Sal Walvis

Salomon Walvis (Amsterdam, 19 mei 1916) was in Horst ondergedoken.  Hij werd door verzetslieden op 15 juli 1944 geliquideerd en als reden voor deze executie werd opgegeven dat Sal in het verzet wilde infiltreren om de vijand inlichtingen te verstrekken. “Daarvoor is geen spat van bewijs” stelt Gerrit van der Vorst die zich uitvoerig in deze zaak heeft verdiept. Wellicht werd Sal slachtoffer van een ordinaire roofmoord, ten tijde van de liquidatie bezat Sal diamanten en 8000 gulden in contanten.

Salomon was de zoon van Gabriël Walvis (Amsterdam, 2 augustus 1877 – Sobibor, 26 maart 1943) en Rosette Degen (Amsterdam, 10 juli 1881 – Sobibor, 26 maart 1943) en naast Sal was er nog een zoon, Levie (Amsterdam, 11 januari 1906 – Sobibor, 4 juni 1943), en een dochter, Eva (Amsterdam, 5 mei 1907 – Sobibor, 9 april 1943). Sal was gehuwd met Henderina Winnik en hadden een kind, Jacob (1937). Henderina en Jacob overleefden de oorlog. Het gezin van Sal woonde op de Andreas Bonnstraat 19, Sal was vertegenwoordiger van beroep.

 

Bronnen:
www.joodsmonument.nl, lemma Gabriel, Levie, Sal en Eva Walvis, lemma Rosette Degen (geraadpleegd 4 juni 2016).
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart.

gepubliceerd:
4 juni 2016

laatst bijgewerkt:
14 juni 2022