door Simone Haller, september 2016
Vandaag ging de film Riphagen in première. Een film over de schoft die mijn oom Simon Bacharach er heeft ingeluisd en die verantwoordelijk is voor zijn dood.
Simon werd geboren 26 februari 1910 in Amsterdam en op 26 januari 1943 vermoord in Auschwitz, op 32-jarige leeftijd. Hij was de oudere, en zeer geliefde broer van mijn vader. Hij was een goed mens en kende als bloemenkoopman iedereen op straat en had voor iedereen een praatje en een geintje. Een ‘mensch‘!
Een van de verhalen die ik over hem heb gehoord is dat toen een jonge prostituee in de problemen kwam, hij, samen met zijn vrouw, de zorg voor haar baby op zich heeft genomen. Hij kwam gewoon met een baby op z’n arm thuis! En toen deze vrouw het na ongeveer twee jaar wat beter had, en een plekje had om te wonen, kwam ze haar kind weer ophalen. Daar was in de tussentijd goed voor gezorgd (ondanks de armoede). Hij had een groot hart en hielp daar waar hij kon.
In tegenstelling tot Riphagen, die een pooier was en de vrouwen uitbuitte. En die een valstrik opzette voor Simon. Dat laatste staat uitgebreid te lezen in het boek over Riphagen. Ik weet niet of het ook in de film zit.
Na zijn arrestatie zei Simon tegen de politieagenten in het kleine politiebureautje op het Rembrandtplein waar hij alle agenten kende: “jongens, wat doen jullie? Denk aan mijn vrouw en kinderen!” Dit staat gewoon te lezen in zijn proces verbaal. Simon had toen twee kleine kinderen. Maar de Hollandse dienders die hem goed kenden en die bloemen bij hem kochten, hadden daar geen boodschap aan en hielden hem vast. Ze zetten hem op transport om vermoord te worden. En zo had Riphagen weer zevenenhalve gulden verdiend, de beloning van nazi’s, het kopgeld voor elke aangebrachte Jood.
Door deze film wordt Riphagens naam bekend bij het grote publiek. Ondertussen is mijn oom al lang vergeten, maar niet door ons!
Simon Bacharach. Bloemenkoopman. Zijn goede naam en zijn nagedachtenis zijn ons tot zegen.
En wat het verhaal extra triest maak is dat mijn oom Simon eigenlijk een goede kans had gemaakt om de oorlog te overleven, want hij was getrouwd met een niet-joodse vrouw. Maar Riphagen had het persoonlijk op hem gemunt. Ze kenden elkaar van de nachten op straat, rondom het Rembrandtplein en op de Wallen. De een verkocht bloemen, en hield zijn mond niet als hij onrecht zag gebeuren, de ander hoorde bij de penoze. Het zou mij niet verbazen als ze het met elkaar aan de stok hadden gehad.
De arrestatie is als volgt gegaan (en mijn tante Chelly die toen nog een jong meisje was, was voor een deel getuige): Een jonge vrouw kwam naar Simon toe met de vraag om hulp. Ze moest weg en had geld nodig en wilde ‘steentjes’ verkopen. Deze vrouw was een handlangster van Riphagen, wellicht onder dwang, dat weet ik niet. Mijn oom antwoordde dat hij als Jood geen diamanten mocht kopen en verkopen (dus de valstrik van Riphagen leek even te mislukken), maar hij zei ook dat hij wel iemand kende die misschien zou kunnen helpen. Hij heeft er toen een niet-Joodse man bijgehaald. Toen ze samen zaten te praten viel Riphagen met een aantal agenten het huis binnen. “Op heterdaad betrapt“, zei hij.
Daarom zit het mij dwars dat er een film over die ploert wordt gemaakt!!
Simon Bacharach woonde voor de oorlog op de Valkenburgerstraat 77, in 1941 op de Paardenstraat 9. Hij werkte als bloemenkoopman op het Thorbeckeplein en het Rembrandtplein. Meer over Simon en de valstrik van Riphagen via deze link.
Simon was de zoon van Sara Bacharach (Londen, 8 mei 1877). Sara was niet gehuwd en was bloemkoopvrouw. Simon had een oudere zus Johanna (Amsterdam, 20 oktober 1906 – Sobibor, 2 juli 1943).
Simon huwde op 25 januari 1933 met Hermine Meidl (Wenen, 28 juni 1909), en zij kregen twee kinderen; Anton (Amsterdam, 2 mei 1939 – Amsterdam, 23 februari 1944) en Hermine Marie (Amsterdam, 14 november 1941). Hermine verhuisde met haar dochter in september 1952 naar Wenen. Haar dochter kwam terug naar Nederland, er was een verwijdering ontstaan tussen moeder en dochter. Dochter werd liefdevol opgevangen in het gezin van grootmoeder.
Meer over Simon en hoe het verraad in zijn werk ging via deze link.
bron:
Simone Haller, september 2016
Middelburg, B., Riphagen, De Amsterdamse onderwereld 1940 – 1945 (Amsterdam 1997)
www.joodsmonument.nl, lemma Simon Bacharach
stadsarchief Amsterdam, archiefkaart
met dank aan Max van Dam (www.maxvandam.info)
Illustratie:
met dank aan Simone Haller, 25 september 2016, 6 oktober 2016.
laatste bijgewerkt:
23 september 2019