Saartje Hamburger (Utrecht, – Sobibor, ) was directrice van het Joodse Jongensweeshuis Megadle Jethomiem aan de Amstel 21 totdat dit weeshuis door de bezetter werd ontruimd. Wie was Saartje?
Saartje werd geboren in Utrecht als dochter van koopman Abraham Hijman Meijer Hamburger (Utrecht, – Utrecht, ) en Magdalena de Vries (Utrecht, – Utrecht, ) in een gezin met negen kinderen. Saartje was de jongste, en de broers en zusters van haar waren Lea (Utrecht, – Auschwitz, ), Meijer (Utrecht, – Auschwitz, ), Helena (Utrecht, 31 augustus 1892 – Utrecht, 19 oktober 1892), Sara (Utrecht, 19 december 1893 – Utrecht, 30 maart 1894), Sophia (Utrecht, 14 november 1895 – Utrecht, 15 november 1895), Saartje (Utrecht, 25 maart 1897 – Utrecht, 16 juli 1897), David (Utrecht, – Auschwitz, ) en Gerrit (Utrecht, – Auschwitz, ).
Het gezin woonde onder andere op de Springweg 184 in Utrecht en daar is een advertentie van gevonden die geplaatst werd door Meijer op 18 oktober 1912 in het Nieuw Israëlietisch Weekblad. Meijer werkte als etaleur en van Gerrit is bekend dat hij godsdienstonderwijzer was.
Van februari 1921 tot februari 1922 werkte Saartje in het Portugees Israëlietisch Oude Vrouwen en Ziekenhuis op de Plantage Franschelaan 8-10 (Henri Polaklaan). Ze vertrok weer naar Utrecht om in augustus van dat jaar opnieuw een betrekking te krijgen bij het Oude Vrouwen en Ziekenhuis in Amsterdam. Daar was ze ingeschreven als leerling verpleegster en bleef er tot april 1925. In april 1925 ging Saartje wonen op de Nieuwe Kerkstraat 135 en werkte ze daar als verpleegster in het Nederlandsch Israëlietisch Oude Mannen en Vrouwenhuis en Ziekenhuis. Hier bleef ze tot 1927 en vertrok toen naar Nederlands-Indië waar ze in Soerabaja ging wonen. Daar bleef ze tot 1933 en kwam toen naar Den Haag waar ze zich als verpleegster vestigde op 23 januari 1933, en daar op de Huygensstraat 15 ging wonen. De tijd in Den Haag duurde nog geen jaar, op 13 november 1933 verhuisde ze naar Amsterdam.
Het adres Amstel 21 verraad dat ze toen in het Jongensweeshuis ging wonen, ze begon er als verpleegster en werkte zich op tot directrice wat al heel snel gebeurde want op 3 december 1933 werd ze er als directrice benoemd. Onder haar leiding vierde het weeshuis in 1938 het tweehonderdjarig bestaan.
In het begin van de bezetting kreeg Saartje een Sperre vanwege haar functie. Haar neef Eduard van Hulst, zoon van Lea, vertelde over zijn tante in een interview dat Saartje een heel lieve tante was. Ze hadden veel contact met haar, want het gezin van Lea woonde in de Fokke Simonszstraat 14, dichtbij het weeshuis. Eduard bezocht haar veelvuldig. Saartje huwde niet, maar had volgens Eduard wel een relatie met een Joodse arts.
Ook in het jongensweeshuis ging het tijdens de bezetting zoals in de rest van de stad. De bezetter wist wie er woonden en kwamen van tijd tot tijd jongens ophalen. Het weeshuis werd steeds leger. Op 10 februari 1943 werd het weeshuis ‘leeggehaald’ en alle jongens die er nog waren moesten naar Westerbork. Saartje ging vrijwillig met de kinderen mee, wat ze deed nadat de nazi’s het jongste weeskind ook wilde meenemen op die dag. Saartje wilde het kind niet meegeven en zei dat als de jongen mee moest zij ook zou gaan. ‘Maak jij je dan ook maar klaar’, zei een van de nazi’s en ook Saartje ging. Op 11 februari 1943 werd ze in Westerbork geregistreerd en op 2 maart 1943 werd Saartje Hamburger op transport gesteld naar Sobibor, waar ze op 5 maart 1943 werd vermoord.
bron:
bediende-etaleur, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 18-10-1912, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860228:mpeg21:p006.
Abraham Hijman Meijer Hamburger, Het Utrechts Archief, 007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, inventarisnummer 7742.
Saartje Hamburger, Haags Gemeentearchief, 0354-01 Bevolkingsregister gemeente Den Haag, toegangsnummer 651.
Saartje Hamburger, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2552.
benoeming, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 1 december 1933. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005427048:00001.
Saartje Hamburger, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 309.
Saartje Hamburger, Arolsen Archives, 130301873 (Saartje HAMBURGER).
Propaganda voor het Ned. Israël. Jongensweeshuis.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 26-09-1935, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000582031:mpeg21:p00006.
Hulst, Bryan van (interviewer), Interview Eddie van Hulst, interview met Eduard van Hulst die, na in 1943 door de SS van huis te zijn gehaald, de jodenvervolging overleeft dankzij het feit dat zijn vader niet-joods is. 2016. https://data.jck.nl/page/aggregation/jhm-avm/20001318.
illustratie:
bediende-etaleur, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 18-10-1912, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860228:mpeg21:p006.
benoeming, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 1 december 1933. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005427048:00001.
Propaganda voor het Ned. Israël. Jongensweeshuis.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 26-09-1935, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 03-10-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000582031:mpeg21:p00006.
gepubliceerd:
3 oktober 2023
laatst bijgewerkt:
4 oktober 2023