Poukeiach Ivriem (die de blinden ziende maakt) was de Hebreeuwse naam van de Rabbijn De Hond-stichting. Deze stichting werd rond 1932 opgericht, de eerste berichten in kranten en tijdschriften dateren uit dit jaar.
Het doel van de Stichting was een centrale verpleging in het leven te roepen voor alle Joodse blinden, met zo nodig een internaat voor Joodse blinde kinderen. Het eerste bestuur van de stichting bestond uit voorzitter Mr. J. Hartog de Vries, tweede voorzitter B. Blog, eerste secretaris J. D. Koker, tweede secretaris A. Friedman, eerste penningmeester E. Lissauer en tweede penningmeester M. Plotske die op 25 oktober 1932 werden benoemd.
Al direct na de oprichting ontving de rabbijn belangrijke giften om het werk mogelijk te maken. Hulp kon geboden worden via rabbijn Meijer de Hond (Amsterdam, 30 augustus 1882 – Sobibor, 23 juli 1943), die in die tijd in de Swammerdamstraat 22 woonde.
In 1935 werd de functie van voorzitter overgenomen door Mr. J. Hartog de Vries.
Aan het einde van 1932 werd er een propagandacommissie samengesteld die toen uit vijftig personen bestond. Daar werd eveneens een bestuur samengesteld, en dit bestuur bestond uit voorzitter E. den Hartog, secretaris S. Cauveren uit de Utrechtsestraat 56 en de leden M. D. Kuyt, A. Friedman en M. Abrahamson. Ieder die sympathiseerde kon zich via de secretaris aanmelden.
In januari 1933 werd er een propagandabijeenkomst gehouden in het A. O. F. – gebouw waar Dr. Ludwig Cohn, Joods blindeninspecteur en blindenverzorger te Breslau, een rede hield. Cohn stelde in zijn rede dat religie geen rol zou moeten spelen, en dat elke blinde geholpen moest worden. Maar, religie liet zich niet verdoezelen en de drempel van de levensovertuiging zou kunnen inhouden dat de blinde geen hulp zicht. Daarom waren naast algemene blindenverzorging ook religieuze organisaties nodig. De Rabbijn De Hond Stichting was dus gericht op alle blinde Joden die als Jood wilden leven.
Cohn was zelf zes jaar oud toen hij blind werd en werd opgevoed in een niet-Joodse stichting. Hoewel dat uitstekend gebeurde had hij altijd het gevoel dat Joodse blindenverzorging eveneens nodig was. Ook de niet-Joodse Nederlandse instituten die hij voor de lezing had bezocht verzorgden hun Joodse kinderen uitstekend, en toch ontbrak de Joodse sfeer. Koosjer eten en niet hoeven te werken op de Sjabbat en Jomtof is niet voldoende, de gehele opvoeding hoort binnen de Joodse sfeer te gebeuren.
Er werd ten tijde van de lezing beweerd dat er slechts zeven blinde Joodse kinderen waren, van wie er vier in Huizen verpleegd werden. Maar dat aantal werd door Cohn betwijfeld, er was immers geen registratie van blinden in Nederland. Een instelling zoals de Rabbijn De Hond Stichting was daarom nodig.
In oktober 1933 was het secretariaat gevestigd op de Biesboschstraat 13 en zocht de stichting via een advertentie naar een huis, geschikt als kantoor en voor bijeenkomsten.
Controverse
In het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 17 november 1933 werd een artikel uit Joodsch Hulpbetoon, een veertiendaags weekblad aangehaald dat geschreven was door Isidoor G. Keesing (Amsterdam, 21 mei 1876 – Sobibor, 14 mei 1943), voorzitter van de Raad van Arbeid te Utrecht. Keesing stelde dat het al een jaar een discussie was of het streven van de Rabbijn de Hond Stichting moest worden toegejuicht of bestreden. Er waren in dat afgelopen jaar vergaderingen geweest van voor- en tegenstanders. Het was geen controverse tussen niet-gelovige en gelovige Joden, het werd veroorzaakt door het negeren van alle bestaande instanties door Dr. De Hond – volgens Keesing. De Amsterdamse Armenraad, de Nederlandse Blindenbond en de Joodsche Blindenzorg waren instanties die het er over eens waren dat er geen geld moest worden weggeworpen.
Keesing uitte de zorg dat door deze versplintering ‘het heilige vuur’ zou doven en De Hond werd opgeroepen eerbied te betrachten voor genoemde organisaties en ook door een instelling als ‘De Joodsche Invalide’, die eveneens zorg aan blinden bood door een uitbreiding van het Joods braillewerk. Het was belangrijk om een eind te maken aan de verdeeldheid.
De Rabbijn De Hond Stichting was opgericht naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de rabbijn. Toen bekend werd dat de rabbijn er een instelling voor de blindenzorg van wilde maken werd dit in sommige kringen met scepsis ontvangen. Er waren namelijk al stichtingen met een soortgelijk doel. Ondanks de kritiek werd de stichting voortgezet en werden er tal van activiteiten georganiseerd ten bate van de stichting, zoals een poeriem-feest op 16 maart 1935. Daarnaast organiseerde de stichting ook activiteiten, zoals wekelijkse cursussen in de Joodse godsdienstleer voor blinden en slechtzienden in de jeugdsynagoge aan de Polderweg. Begin 1939 kwam het bericht dat er een ontspanningslokaal was voor Joodse blinden in het gebouw ‘Het Kraaiennest’ aan de Polderweg in Amsterdam.
Zoals voor zoveel stichtingen en verenigingen gold, werden de activiteiten van deze stichting tijdens de bezetting onmogelijk gemaakt en na de bezetting niet meer nodig.
bron:
Rabbijn de Hond Stichting.. “De Telegraaf”. Amsterdam, 27-10-1932, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110571338:mpeg21:p009.
DE JOODSCHE BLINDE.. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 27-10-1932, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010014408:mpeg21:p006.
Propagandacommissie, “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 30-12-1932, p. 16. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874810:mpeg21:p016.
Rede van dr. L. Cohn. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 13-01-1933, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874812:mpeg21:p011.
Kantoor, “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 04-10-1933, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874866:mpeg21:p008.
Joodsche blindenverzorging. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 17-11-1933, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874872:mpeg21:p009.
Een propagandablad van de Rabbijn de Hond-Stichting De Stichting op het oorlogspad – Een juiste naam? Beschuldiging van anymositeit De verhoudingen verscherpt. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 25-05-1934, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874520:mpeg21:p009.
J. Hartog de Vries, RABBIJN DE HOND-STICHTING. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 01-03-1935, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874560:mpeg21:p002.
Poeriemfeest, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 08-03-1935, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874561:mpeg21:p008.
Jeugdsynagoge, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 29-10-1937, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872981:mpeg21:p004.
ONTSPANNINGSLOKAAL VOOR JOODSCHE BLINDEN. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 05-01-1939, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010663316:mpeg21:p006.
illustratie:
Poeriemfeest, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 08-03-1935, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 07-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874561:mpeg21:p008.
Rabbijn De Hond Stichting, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 21-07-1933, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874852:mpeg21:p003.
gepubliceerd:
7 december 2024
laatst bijgewerkt:
7 december 2024