Gebouw Plancius op de Plantage Kerklaan 61 werd in 1875/1876 (opening 24 mei 1876) gebouwd op initiatief van de Joodse zangvereniging “Oefening baart Kunst”, die er tot 1894 gebruik van heeft gemaakt.
Zij kozen voor deze naam omdat op die plek een huis moest worden afgebroken dat de naam Plancius droeg, naar de dominee en cartograaf uit de zestiende en zeventiende eeuw. In het gebouw waren de repetities en de uitvoeringen van de zangvereniging en in 1881 werd het gebouw uitgebreid met een wintertuin.
Plancius werd een geliefd gebouw in het Joodse leven in deze buurt. Er werden concerten, feesten en toneeluitvoeringen gehouden, maar ook sjoeldiensten. De socialisten hadden er hun vaste vergaderplaats, en Domela Nieuwenhuis, Henri Polak en Pieter Jelles Troelstra voerden er het woord.
Rond 1900 ging het minder goed met Plancius. In 1913 werd het verkocht en kwam een taxi-centrale in het gebouw. Tijdens de oorlog, door het gebrek aan brandstof, verving men de taxi’s door koetsjes en paarden en werd Plancius een paardenstal. In 1944/45 werd Plancius gebruikt om Duitse voertuigen te stallen. De taxicentrale, A. R. M. (Amsterdamse Rijtuigen Maatschappij), verliet het pand in 1970. Begin jaren 1980 werd het pand weer gebruikt voor dans- en toneelvoorstellingen. In 1998 kwam het verzetsmuseum in het gebouw, nadat dit museum tot 1998 de synagoge aan de Lekstraat gebruikte. Op 1 mei 1999 werd het Verzetsmuseum op deze plaats geopend.
Wie was Plancius?
De dominee/cartograaf waar gebouw Plancius naar vernoemd is, was Pieter Platevoet.
Hij werd in 1552 in Dranouter, een klein plaatsje in West-Vlaanderen, nabij de Franse grens, geboren. Hij was de zoon van Anthony Platevoet , heer van Monterberg en poorter van Belle (Bailleul). In deze streek had het calvinisme een goede voedingsbodem, ook was er een grote intellectuele opbloei. Veel protestantse vluchtelingen vestigden zich in deze streek. In augustus 1566 begon in deze omgeving de Beeldenstorm als reactie op de katholieke repressie.
Na zijn schoolopleiding in Hondschoote studeerde Pieter Platevoet theologie, geschiedenis, talen en wiskunde in Duitsland en Engeland. Op 24-jarige leeftijd (1576) voltooide hij zijn studies en werd hij predikant, eerst in Vlaanderen. Pieter was een principieel en rechtlijnig calvinist. In 1577 ging hij naar Mechelen, in 1578 naar Brussel en Leuven. Hij diende zeven jaar. In 1578 (hij was toen predikant te Meenen, Vlaanderen) neemt hij als afgevaardigde van Oost- en West Vlaanderen deel aan de Synode van Dordrecht. In de namenlijst komt hij voor als Petrus Platefoet M.(inister). Kennelijk is de naamswijziging in Petrus Plancius dus van na 1578. Toen de Hertog van Parma Brussel belegerde besloot hij op 10 maart 1585 om in soldatenkledij met de krijgslieden uit de stad te vertrekken. Hij vlucht via Bergen-op-Zoom naar Amsterdam.
Terwijl in de zuidelijke Nederlanden de hervorming ongedaan werd gemaakt, behaalde het Noorden onder leiding van Willem van Oranje de overwinning.
Nadat Plancius in Amsterdam enige malen op proef preekte werd hij In december 1585 aangesteld. Door zijn onverdraagzaamheid en opvliegende aard was hij regelmatig in conflicten verwikkeld, maar een lange reeks van jaren, tot aan zijn dood in 1622 diende hij de Amsterdamse gemeente en was hij een invloedrijke theoloog.
Daarnaast was hij een van de belangrijkste cartografen van zijn tijd en was een van de grondleggers van de cartografie in Nederland. Hoe en wanneer Plancius tot de geografische wetenschappen komt is niet bekend. Dat zijn geografische astrologische studies veel van zijn tijd in beslag neemt mag wel blijken uit opmerkingen van Amsterdammers, dat hij vaak onvoorbereid op de preekstoel staat en dan onnodig doordraaft over Indië, de Nieuwe Wereld of de sterren.
Hij sprak zeven vreemde talen en verzamelde en beoordeelde Spaanse en Portugese scheepsjournalen, die hij vervolgens weer verwerkte in zee- en hemelkaarten. In 1592 brengt hij kaarten uit van de Cassiteriden en de Indische Archipel en zijn grote wereldkaart OBIS TERRAE COMPENDIOSA en vestigt daarmee zijn reputatie.
De rol in de Joodse gemeenschap
Het gebouw speelde een belangrijke rol in de Joodse gemeenschap en het aantal keren dat Plancius genoemd wordt voor tal van organisaties die er een activiteit belegde is uitermate groot. Zo hield in april 1886 de Vereeniging tot Ondersteuning van Weduwen en Weezen er een ‘soiree amusante’ om geld in te zamelen, traden er artiesten als Jacques S. Kinsbergen op (1886), werden er vieringen gehouden voor Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar 1886, advertentie links), concerten en komedies.
In 1886 verscheen er een advertentie van kok S. B. Snatager uit de Jodenbreestraat die meldde dat voor bruiloften en partijen (wanneer hij werd ingezet) Plancius gratis ter beschikking werd gesteld. Op 26 juli 1888 vierde rabbijn Jacob Mozes Content, rabbijn van de Nederlands Israëlietische Hoofdsynagoge, er zijn zeventigste verjaardag. Op 3 april 1889 vierde de Handwerkers Vriendenkring er zijn twintigjarig bestaan en op 27 september 1890 hield de Vereeniging tot Bevordering van het Onderwijs aan Minvermogenden Israëlietische Kinderen er hun eerste jaarfeest. Ook activiteiten die niet direct worden verwacht, werden er georganiseerd zoals in januari 1909 toen er wedstrijden werden gehouden die werden georganiseerd door de Onderofficiers Schermbond.
Ondanks de grote hoeveelheden activiteiten en de grote populariteit die gebouw Plancius in de Joodse gemeenschap had kwam hier rond 1914 een einde aan, toen het gebouw verbouwd werd, onder leiding van Harry Elte, en er een taxigarage gevestigd werd. In de tuin achter het gebouw werd een grote garage gebouwd.
bron:
Vereniging Weduwen en Weezen, BINNENLAND.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 09-04-1886, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567012:mpeg21:p00002.
Jacques Kinsbergen, BINNENLAND.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 23-04-1886, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567014:mpeg21:p00002
Rosj Hasjana, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 03-09-1886, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567033:mpeg21:p00004
komedie, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 29-10-1886, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567042:mpeg21:p00003
Snatager, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 31-12-1886, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567048:mpeg21:p00004
Rabbijn Content, Binnenland.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 27-07-1888, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000559015:mpeg21:p00001
Handwerkers Vriendenkring, Binnenland.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 26-04-1889, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000559056:mpeg21:p00002
minvermogenden, Binnenland.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 03-10-1890, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000560026:mpeg21:p00001
schermbond, Sport.. “Bredasche courant”. Breda, 04-11-1908. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000332117:mpeg21:p00002
illustratie:
Rosj Hasjana, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 03-09-1886, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 29-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000567033:mpeg21:p00004
gepubliceerd:
26 april 2016
laatst bijgewerkt:
29 november 2021