Met de ontwikkeling van Amsterdam Noord voor de Tweede Wereldoorlog kwamen er steeds meer Joodse inwoners in dit deel van de stad wonen, mede door de vestiging van het bedrijf Hollandia Kattenburg. In 1941 woonden er 625 Joodse inwoners in dit deel van de stad.
De afstand tot de stad en de dichtstbijzijnde synagoges was te groot om de godsdienstoefeningen daar te volgen, te meer aangezien men via de Oranjesluizen naar de stad moest lopen, en weer terug.
In 1923 werd in het Tolhuis (sinds 1662) aan de Buiksloterweg – ook toen al een feestgebouw – een bovenzaal ingericht als synagoge. Op vrijdagavond, bij het ingaan van de Sjabbat, werden daar diensten gehouden. Deze tijdelijke locatie was niet ideaal en de synagoge was er slechts een korte periode gevestigd, tot maart 1929 – de uitbater van het Tolhuis zegde de huur toen op.
Na een aantal omzwervingen werd een definitieve locatie gevonden voor deze kille (gemeente), en wel op het Mosveld hoek Latherusstraat.
Feesten en partijen
Maar ook voor 1923 werden bij tijd en wijle feesten gegeven die vanuit de Joodse gemeenschap kwamen, zoals op zondag 22 augustus 1911 het grote tuinfeest ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan van het Rembrandt-sextet; aan de namen te beoordelen een Joods sextet. De genoemde Maupie Staal was een Rotterdamse humorist die uit de Zandstraatbuurt kwam.
bron:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 10 maart 1939, datering
Selma Leydesdorff en Mock, Harry, Het Joodse proletariaat van Amsterdam 1900 – 1940 in woord en beeld (Amsterdam 2023) 195
illustratie:
prentbriefkaart 1915, interieur Tolhuis, beeldbank stadsarchief Amsterdam, PRKBB00420000003
ibidem, 18 aug 1911, tuinfeest
gepubliceerd:
29 april 2016
Laatst bijgewerkt:
12 januari 2023