Haar vader, zijn dochter
Prof. Uriel Tal was een briljant historicus, een liefhebbende en geliefde familieman, succesvol en knap. Op 57-jarige leeftijd besloot hij zelfmoord te plegen. Meer dan twee decennia later, in een nieuw boek, probeert zijn dochter het raadsel van zijn leven en dood te ontcijferen.
Op de ochtend dat haar vader zelfmoord pleegde, liep Judy Tal (nu Kopelmann) tijdens Shavuot in 1984 op de oevers van de Kinneret (meer van Tiberias). Ze was 19 jaar oud, een soldaat in de Nahal Brigade. ’s Middags ging ze naar huis met haar oudere broer, Yizhar, en hun moeder vertelde hen het bittere nieuws. Toen ze haar vaders studeerkamer inging om afscheid te nemen, stond ze schokkend voor hem. Ze kuste hem op het voorhoofd en keek hem aan. Zijn gezicht was kalm. Ze zei tegen zichzelf dat ze er ooit over zou schrijven. Twintig jaar zou voorbijgaan voordat ze naar Berlijn zou reizen om zijn wortels te achterhalen. Deze week ontving ze, vers van de drukker, een kopie van haar debuutroman, “Ha’shed Mi’berlin” (The Demon from Berlin), een boek dat ze tekende met haar meisjesnaam, Judy Tal.
Haar vader was prof. Uriel Tal, een historicus aan de Tel Aviv University (TAU), die op zijn vakgebied als briljant werd beschouwd. Hij was een knappe man, op het hoogtepunt van zijn kunnen en roem toen hij op 57-jarige leeftijd zelfmoord pleegde met een kogel in zijn slaap.
Zijn dood is tot op de dag van vandaag een raadsel, zowel voor zijn familie als voor zijn academische collega’s. In het boek zegt Ellie, de hoofdpersoon, gebaseerd op Judy Tal, dat ze na de begrafenis de verbinding met iedereen heeft verloren en dat haar man en haar moeder een niet-succesvolle poging hebben gedaan om haar naar een psycholoog te sturen om haar weer bij zichzelf te brengen.
Altijd in controle
Ellie is de dochter van een typische yekke (Duits-Joodse) vader, en in het boek beschrijft ze hoe hij vanaf het moment van zijn dood alles doet wat tegengesteld is aan wat hij had verwacht: ze zette haar studie niet voort, kreeg niet een doctoraat en een universitaire positie. Haar auto was vies, haar uiterlijk was slordig en ze gaf de voorkeur aan haar buren in de sociaal mindere Gil-Amal-buurt in Herzliya.
Judy Kopelmann, 42, heeft verschillende universitaire graden behaald. Ze heeft een bachelor in psychologie van de Universiteit van Haifa, studeerde grafische vormgeving aan de Bezalel Academie voor Kunst en Design en voltooide een jaar geleden een master in de afdeling Hebreeuwse literatuur aan de Ben-Gurion Universiteit van de Negev. Ze is getrouwd en moeder van drie kinderen, en tot voor kort had ze een studio voor grafisch ontwerp samen met een partner. Zes jaar geleden schreef ze haar eerste boek, een kinderboek, “Hamgera hashlishit shel saba” (opa’s derde lade). Het boek presenteert verhalen uit de Holocaust via actuele objecten van overlevenden, die ze in bruikleen kreeg van het Theresienstadt Museum. Na het publiceren van dat boek, vond ze de kracht om naar Berlijn te reizen om meer te weten te komen over de kinderjaren van haar vader.
Maar “The Demon from Berlin” is een literaire creatie, benadrukt ze herhaaldelijk, en concentreert zich op het beeld van haar vader dat ze nog steeds beschermt, 23 jaar na zijn zelfmoord. Haar boek is geschreven vanuit een verlangen om het geheim van de dood te ontcijferen van iemand die volgens haar altijd zelfbeheersing toonde en die leek op een boom die stevig in de grond was geplant, totdat hij op een dag allemaal tegelijk instortte.
bron:
Dalia Karpel, Her Father, his Daughter in Ha’aretz, 10 januari 2008
laatst bijgewerkt:
26 september 2019