Op vakantie…..

Op vakantie gaan was in het begin van de vorige eeuw nog geen gemeengoed. De reden was simpel, er was nog geen wettelijke regeling rond vakantiedagen en het geld om op vakantie te gaan ontbrak. Mijn eigen oma ging wel op vakantie, maar zij had een ‘dienstje’ in Rotterdam bij Mevrouw De Back, een rijke familie in Kralingen (Rotterdam) en deze familie ging elk jaar naar de Riviera. Oma ging mee naar Zuid-Frankrijk, maar zij was een uitzondering.

Een regeling voor vakantiedagen kwam in het begin van de vorige eeuw van de grond. De Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond onder leiding van Henri Polak lukt het in 1910 om een week vakantie per jaar uit te onderhandelen, maar deze week moet in eerste instantie wel uit eigen zak betaald worden. In 1911 worden de dagen doorbetaald. Rond die tijd komt het op-vakantie-gaan van de grond, ook voor Joodse gezinnen, en voor de Amsterdamse Joodse gezinnen werd Zandvoort favoriet. Na de Eerste Wereldoorlog gaat de strijd om de vakantie door, en waar de regeling eerst werd gezien als een gunst, wordt het al snel gezien als een recht.

Niet alleen de opkomst van de vakbeweging en daarmee de eisen die de arbeider kon gaan stellen zorgen ervoor dat de vakantie steeds algemener wordt, ook de ontwikkelingen van Nederland zelf. Het spoorwegnet breidde uit en vanaf 1903 adverteerde de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij in het Nieuw Israëlietisch Weekblad met goedkope uitstapjes naar Almelo. De prijs was ƒ 3,53 in de derde klasse – in 2017 zou dat overeenkomen met een waarde van € 44,35. In deze zelfde advertentie is te lezen dat de ’tarieven en voorwaarden gratis bij de reisbureaux verkrijgbaar zijn’. 

Een Joodse ondernemer die in deze niche stapte is Hendrik Eijl (Amsterdam, 21 juni 1883 – Sobibor, 4 juni 1943). Hij is eigenaar van het Algemeen Assurantiekantoor Henri Eijl, directeur voor de NV Bank voor de Diamanthandel en begint een passage-agentuur in de Tilanusstraat 63 te Amsterdam. Hij adverteerde rond 1914 en hij verkocht reizen. Dit betrof voornamelijk de zakelijke markt. Maar na 1918 worden er ook steeds meer vakantiereizen georganiseerd. In 1928 werd door onroerend-goed-makelaar Salomon Menist het Internationaal Reis & Passagebureau De Globe opgericht. De Globe meldt uitdrukkelijk in de advertenties in het Nieuw Israëlietisch Weekblad dat er ritueel gegeten kan worden, een voorwaarde voor de Joodse reiziger. Een aantal jaren later, in 1931, wordt in Den Haag reisbureau Pato opgericht waar Abraham Logher (Den Haag, 26 februari 1887 – Sobibor, 28 mei 1943) de bedrijfsleider is. Het bedrijf was op de Passage 82 gevestigd.

Ritueel Eten
In 1900 werd in Hamburg de Verein für rituelle Speisehäuser opgericht. Deze vereniging controleerde restaurants en hotels op het naleven van de koosjere spijswetten. In mei 1918 wordt in Nederland een zustervereniging opgericht, de Vereniging Ritueel Eten op Reis, R.E.O.R. Het wordt een actieve organisatie en tal van koosjere etablissementen sluiten zich erbij aan. Het eerste bestuur werd gevormd door de voorzitter Eduard Prins (Deventer, 23 juni 1874), secretaris L. Pakter en penningmeester Julius Levie. Vanaf 1920 werd de administratie verricht door mejuffrouw H. Gazan, later H. Duque-Gazan (Arnhem, 27 april 1885 – Auschwitz, 24 september 1942), op de Nieuwe Prinsengracht 16 te Amsterdam. REOR gaf jaarlijks een gids uit met hierin de aangesloten gelegenheden, de laatste gids, van jaargang 1941, is hier te zien. In het voorjaar van 1921 nam REOR contact op met buitenlandse zusterorganisaties om zo buitenlandse reizen mogelijk te maken, en er werd een samenwerking gezocht met de Nederlandsche Reisvereeniging. Deze twee organisaties gaan zo goed samenwerken dat in 1936 werd besloten om de aangeboden reizen voortaan de Rituele NRV-reizen te noemen.

Het Nieuw Israëlietisch Weekblad zat ook niet stil en ging vanaf juli 1935 volledige rituele reizen aanbieden voor haar abonnees. De heer Logher, van het al eerder genoemde reisbureau Pato, is de reisleider.
Voor 1 gulden per jaar kan men contribuant worden waarna jaarlijks de prospectus – de reisgids – wordt toegezonden, en de mogelijkheid wordt geopend om via een spaarfonds te sparen voor een vakantie. Abraham Logher wordt de leider van het reisbureau van het Nieuw Israëlietisch Weekblad en er komen agentschappen in Den Haag, Rotterdam en Arnhem.

Het Nieuw Israëlietisch Weekblad gaat samenwerken met REOR en publiceerde in 1936 “Ons reisblad”. Er komen vakantiereizen naar Luxemburg, Parijs en het Drielandenpunt, maar de samenwerking tussen het Nieuw Israëlietisch Weekblad en REOR stuit op problemen. REOR laat zo weten dat zij de aangeboden reizen niet garandeert. Het Nieuw Israëlietisch Weekblad reageert met de mededeling dat ze de garantie van REOR niet behoeft en dat ritueel eten tot in alle finesses is verzorgd.

De reizen van het Nieuw Israëlietisch Weekblad nemen in de jaren erna alleen maar toe. In de zomer van 1939 komt er een speciale jeugdreis, op 6 augustus 1939 een reis naar Parijs en op 13 augustus 1939 een reis naar Luxemburg. Dat werden de laatste reizen voor de oorlog.

REOR publiceerde in februari 1941 nog een adressenlijst. Na de oorlog komen zowel REOR als het NIW-reisbureau niet meer terug. Maar er zijn nog wel andere Joodse reisbureaus, zoals reisbureau Van Gelder die in 1982 een exclusief Rosj Hashana arrangement aanbiedt naar Luxemburg en dit reisbureau is nog steeds gevestigd op de Kastelenstraat 64 in Amsterdam-Buitenveldert.

Filmpje
Het filmpje, gedateerd op 1937, is gemaakt door Max Peereboom (Marcus Peereboom, Amsterdam, 19 december 1911 – Auschwitz, 7 september 1942). Hij filmde tussen 1931 – 1942 en maakte opnamen op 8 mm. Max was een van de 39 Joodse burgers uit Vlissingen (vanaf 1929). Mocht het filmpje niet werken, gebruik dan deze link.

verder lezen?
Dat kan, via deze website.

 

bron:
Rogier Foyer, Joodse vakanties in de vorige eeuw, in Misjpoge, 2013-3

omrekening gulden – euro op www.iisg.nl/hpw/calculatie2-nl.php (geraadpleegd 28 juni 2017)
“Advertentie HIJSM”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 26-06-1903. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl,
/resolve?urn=ddd:010871409:mpeg21:a0011 /resolve?urn=ddd:010871711:mpeg21:a0011
“Advertentie Henri Eijl”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 02-01-1914. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860291:mpeg21:a0015
“Advertentie Globe”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 27-04-1928. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858015:mpeg21:a0033,
“Advertentie NIW op reis”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 14-06-1935. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010871409:mpeg21:a0011
www.joodsmonument.nl, verschillende lemmata (geraadpleegd 30 juni 2017)
https://sites.google.com/site/bijlagebijreizen/, lemma Hendrik Eijl, Abraham Logher en Eduard Prins

illustratie:
“Advertentie HIJSM”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 26-06-1903. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010871711:mpeg21:a0011
“Advertentie Henri Eijl”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 02-01-1914. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860291:mpeg21:a0015
“Advertentie Globe”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 27-04-1928. Geraadpleegd op Delpher op 28-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858015:mpeg21:a0033
“Advertentie NIW op reis”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 14-06-1935. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010871409:mpeg21:a0011

video
embedded van http://in.beeldengeluid.nl/collectie/details/expressie/84797/false/true, © Beeld en Geluid STARTDetails: CONTRACTNUMMER: B-461/B-32 ENDDetails

gepubliceerd:
28 juni 2017

laatst bijgewerkt:
27 december 2021