Sani van Bussum – Sientje Prijes

Het gezin van Moritz Prijes (Vlissingen, 10 oktober 1837 – 1896)  en zijn vrouw Marianne Speijer (1839 – 1913) woonde op de Jodenbreestraat 91. Hun eerste kind was Michel (Amsterdam, 7 april 1873) en op 4 augustus 1876 werd Sani geboren. Sani – eigenlijk Sientje, zou als Sani Schmidt-Prijes actief worden in de Nederlandse vrouwenbeweging en was naast Roosje Vos de meest prominente vrouw in de vrouwenvakbond van die tijd, de Algemeene Nederlandsche Naaistersbond. Ze woonde van 1917 tot 1930 in Bussum, en als schrijfster onder de naam Sani van Bussum trad ze wederom naar buiten. Sani overleed in Amsterdam op 8 juli 1933.

Een bewogen vrijdag op de Breestraat
In het boek “Een bewogen vrijdag op de Breestraat” verhaalt Sani over de moeizame geboorte van het eerste kind van Duifje van Dam en David Davids. David heeft een goud- en zilverwinkel. De grootouders van Duifje hebben het bewind in het huis overgenomen en de broers en zussen van Duifje rennen tijdens de geboorte allemaal nerveus het huis in en uit. Vader David komt uit de provincie, en voelt zich een vreemde in zijn eigen huis. Uiteindelijk werd het kind geboren en David wordt gefeliciteerd.

Het is het verhaal over haar eigen ouders. Moritz kwam uit de provincie en had een horloge, goud- en zilversmederij. Bij alle pseudoniemen die Sani gebruikte voor haar hoofdfiguren is er één die zijn eigen naam heeft gehouden, rebbe Jokef, oftewel rabbijn Jacob Salomon Content. Daarnaast geeft het boek een unieke inkijk in Joods Amsterdam aan het einde van de negentiende eeuw.
Dit boek van Sani werd in 1930 gepubliceerd en in 1973 opnieuw uitgegeven. Bij beide gelegenheden werd Sani geroemd en vergelijken met Carry van Bruggen, Ina Boudier-Bakker en Louis Couperus. En het bleef niet bij dit boek, Sani schreef ook boeken als “De Gouden Klok” en “Het Joodsche Bruidje”. “Een bewogen vrijdag op de Breestraat” is te downloaden bij Crescas.

In het gezin van Moritz en Marianne waren naast de drie jaar oudere broer Michel een bijna twee jaar oudere zus Caroline.  Na Sani werden er nog twee kinderen geboren, zij stierven jong. Ondanks het beroep van vader had het gezin het niet breed. Sani moest na de lagere school kostuumnaaister worden. Ze had willen studeren, schooljuffrouw of zangeres willen worden, en ze werd bij het naaistersvak ingelijfd.

Rond 1897 werd Sani lid van de SDAP en op 5 januari 1898 lid van de Amsterdamse Naaistersvereniging  ‘Allen een’, de allereerst vakbond van en voor vrouwen in ons land. Ze werd er op verzoek van voorzitter Roosje Vos secretaris.  De vakbond fuseerde zes maanden later met de Rotterdamse evenknie tot de Algemeene Nederlandsche Naaistersbond, Sani werd ook daar secretaris. De profileerde zich als een overtuigd marxiste en was fel gekant tegen het in haar ogen burgerlijke feminisme, waar volgens haar voor de proletarische vrouwen niet veel van te verwachten viel.

Sani was een goed schrijfster. In 1898 begon de bond met het tijdschrift ‘De Naaistersbode’ en ze werd er redactrice. Haar schrijfstijl viel op, doorspekt met een sprankelend sarcasme. Verder bleef de Naaistersbond een kleine vakbond en Sani zette zich met succes in voor een samengaan met de eveneens kleine Kleermakersbond. In februari 1901 was de fusie een feit en heette de organisatie ‘De Bond in de Kleedingindustrie’. Deze bond had driehonderd leden. Roosje Vos werd er weer voorzitter en Sani secretaris. Rond dat jaar ging het qua gezondheid steeds slechter met Sani, ze had roofbouw gepleegd op haar lichaam.
Op 31 oktober 1901 trouwde Sani met de onderwijzer Frerich Ulfert Schmidt (Leeuwarden, 20 december 1870). Ze hadden een lange tijd al samengewoond – ongewoon in die tijd – en ze verhuisden naar hun eigen woning.
Een paar maanden na het huwelijk trok Sani zich wegens ziekte terug uit het vakbondswerk, op 3 december 1903 kregen Sani en Frerich hun dochter Johanna Moritza.
Ondanks haar matige gezondheid beperkte Sani zich niet tot het huishouden. Op later leeftijd behaalde ze nog de Mo-aktes Staatshuishoudkunde en Wijsbegeerte. Daarnaast bleef ze schrijven. Eerst korte verhalen, daarna in het drankbestrijdersblad “De blauwe vaan” en in 1927 haar eerste boek onder het pseudoniem Sani van Bussum, ‘De lamp van den meester‘. Het boek verhaalde over het schoolleven gezien vanuit de positie van een onderwijzersvrouw – een thema dat parallel liep aan haar eigen leven.
Het tweede boek was ‘Een bewogen vrijdag op de Breestraat‘ en dit boek werd een succes. Ook dit boek had een duidelijke autobiografische component.
Enkele dagen na het uitkomen van haar tweede boek hadden Frerich en Sani een groot persoonlijk verlies, hun dochter Johanne overleed op 30 maart 1928, en was nog maar 24 jaar oud.

Later publiceerde Sani nog meer boeken, zoals ‘Het Joodsche Bruidje, een zedenschets uit onze dagen‘ (Amsterdam 1933) en ‘In de Gouden Klok‘ (Alkmaar 1933). Het boek ‘Een bewogen vrijdag op de Breestraat‘ werd in 1973 opnieuw uitgegeven, en oogstte weer veel lof.
Sani overleed op 8 juli 1933, 56 jaar oud. Haar man Frerich overleed op 13 december 1939.

 

 

bron:
www.geni.com, lemma Frerich Ulfert Schmidt
Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Frerich Ulfert Schmidt
www.socialhistory.org, lemma Schmidt, Frerich Ulrich (geraadpleegd 29 december 2016)
resources.huygens.knaw.nl, lemma Prijes, Sientje (1876 – 1933) (geraadpleegd 29 december 2016).
Michel Prijes, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 655.

illustratie
voorzijde ‘Een bewogen vrijdag op de Breestraat’

gepubliceerd:
27 december 2016

laatst bijgewerkt:
10 mei 2024