Simon van Creveld

Simon van Creveld (Amsterdam, 21 augustus 1894 – Amsterdam, 10 maart 1971) was een Nederlandse kinderarts. Vanaf het begin van de jaren dertig was Simon betrokken bij het hemofilie-onderzoek in Nederland en hij publiceerde zijn eerste werk daarover in 1935. In 1938 werd hij benoemd tot hoogleraar in de kindergeneeskunde bij de Universiteits Kinderkliniek in het Binnengasthuis te Amsterdam.

Westerbork
Simon was de kinderarts uit de herinnering van Trudel van Reemst – de Vries, onder andere opgetekend in het Reformatorisch Dagblad van 30 juni 2006:
Haar verhaal over de kleine Michiel Prins (Machiel Prins, Vught, 31 mei 1943 – Auschwitz, 24 september 1943) gaat door merg en been. De twee maanden te vroeg geboren baby kwam over uit Kamp Vught – de vroeggeboorte was het gevolg van een staand appel van 24 uur. Bij aankomst in Westerbork -een reis per veewagen- bleek dat de moeder niet genoeg borstvoeding had. Omdat ze daarom niet meer nodig was, werd ze kort erna gedeporteerd.De kleine Michiel mocht blijven; voor zijn leven werd gevochten. Van Reemst-de Vries: „Kampcommandant Gemmeker was dol op kinderen. Hij liet voor deze baby een couveuse uit Groningen komen en hij riep er zelfs de beroemde kinderarts Van Creveld uit Amsterdam bij. Dagelijks kwam Gemmeker kijken.” Van Reemst-de Vries zorgde als verpleegster dag en nacht voor het kind. „Iedereen in het kamp was opgetogen toen bleek dat de baby het ging halen. Michieltje was een symbool van hoop.” Totdat het blonde mannetje 6 pond woog en sterk genoeg was om zelf te overleven. Toen werd hij -de oude verpleegster stokt- op de trein naar Auschwitz gezet. „Daar is hij meteen na aankomst vergast.
De moeder van Machiel was Jeannette Ensel (Amsterdam, 25 augustus 1902 – Auschwitz, 24 september 1943), de vader Mozes Prins (Amsterdam, 27 maart 1908 – Ludwigsdorf, 11 maart 1943).

Simon werd geboren als zoon van boekhandelaar, uitgever, godsdienstleraar en moheel Abraham van Creveld (Hoorn, 24 juni 1859 – Amsterdam, 31 oktober 1940) en Heintje Bos (Amsterdam, 18 augustus 1857 – Amsterdam, 12 oktober 1928) in een gezin met tien kinderen, waarvan er drie voor de oorlog waren overleden en zeven kinderen de oorlog overleefden. Simon trouwde op 17 september 1924 met Elizabeth van Dam (Groningen, 12 januari 1897 – Amsterdam, 25 november 1973).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest hij zijn werk staken, zoals alle Joodse hoogleraren. Na de oorlog hervatte hij zijn werk en werd een erkende autoriteit op het gebied van hemofilie.

In 1955 werd Van Creveld Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Op 26 juni 1964 werd de hemofiliekliniek in Huizen, de eerste ter wereld, geopend door Koningin Juliana. Op 10 maart 1971 overleed Simon van Creveld plotseling. Zijn kliniek in Huizen is sinds 1993 een onderdeel van het UMC in Utrecht.

Het Ellis-Van Creveld syndroom, een botaandoening, is naar Simon en Richard WB Ellis vernoemd.

 

bron:
www.wikipedia.nl, lemma Simon van Creveld (geraadpleegd 14 april 2017)
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Abraham van Creveld
www.joodsmonument.nl, lemma Abraham van Creveld (geraadpleegd 14 april 2017)
Reformatorisch Dagblad, Ziekenhuis in Kamp Westerbork was ‘bizar’, 30 juni 2006,
www.joodsmonument.nl, lemma Machiel Prins (geraadpleegd 7 augustus 2017)
www.geni.com, lemma Elisabeth (Ellen) van Dam (geraadpleegd 7 augustus 2017).

laatst bijgewerkt:
26 september 2019