De Witte Balzaal
Polak had een bank in de tweede vleeschhal van de stad. Er was er al een op de Nieuwe Kerkstraat bij de Weesperstraat. Deze vleeschhal werd geopend aangezien de eerste niet aan de vraag kon voldoen. De kerkenraad van de Nederlands Israëlietische Hoofdsynagoge besloot in mei 1882 tot de oprichting van deze vleeschhal in de voormalige “Witte Balzaal” op de Amstel 107 en bij de oprichting bleek al dat er 30 gegadigden waren voor de 20 aanwezige banken.
Wanneer deze vleeschhal gesloten werd kon niet uit de bronnen worden opgemaakt. In 1919 werkte Polak hier nog, in 1923 werd op dit adres het Beth Am geopend. Of op de begane grond van dit Joods volkshuis de vleeschhal nog aanwezig was is niet bekend.
Op 17 november 1882 berichtte het NIW dat de volgende slagers banken hadden in deze vleeschhal (met hun banknummers):
1. I. D. Polak
2. B. Adelaar en M. de Leeuw
3. B. H .van Sisteren
4. E. A. Leuw
6. L. S. Heijmans
7. I. H. de Jong
8. B. L. Montezinos & S. A. Zendijk
9. A. L. van Gelder
10. I. de Groot & Em. van Straten
11. E. H. de Vries
12. J. Koster
13 A. & S. Meijer
14. J. M. Vleeschhouwer
17. E. D. Sluijs
18. H. S. le Grand
19. B. Pauer
20. S. van Menk en M. Schornisheim
21. M. Kellerman
J. D. Polak was slager en leverde koosjer vlees. In een advertentie uit november 1882 is te lezen dat hij rund-, kalfs- en lamsvlees levert en dat hij bovendien bij aankopen in die maand 2 procent terugbetaalt en 3 procent in de kas van het weldadigheidsfonds stort.
Polak heeft lang op deze locatie gewerkt, in 1919 adverteert hij omdat hij een slagersbediende zoekt en dit er dan dus al 37 jaar.
Voor 1882 woonde Polak in Hoorn. Hij was daar secretaris van de Vereeniging Lizichroun Binjan Beis Hakeneses. Hij heeft in zijn leven verschillende beroepen gehad, vleeschhouwer, vleeschverkooper en hotelhouder. Jacob werd in 1943 begraven naast zijn vrouw Roosje.
Jacob David Polak werd geboren op 19 juli 1857 in Hoorn en hij trouwde met Roosje de Vries (Amsterdam, 4 december 1861 – 1929). Roosje kwam uit de Rapenburgerstraat.
Ze kregen de volgende kinderen:
David (Amsterdam, 5 februari 1885 – Sobibor, 1 april 1943), leraar Duits te Amsterdam,
Louis (Amsterdam, 9 februari 1886 – Amsterdam, 14 maart 1932), slager
Abraham (Amsterdam, 19 juni 1887 – Amsterdam, 13 oktober 1887)
Rebecca (Amsterdam, 27 augustus 1888 – Amsterdam, 20 maart 1917)
Johanna (Amsterdam, 17 december 1891 – Amsterdam, 18 november 1964)
Abraham (Amsterdam, 24 oktober 1893 – Verenigde Staten, 22 november 1942)
Jacques (Amsterdam, 13 december 1894, op 17 oktober 1922 naar Boston vertrokken)
Rosalie (Amsterdam, 18 september 1896 – Sobibor, 14 mei 1943)
Meijer (Amsterdam, 31 mei 1898 – Auschwitz, 14 mei 1944), leraar Duits
Celina (Amsterdam, 5 januari 1900 – Sobibor, 4 juni 1943), onderwijzeres,
Herman (Amsterdam, 29 september 1901 – Auschwitz, 27 augustus 1943)
Jacob overleed in Amsterdam op 3 januari 1943.
bron:
Algemeen Handelsblad, 14 nov 1882, advertentie Nieuwe Israëlietische Vleeschhal
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 10 nov 1882, opening
ibidem, 12 sep 1919, J D Polak, vleeschhal, slagersbediende
ibidem, 19 mei 1882, oprichting vleeschhal
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Jacob David Polak
www.jodeninnederland.nl, lemma Jacob David Polak (geraadpleegd 25 dec 2015)
www.dutchjewry.org, lemma Jacob David Polak (geraadpleegd 25 dec 2015)
Illustratie:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 10 nov 1882, opening
Laatst bijgewerkt:
20 september 2019