Na de deportatie de Joodse bewoners van Amsterdam duurde het niet lang voor de verhuisfirma Puls langs kwam om het huis leeg te halen. Puls werd zo algemeen bekend in het straatbeeld, dat het leegroven van een huis al snel “pulsen” werd genoemd. De hoeveelheid spullen die werden weggehaald was gigantisch. Daarbij was de aard van de goederen ook heel verschillend, van meubels tot kunstvoorwerpen en de manier waarop ermee werd omgegaan verschilde daarmee sterk.
Bestemming
Nu werden niet alle goederen afgevoerd naar Duitsland. Gelukkig brachten vele Joodse Amsterdammers hun eigendommen in veiligheid door ze in bewaring te geven bij kennissen en buren. Na de oorlog zou helaas maar al te vaak blijken dat de eerlijk geachte bewAriërs dat niet altijd waren.
Eigendonmmen die gepulst waren zag men vaak niet meer terug, en zelfs de kunstvoorwerpen die werden ontvreemd bevinden zich nog steeds – ondanks hun identificeerbaarheid – op vele plaatsen, waaronder musea, vaak zonder schadeloosstelling aan de nabestaanden van de rechtmatige eigenaren. Daarboven op kwam de houding van Puls en zijn medewerkers, die niet schroomden om vele goederen in hun eigen zakken te laten verdwijnen.
Amsterdam
In de bezette gebieden was de Einstatzstab Rosenberg verantwoordelijk voor de coördinatie van de gestolen goederen. Deze organisatie was actief in geheel bezet Europa.
in Nederland functioneerde de Hauptarbeitsgruppe Niederlande en deze werd geleid door SS-Sturmbahnführer Albert Schmidt-Stähler. Het hoofdkwartier was van 1941 – 1944 gevestigd op de Keizersgracht 264 en van september 1944 – mei 1945 op het Rokin 116.
De roerende goederen (Möbel Aktion) werden gecoördineerd vanuit het kantoor op de Prinsengracht 796 en per wijk waren er afdelingsbureaus, zoals op de Euterpestraat (Gerrit v d Veenstraat) 113 (Süd), aan het Oosterpark (Ost) en op de Weteringschans (Mitte).
Voor de opslag van goederen waren er depots, zoals op Rokin 116, waar de boeken werden opgeslagen, Entrepotdok West op de Buyskade, Gemeentelijk Entrepotdok op het Kadijksplein 61-63, Loods Argentinië op de Oostelijke Handelskade (van hier de verlading van de roerende goederen) en op Vondelstraat 39 – de voormalige loge van de Vrijmetselaars.
Duitsland
Het aantal woningen dat gepulst werd waren volgens Loe de Jong in zijn boek “Ondergang” zeker 29.000. De zaken die naar Duitsland gingen, doorgaans inboedels, werden vooral opgeslagen in loods Argentinië aan de Oostelijke Handelskade. Vanaf deze opslag volgende de verlading op binnenvaartschepen, de inboedels werden ‘Liebesgaben” genoemd voor de Duitsers die hun huisraad door de bombardementen verloren hadden.
Manasse, Peter, verdwenen archieven en bibliotheken, de verrichtingen van de Einsatzstab
wikipedia, lemma Abraham Puls.
28 april 2016
Laatste aanpassing:
6 mei 2024