Julia van Saxen-Heertjes over de periode na 1931:
“De Joodse school duurde langer dan de openbare. We gaven (op de Talmoed Torah) ongeveer anderhalf uur per dag godsdienstonderwijs. De ouders vonden dat heerlijk, want de kinderen zaten er warm en ze waren van de straat, ook op zondagmorgen en woensdagmiddag. Nou gaf je wel anderhalf uur, maar dat heeft niet zoveel resultaat gehad, je bereikte toch nog te weinig. De kinderen waren op het laatst ook moe. Meestal begon ik ’s middags al te zeggen: “kinderen, gaan jullie maar met je armen over elkaar zitten en leg je hoofd maar neer en ga een beetje slapen”. En dan vielen er echt ook kinderen in slaap. Dat moest je echt wel doen met die kleine kinderen. En je ‘dawwende’, dat is bidden. Goed, dat deze ze allemaal maar daar leerde je niets van. Dat gaf een bepaalde sfeer in de klas. Ze vonden het vooral heerlijk als je Joodse geschiedenis vertelde.”
bron:
Herinneringen aan Joods Amsterdam, de Bezige Bij, 1999.
foto:
© joodsamsterdam.nl
Laatst bijgewerkt:
14 september 2019