Plan Zuid De Rivierenbuurt is een belangrijke buurt geworden voor Joods Amsterdam. Deze buurt was net gebouwd toen hij voor Joodse immigranten nodig was. Op 28 maart 1900 kreeg Berlage van de gemeente Amsterdam de opdracht om ten zuiden van de toenmalige stad (de stad eindigde bij De Pijp) een uitbreidingsplan te maken. Hij ontwierp hiervoor een plan, maar pas zijn tweede plan uit 1917 was de basis voor de uitbreiding. Berlage bracht structuur aan in zijn plan en hield hierbij rekening met de sociale klasse waarin mensen verkeerden.
Het gedeelte van Plan Zuid tussen de Boerenwetering en de Amstel werd voor de arbeiders en de middenklasse. Ten westen van de Boerenwetering werd voor de meer welgestelde Amsterdammers. Het gebied was grotendeels klaar in het begin van de jaren 30 van de vorige eeuw. Dat was gedurende de crisis. Dit nieuwe woongebied werd enthousiast ontvangen, maar de huren waren in de jaren van de crisis voor velen een groot probleem.
In de eerste jaren was er sprake van leegstand die pas minder werd toen de crisis verminderde. Toen trokken ook veel Joodse gezinnen naar deze wijk en rond 1940 woonde 40% van de Amsterdamse Joden in dit deel van de stad (er woonden rond 1940 17.000 Joodse inwoners in deze wijk; 13.000 van hen heeft de oorlog niet overleefd). Rond 1933 kwam hier ook een groot deel van de Joodse vluchtelingen uit Duitsland wonen. De leegstand tijdens de crisis maakte dat deze nieuwe bewoners zeer welkom waren in deze buurt. Onder hen waren ook de familie Frank en de familie Goslar.
laatst bijgewerkt:
16 september 2019