Selma Velleman

Selma Velleman werd op 7 juni 1922 in het gezin van Barend Velleman (Schagen, – Auschwitz, ) en Femmetje Spier (Alkmaar, – Sobibor, ) geboren. Ze had twee oudere broers, Louis (Alkmaar, 29 december 1911) en David (Alkmaar, 26 december 1913 – Londen, 26 juni 1979), en een jonger zusje Clara (Amsterdam, – Sobibor, ).
Vader Barend was volgens de ene bron bedrijfsleider, maar volgens Selma was hij zanger, acteur en presentator. Voor dat beroep verhuisde het gezin veelvuldig. Zo vertrok het gezin op 24 maart 1911 uit Alkmaar, op 17 oktober 1917 gingen ze naar Haarlem. Op 13 september 1925 verhuisden ze uit Zandvoort en gingen 2 januari 1928 naar Amsterdam. Het laatste adres in Amsterdam was de Jan Lievensstraat 48-1.

Het was een gelukkig gezin en een fijne jeugd. Selma beschrijft haar moeder als de liefste vrouw van de wereld die het wel moeilijk had met dat ene wat er ook was, de drankzucht van vader.
Bij het begin van de bezetting waren de broers al veilig. Ze zaten in Engeland. Louis werkte in de koopvaardij en David wist met andere Nederlandse militairen Londen te bereiken. Het gezin Velleman deed niet aan het geloof en velen weten niet dat Selma Joods is. Het zou haar het leven redden.
Vader wordt op transport naar Westerbork gezet en op 4 december 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Later zou blijken dat hij daar op 7 december 1942 werd vermoord. Moeder gaat met Clara in de onderduik in Eindhoven. Ze worden er opgepakt en op 29 juni 1943 naar Sobibor gedeporteerd waar ze op 2 juli 1943 vermoord werden.

Verzet
Selma gaat na de verdwijning van haar moeder en haar zus in het verzet en sluit zich aan bij de TD-groep, een verzetsgroep die valse identiteitspapieren en bonkaarten maakt. Ze neemt een andere identiteit aan, Margaretha van der Kuit en met deze identiteit en haar niet-Joodse voorkomen doet ze koerierswerk door heel Nederland. Ze weet steeds uit de handen van de bezetter te blijven totdat ze gearresteerd wordt op 18 juni 1944. Dat ze Joods is, wordt ook dan niet opgemerkt. Ze komt via Kamp Vught in Ravensbrück terecht en krijgt het nummer 66947. Ravensbrück is gruwelijk. Honderdduizenden vrouwen en kinderen kwamen er om door executies, honger en ziekten. Het werk was slavenarbeid, er werden medische experimenten gehouden en gemarteld. De barakken waren overvol en er sliepen tot vier mensen op een bed, naast de velen die op de grond sliepen. Er werd in 1943 een crematorium in het kamp gebouwd, in 1944 een gaskamer.
Selma overleeft en wordt er op 23 april 1945 bevrijd. Ze gaat naar Zweden met andere overlevenden en wanneer er in Malmö gevraagd wordt wie ze is, antwoord ze na al die tijd met: Selma Velleman.

Na de oorlog
Selma keerde terug naar Nederland en wordt herenigd met haar broers. Op voorspraak van David krijgt Selma een baan bij de Nederlandse Ambassade in Londen, gaat er studeren en studeert in 1957 af. Dan krijgt ze werk bij de BBC Wereldomroep, ontmoet Hugo van de Perre en trouwt met hem in 1955. Ze krijgen een zoon.

Zij houden Selma in leven als ik dood ben.

Na het overlijden van haar man in 1979 neemt ze zijn werk over en schrijft voor Avro’s Televizier en De Standaard. Uiteindelijk gaat Selma ook beginnen met haar memoires. Het kost haar veel moeite, het zijn verhalen over wonden die nooit helen; vooral de verhalen over haar moeder en zusje.
Elk jaar reist Selma naar Amsterdam om aanwezig te zijn bij de herdenking op het Museumplein bij het monument ‘Vrouwen van Ravensbrück 1940 – 1945’. Daarna gaat ze steevast naar Ravensbrück om de verhalen te vertellen aan studenten. “De verhalen moeten worden doorgegeven”, stelt Selma. Daarna komt ze terug naar Amsterdam om op 4 mei een krans bij het Monument op de Dam te leggen. Selma maakt zich tegenwoordig terecht zorgen over het alsmaar groeiende antisemitisme in Europa. Verder weet de nu 97-jarige dat ook haar leven eens zal eindigen, ze stelt ‘Het is aan jongere generaties om mijn boodschap te blijven uitdragen. Zij houden Selma in leven als ik dood ben‘.

De wereld draait door
Op 7 januari 2020 was de gehele uitzending van het televisieprogramma De Wereld Draait Door aan het verhaal van Selma gewijd. Er werd een uur lang met Selma gesproken en Selma vertelde dat ze lange tijd dacht dat haar verhaal niet zo bijzonder was. Tot ze merkte hoe weinig men, vooral in Engeland, waar ze woont, weet over het verzet in Nederland. Maar ook in Nederland weet men weinig over Joods verzet. Op aandringen van haar kleinkinderen schreef ze haar verhaal op. En ze las een passage uit haar boek voor, over de dood van haar familieleden: ‘Binnen in mij zit een groot gat dat nooit meer zal helen. Ik vraag me af of mams en Clara elkaars hand vasthielden toen ze stierven. Ik vraag me af of Pa aan ons dacht in zijn laatste secondes of dat hij teveel in paniek was om ergens aan te denken.’

Bij haar terugkeer in Nederland vanuit Ravensbrück was de ontvangst schrijnend: ‘Nederland was heel erg in die tijd. Echte verraders hadden hun plek aan de top alweer ingenomen’.

Het boek ‘Mijn naam is Selma’ verscheen in januari 2020 bij Thomas Rap.

 

bron:
Hans van Zon, ‘Iedere dag ben ik blij dat ik leef’ in Algemeen Dagblad, Zaterdag en Zondag, 4 januari 2020, 8 en 9

Arolsen Archives, deportatie vader https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/12827405/?p=1&s=barend%20velleman&doc_id=12827405 (geraadpleegd 5 januari 2020).
Arolsen Archives, deportatie moeder https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/12827473/?p=1&s=velleman%20spier&doc_id=12827473 (geraadpleegd, 5 januari 2020).
www.joodsmonument.nl, lemma Barend Velleman (geraadpleegd 5 januari 2020)
Arjen Fortuin, Niemand zal Selma van de Perre vergeten op NRC.nl, 8 januari 2020

gepubliceerd:
5 januari 2020

laatst bijgewerkt:
24 maart 2021