonden in het begin van de bezetting op de Louis Bothastraat 30-3.
bron:
Brieven, archief R. Janssen.
Samuel van Praag, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 650.
Marianna Koopman, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 452.
www.joodsmonument.nl, aanvullingen (geraadpleegd 21 november 2024).
Maurits Samuel Finsij, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 240.
Met dank aan R. Janssen.
illustratie:
Brieven, archief R. Janssen.
gepubliceerd:
21 november 2024
laatst bijgewerkt:
21 november 2024