door Astrid Mol
Op 8 juli 1925 trouwde Meijer (Max) Polak (Amsterdam, – Auschwitz, ) in Amsterdam met kantoorbediende Vogelientje Dreese, dochter van diamantbewerker Lucas Dreese en Sientje Bosboom uit de Blasiusstraat 24-1 te Amsterdam. Ze woonden na hun huwelijk aan de Eerste Helmersstraat 114. In 1938 verhuisden ze naar de Courbetstraat 31hs, waar een jaar later hun dochter Renée Beatrix Polak werd geboren. Het lijkt erop dat dit laatste adres ook het allerlaatste adres is waar de familie gezamenlijk woonde.
Intussen had Meijer het diamantbewerkersvak gelaten voor wat het was en behaalde hij zijn acte voor Gymnastiek en zijn diploma Heilgeneeskunde en Massage. Hij werd in 1941 sportmasseur en leraar Lichamelijke Oefening in het Lager Onderwijs. Vogelientje behaalde in diezelfde periode het diploma Leidster Lichamelijke Oefening.
Het jonge gezin werd door de oorlog uiteengerukt. Op 8 november 1943 kwam Meijer terecht in Barak 67 (de strafbarak) van Westerbork, samen met zijn dochtertje Renée Beatrix. Op zijn kaart in de cartotheek van de Joodsche Raad is zijn adres aan de Courbetstraat doorgestreept en vervangen door de Kinkerstraat 259. Op dat adres is hij niet als ingeschreven bewoner gevonden, maar het is mogelijk dat hij daar in onderduik zat. Meijer had een Sperre vanwege zijn functie, maar het mocht niet baten. Hij werd met zijn dochter op 16 november 1943 op transport gezet naar Auschwitz. Renée Beatrix is als vierjarig meisje meteen na aankomst in Auschwitz van haar vader gescheiden en vermoord. Meijer heeft het langer volgehouden. Hij is waarschijnlijk tewerkgesteld, maar hij is uiteindelijk toch op 31 maart 1944 in Auschwitz omgekomen.
Vogelientje had ook een Sperre. Op haar kaart van de Joodsche Raad is aangetekend dat zij die had wegens “weermacht”. De betekenis hiervan is niet duidelijk. Zij is kennelijk niet in een kamp terechtgekomen en heeft de oorlog overleefd. Er is onderzoek gedaan naar haar omstandigheden en daarbij is de aantekening op haar kaart “v.d. Graft, Maarten Harpertszoon Trompstraat 12 III” en “pleegouders van Beatrix” nader onderzocht. Op het genoemde adres hebben Jacobus en Anna van der Graft met hun dochter Anna gewoond. Ze waren kennelijk door Meijer en Vogelientje gevraagd om als pleegouders voor hun dochter te fungeren, wanneer hen iets zou overkomen.
Na de oorlog is Vogelientje vrijgezel gebleven. Op 7 september 1945 verhuisde ze naar de Van Tuyll van Serooskerkenweg 55-hs en in maart 1946 naar het Stadionplein 83-II in Amsterdam Zuid. Haar leven zal na de oorlog nooit hetzelfde meer zijn geweest. Toch heeft ze de kracht ontwikkeld om haar vaardigheden te benutten. Ze is er zelfs landelijk en internationaal bekend mee geworden onder de naam Lien Dreese.
In de jaren 1953 tot 1965 presenteerde ze samen met onder andere haar vaste begeleider op piano Arie Snoek het radioprogramma “Ochtendgymnastiek voor de vrouw” bij de VARA-radio. Daarnaast heeft ze samen met H.C. Moolenburgh diverse langspeelplaten met muziek samengesteld, afgestemd op specifieke lichamelijke oefeningen voor onder andere zwangere vrouwen.
Van haar is een foto gevonden, waarop ze de oefeningen met vrouwen in de studio uitvoert. Het is een foto die op 19 januari 1955 in De Telegraaf is verschenen en deze wordt bewaard in het Nationaal Archief, behorend tot de collectie Spaarnestad Photo. Een andere foto van haar is gemaakt door fotograaf Dirk de Herder in 1963, behorend tot de collectie van het Nederlands Fotomuseum.
Lien Dreese is pas op 88-jarige leeftijd naar een bejaardentehuis verhuisd. Ze was tot op hoge leeftijd een fitte en lenige vrouw. Ze is op 26 maart 1996 op 90-jarige leeftijd in Amsterdam overleden.
bron:
artikel Astrid Mol (email 19 juli 2023), met dank
illustratie:
Lien Dreese. “Het Parool”. Amsterdam, 05-06-1958. Geraadpleegd op Delpher op 23-07-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010837970:mpeg21:p017.
gepubliceerd:
23 juli 2023
laatst bijgewerkt:
23 juli 2023