In het verhaal over Philip Jacobs komt de wanhoop die er tijdens de oorlog was naar voren. Maar ook na zijn daad bleken de maatregelen van de bezetter van alles te bepalen.
Philip Jacobs werd op 5 maart 1889 in Amsterdam geboren als zoon van diamantwerker Abraham Jacobs (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Sophia Mok (Haarlem, – Amsterdam, ). In zijn jeugd woonde Philip onder andere op de Commelinstraat 17, de Nieuwe Lijnbaansgracht 4, de Plantage Middenlaan 44 en de Weesperstraat 68. Philip werd koopman in goud en zilver en trouwde met Esther van der Bokke (Amsterdam, – Sobibor, ), die in haar jeugd op de Valkenburgerstraat 204 woonde, en samen kregen zij op 6 april 1922 dochter Sophia die als enige van het gezin de oorlog zou overleven.
Philip werd in eerste instantie, zoals zijn vader, diamantbewerker. Maar de hoogtijdagen van de Amsterdamse diamantindustrie waren in de Kaapse Tijd, en die vond plaats rond de geboorte van Philip. Philip verzette de bakens en werd goudhandelaar. Daarnaast was hij amateur fotograaf en leraar stenografie. Het gezin was niet onbemiddeld, regelmatig werd er geadverteerd voor een dagmeisje in de kranten. In de jaren voor de oorlog kwamen er, behalve deze advertenties, geen berichten over het gezin in de krant.
De capitulatie van Nederland moet Philip hebben aangegrepen en toen de anti-Joodse maatregelen die de bezetter stapje voor stapje doorvoerde steeds benauwender werden, raakte Philip steeds meer in paniek. Tot zijn wanhoopsdaad op 19 september 1942. Vanaf half juli 1942 werden Joden gedeporteerd om ’te werken’ in het oosten. Philip liet zich niet op het verkeerde been zetten, onder de personen die gedeporteerd werden, waren er genoeg die beslist niet staat waren om te werken in het oosten. Het angstige vermoeden kreeg Philip steeds meer in zijn macht tot hij op 19 september 1942 bij een familielid was op de Weesperstraat.
Daar, op nummer 23-3, woonde Isidoor de Vries (Amsterdam, – Sobibor, ) met zijn vrouw Maria Rika Polak (Amsterdam, – Sobibor, ). Isidoor was een zoon van Samson de Vries en Branca van der Bokke.
Philip liep tijdens zijn bezoek naar het dak van Weesperstraat 23 en sprong naar beneden, zijn dood tegemoet. Hij kwam in de tuin terecht van het Doofstommeninstituut dat op het Hortusplantsoen 2 was gevestigd. Een verslag van zijn dood verscheen in de rapporten van de politie.
Philip werd overgebracht naar het Metaheirhuis aan de Nieuwe Kerkstraat 127, het lijkenhuisje dat bij het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht hoorde. Philip werd vanuit het Metaheirhuis begraven, de lewaaje vond plaats op de Joodse begraafplaats in Diemen. Maar ook hierbij kwam de lange arm van de bezetter om de hoek. De bezetter bepaalde hoeveel mensen er naar de uitvaart mochten. Tien personen, meer niet. In een brief vanaf de Zentralstelle für Judische Auswanderung aan de Euterpestraat werd bepaald wie er aanwezig mocht zijn bij de begrafenis.
Op 22 september 1942 mochten bij de begrafenis aanwezig zijn: dochter Sophia, broer Nagman (Amsterdam, 12 augustus 1884 – Amsterdam, 15 maart 1979), broer Jacob (Amsterdam, 9 mei 1886 – Sobibor, 16 april 1943), zwager S. de Vries, zus Rosa (Amsterdam, – Auschwitz, ), zwager A. Vleeschdrager, zwager J. Polak, Louis de Haan (getrouwd met Jansje Jacobs, zus van Philip), broer M. Jacobs en zwager J. Speelman.
De zelfdoding van Philip op 19 september was geen impulsieve daad. Op 16 september 1942 had Philip zich met een hamer voor het hoofd geslagen. De politie meldde dit in een rapport. |
Esther en Sophia ontvingen tal van condoleanceberichten die bewaard zijn gebleven. Zo stuurden Bertha en Dee een bericht uit Kamp Westerbork waar ze verbleven in Barak 48. Het was een telex. Stella en Jaap woonden in Soest en in hun brief wordt gemeld dat Jaap graag bij de begrafenis was geweest, doch geen toestemming had gekregen aangezien Philip geen naaste bloedverwant was. Uit de brief blijkt verder dat Stella en Jaap alleen wisten dat er een ongeval was geweest waardoor Philip was overleden, de details werden verder niet gegeven.
De geneesheer-directeur van De Joodsche Invalide, Jacques Herbert Buzaglo (Hamburg, – Extern kommando Bad Warmbrunn, ), stuurde op 29 september een bericht.
Esther bleef verslagen achter. Nog geen jaar later, op 20 juni 1943 werd Esther geregistreerd in Westerbork. Op 6 juli 1943 vertrok ze uit het doorgangskamp, naar Sobibor.
bron:
Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6070.
Philip Jacobs, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 381.
Abraham Jacobs, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1640.
Philip Jacob, Stadsarchief Amsterdam, Militieregisters, archiefnummer 5182, inventarisnummer 4386.
Dagmeisje, Advertentie. “De courant Het nieuws van den dag”. Amsterdam, 08-07-1941, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 16-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010986242:mpeg21:p005.
Esther van der Bokke, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130311310 (Esther JACOBS V.D. BOKKE).
Sophia Jacobs, Stadsarchief Amsterdam, Persoonskaarten, archiefnummer 30408, inventarisnummer 229.
Isidoor de Vries, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 885.
Politierapport 16 september 1942, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6279.
met dank aan J. van den Braak.
Nagman Jacobs, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1517.
illustratie:
Dagmeisje, Advertentie. “De courant Het nieuws van den dag”. Amsterdam, 08-07-1941, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 16-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010986242:mpeg21:p005.
Weesperstraat 23, met dank aan J. v. d. Braak.
foto Philip Jacobs en Esther van der Bokke met dank aan J. v. d. Braak
gepubliceerd:
18 februari 2023
laatst bijgewerkt:
2 juli 2024