Synagoge Nieuwe Kerkstraat 149 – “Russische” sjoel

russensjoelVooral na 1880 kwamen er grote groepen Oost-Europese Joden naar Amsterdam die op doorreis waren naar Amerika. Ze vluchtten toen vanwege de pogroms in Oost-Europa. Een deel van hen, uit Sint Petersburg, bleef in Amsterdam en zij richtten in 1884 de vereniging Nidchei Jisroeil Jechaneis op en namen in 1889 deze sjoel in gebruik.

De sjoel werd dan ook wel de Russische Sjoel genoemd, en ook ging de naam ‘Russensjoel’ wel eens rond, maar dit is niet correct en berust op een vermelding door een vroegere hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad en werd daarna regelmatig overgenomen. De naam Russische Sjoel verwijst naar de oprichters van deze synagoge, oorspronkelijk in 1884 in de Staalstraat en vanaf 1889 in dit pand. Zij kwamen vanuit Sint Petersburg naar onze stad en vestigden zich hier.
Vanaf 1889 bevond deze huissjoel zich op de eerste verdieping van dit pand, bij de verbouwing in 1910 verplaatste men de sjoel naar de begane grond. In het plafond van de begane grond is een groot luik aangebracht. Dit kan worden geopend zodat de vrouwen vanaf de eerste verdieping de dienst kunnen volgen. Er is zelfs een ritueel bad (mikwe).

De diensten in deze sjoel waren anders georganiseerd dan de wat saaiere Nederlandse diensten. Zo werd er tijdens Simcha Torah ook met de Torah gedanst en de sfeer in de sjoel was ‘losser’.

Russensjoel of Russische sjoel?
Ondanks het feit dat de naam Russensjoel op een vergissing rust, is deze naam vaak de gangbare naam voor deze synagoge, Dat was al in de boeken van Meyer Sluijzer het geval, ook in in 2019 verschenen boek Wolf en Ryfka, Kroniek van een Joodse familie van Willy Lindwer wordt deze naam gebruikt.  Een rus is bargoens voor een politie-agent en daar schuilt het bezwaar tegen deze naam.

Na de 2e wereldoorlog wilde men onmiddellijk de diensten  hervatten. De bezetter had tijdens de oorlogsjaren een leerlooierij in het gebouw gevestigd en voor de diensten weer konden plaatsvinden waren herstelwerkzaamheden noodzakelijk. De diensten hebben toen tijdelijk in de Wintersnoge (bij de Portugese Synagoge) plaatsgevonden en al in december 1945 kon men terugkeren naar deze synagoge. Er werden weer dagelijks diensten en Joodse lessen gehouden, zoals voor de oorlog. Een voormalige buurjongen bevestigde dit, zijn vader stak elke vrijdag de kachel aan in verband met de sjabbat.

Veel bewoners uit de buurt verhuisden, emigreerden of overleden en het houden van de diensten is nu beperkt tot de dienst van de zaterdagmorgen. Tussen 1981 –  1987 vond er een grote restauratie plaats en de sjoel werd daarna weer in gebruik genomen. In de tijd van de restauratie week men voor de diensten uit naar de toen leegstaande Dritt Sjoel, nu een onderdeel van het Joods Historisch Museum, en toen deze locatie een onderdeel werd van het museum week men uit naar een huis in de Sarphatistraat. 
Er is een actief Joods leven in deze Synagoge. Sinds 2005 worden er regelmatige Joodse lessen voor volwassenen gegeven, zowel in het Nederlands als in het Ivriet en/of Engels. Dit onder de vlag van Thora in de binnenstad van Amsterdam.

Herinnering aan Reb Jankef Mirwis
Wijlen de vroegere Opperrabbijn Aron Schuster, die in zijn jeugd samen met zijn vader in deze Sjoel de diensten bijwoonde, heeft verteld dat de voorganger van Sjamesj Friedman, Jankef Mirwis, heel anders was dan een Sjamesj in een Synagoge meestal is. In het algemeen is een Sjamesj iemand wiens taak het is om de Synagogale ruimte in goede orde te houden en vaak is hij een ongeletterd iemand. Voor het uitvoeren van zijn taken is diepe kennis ook niet nodig. Deze Sjamesj was echter een groot Joods geleerde met veel parate kennis en wanneer Sjoelbezoekers een Joods halachische (wettelijke) vraag hadden werd deze Sjamesj hiervoor benaderd en hij was in staat om een goed antwoord te geven. Dat was een uitzonderlijke situatie; ook vandaag kom je dit in de meeste Sjoelen in de wereld niet tegen.
Mottel Aronson.
Jacob (volgens het stadsarchief) Mirwis werd geboren op 18 april 1854, was gehuwd met Rachel en had een zoon en een dochter. Volgens de woningkaart bij het Stadsarchief overleed Jacob op 23 januari 1933. Dit wordt bevestigd in de verhalen van opperrabbijn Schuster.

Pinkas Friedmann
De synagoge is nu de enige ‘bewoner’ van het pand, voor de oorlog woonde de sjammes er ook. De sjammes van deze sjoel was vanaf 1933 Pinkas Friedmann. Pinkas werd geboren in Zborov (Tsjechoslowakije) op 23 januari 1890.
Pinkas was gehuwd met Rachel Weinfeld (Zborov, 3 september 1889). Dat huwelijk werd op 1 maart 1940 in Amsterdam ontbonden. Daarna trouwde Pinkas op 14 mei 1941 met Parl Finder (Limanowa, Polen, 21 december 1895).
Pinkas en Parl werden samen naar Auschwitz gedeporteerd waar ze op 28 januari 1944 vermoord werden.

Na de Tweede Wereldoorlog woonde op dit adres op de tweede verdieping lange tijd weduwe Stein.

 

bron:
herinneringen L. Holthuijsen
aanvullingen en correcties met dank aan Mottel Aronson, (emails 28 juli – 2 augustus 2017 )

communityjoodsmonument.nl (geraadpleegd 9 nov 2014)
Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Pinkas Friedmann
Stadsarchief Amsterdam, woningkaart Nieuwe Kerkstraat 149
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Jacob Mirwis
Willy Lindwer, Wolf en Ryfka, Kroniek van een Joodse familie (Amsterdam 2019)

illustratie:
Nieuwe Kerkstraat 149 © joodsamsterdam

laatst bijgewerkt:
2 december 2020