Oosteinde

Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Olie, Jacob (1834-1905). Oosteinde. Galerij als deel van het paleis van de Volksvlijt met geheel links Sarphatistraat hoek Oosteinde. 1890. 10019A000682

Het Oosteinde is een korte weg aan de oostkant van de Nederlandse bank. De straat kreeg in 1866 zijn naam die refereerde aan de ligging ten opzicht van de Utrechtsepoort die hier van 1664 tot 1858 stond. Aan de andere kant van de poort was het Westeinde.
 
Oosteinde 6boven – Weduwe Friedmann
Weduwe Johanah Friedmann – Lowenthal (weduwe van Israël Friedmann) woonde hier met haar 4 zoons:
Arthur (Masgrabowa [waarschijnlijk Marggrabowa, Polen], 14 oktober 1895 – Sobibor, 23 april 1943),
Walter (Treuburg, 30 mei 1897 – Sobibor, 23 april 1943 [dit is dezelfde plaats als Arthur, de plaats werd tussen 1933 en 1945 Treuburg genoemd]),
Julius (Insterburg, Polen, 14 juli 1900 [nu Tsjernjachovsk, Rusland] – Sobibor, 23 april 1943) en
Berthold (Köningsberg, Pruisen, 16 september 1905 [nu Kaliningrad, Rusland] – Sobibor, 30 april 1943).
De zoons werden allen in de oorlog vermoord, Johanah, die weduwe was, overleefde de oorlog. Het is het verhaal van een gezin dat in eerste instantie vluchtte uit het grensgebied tussen Polen en Pruisen / Rusland, doorging naar Amsterdam en ook daar niet veilig bleek.
 
Oosteinde 7 – Tandarts Lindeman
Tandarts David Joseph Lindeman werd op 1 juni 1901 in Amsterdam geboren. Hij trouwde op 5 oktober 1942 met tandarts Rebecca (Riek) Querido (Amsterdam, 18 maart 1902). Het echtpaar kreeg twee dochters, Rosette op 5 juli 1930 en Clara Jacqueline op 14 december 1934.
Tot 12 maart 1936 woonden ze op de Sarphatistraat 71, daarna gingen ze naar Oosteinde 7hs. De dochters hebben de oorlog overleefd, de ouders niet. Vader werd vermoord in Annaburg op 30 april 1943, moeder in Auschwitz op 5 november 1942.
 
Oosteinde 8-10 – Restaurant Huize Gluck
Op dit adres was rond 1933 het koosjere restaurant Huize Gluck gevestigd. Malvine Glück woonde sinds 1922 in Nederland en werd geboren in Pressburg (Bratislava) op 6 november 1886. Zij was kookster van beroep en werkte onder andere in het ziekenhuis van de Centrale Israelietische Ziekenverpleging in Amsterdam, Hotel Kiek in Groningen, Hotel Duitsche Adel in Leeuwarden, Hotel Noordzee in Scheveningen en het Apeldoornsche Bosch. Ten tijde van de oorlog had Malvine een rusthuis op de Sarphatistraat 103. Malvine werd in Auschwitz vermoord op 21 september 1942.
 
Oosteinde 14 – Joodse Inkwartiering
In de oorlog zat hier het Gemeentelijk Bureau voor Joodse Inkwartiering, een afdeling van de Joodse Raad (foto onder, het 2e pand van links).
 
oosteinde1416
Oosteinde 16-14, foto, Arsath Ro’is, J.M., Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto’s eigen fotodienst, 22 september 1960, 010122029456

Oosteinde 16 – Tehuis Oosteinde
In de oorlog zat hier tot juli 1943 het Tehuis Oosteinde (foto onder, meest linkse pand), een afdeling van de Joodse Raad. Tehuis Oosteinde was in 1937 opgericht om Joodse vluchtelingen op te vangen. Maar bij het uitbreken van de oorlog werd het tehuis onder de Joodse Raad geplaatst en daarmee een onderdeel van het vervolgingsapparaat van de bezetter. Toch gebeurde er vanuit het Tehuis Oosteinde wel het een en ander. Het Tehuis werd geleid door de Duits-Joodse vluchteling Jakob H. Bier (Keulen, 10 april 1885 – Westerbork, 10 oktober 1943). Andere mensen in deze verzetsgroep waren Max Rubinstein, Uschi Littmann en Jacques van der Kar.
Vanuit Tehuis Oosteinde probeerde men ten eerste een eiland van beschaving in stand te houden en ook werden er documenten, waaronder persoonsbewijzen, vervalst. Er was een verzetsgroep en men hielp Joden die uit de Hollandse Schouwburg ontvlucht waren.

Op de foto is de Pieter van Foreestkliniek in de panden 16 en 14 gevestigd. Deze kliniek werd daar in 1944 gevestigd, toen de werkzaamheden van de Joodse inkwartiering en Tehuis Oosteinde niet meer nodig waren. In 1962 ging deze kliniek naar Buitenveldert.

Jakob Hermann Bier
Tehuis Oosteinde werd geleid door Jakob Hermann Bier (Keulen, 10 april 1885 – Westerbork, 10 oktober 1943). Hij was een Duits-Joodse leider en Presser schrijft over hem in Ondergang “een voormalig Duits ambtenaar uit Keulen, die nog in Kamp Westerbork met de aktetas rondliep welke hij vroeger altoos droeg; in het kamp wilde hij een keer bloemen plukken en kwam in aanraking met de roestige omrastering; een bloedvergiftiging maakte een einde aan zijn leven“.
Jakob werd op 13 oktober 1943 in Westerbork gecremeerd. De urn met zijn as is op begraafplaats Muiderberg bijgezet. Het verhaal over de bloedvergiftiging wordt ontkend door Werner Stertzenbach, hij meldde dat Bier opzettelijk tegen de hoogspanningsleiding is gelopen. Er is een Stolperstein geplaatst voor Jakob op de Hülchrather Straße 6 in Keulen.

Oosteinde 23hs – familie Van der Lijn

Alexander Leonardus van der Lijn werd op 15 januari 1887 geboren in Antwerpen. Hij huwde op 9 juli 1908 met Rosette Natkiel (Amsterdam, 4 september 1887 – Auschwitz, 27 augustus 1943) en Rosette en Alexander hadden twee kinderen; Leonardus Alexander (Antwerpen, 26 december 1911) en een tweede kind. Zoon Leonardus was kelner en op 30 april 1942 trad hij in dienst bij “Het Apeldoornse Bosch” als kok. Leonardus kwam om in een extern commando bij Hannover op 5 april 1945.

Oosteinde 24 – Tehuis Oosteinde
In de oorlog zat hier het Tehuis Oosteinde – Naai- en Verstelwerk, een afdeling van de Joodse Raad. Het was in feite een verdeelpunt van kleding en dekens voor mensen die waren opgeroepen voor deportatie of die bij een razzia van de straat waren gepakt.

I
nzameling fondsen
Op 28 november (1941?) werd in het Amstelhotel een concert gehouden ten bate van Tehuis Oosteinde. Dit met medewerking van Desi von Halban-Kurz (Désirée Louise Anna Ernestine von Halban, Wenen, 10 april 1912 – Bilthoven, 12 februari 1996), Paula Lindberg (Paula Levi, Frankenthal, 21 december 1887 – Amsterdam, 17 april 2000), Michel Gobets (Machiel Gobets, Amsterdam, 21 mei 1905 – Dachau, 20 april 1945) en Hermann Schey (Bunzlau, Silezië, 8 november 1895 – Zwitserland, 21 augustus 1981) als zangers. Bé Pimentel (vermoedelijk Beatrice Pimentel – Amsterdam, 28 november 1913 – 8 november 1997) en Margarete Reiner zaten aan de vleugels.

Oosteinde 30 – districtskantoor
Hier was het Districtskantoor voor Winterhulp in 1944 gevestigd.

De panden aan de even zijde van het Oosteinde zijn voor de bouw van de Nederlandse Bank gesloopt.

bron:
stadsarchief Amsterdam,
Presser, J, Ondergang, De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945, Den Haag 1985 [p 422],
www.joodsmonument.nl, pagina Jakob Hermann Bier (geraadpleegd 18 oktober 2014).
spelling Johanah volgens database Yad Vasjem.
“Advertentie Lindeman”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 22-08-1932. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010967824:mpeg21:a0037
“Advertentie Gluck”. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 1933/09/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000581031:mpeg21:p00004
Stadsarchief Amsterdam, Malvine Glück, Vreemdelingenregister, archiefnummer 5225, inventarisnummer 940
Stadsarchief Amsterdam, Malvine Glück, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 269

Illustratie:
beeldbank stadsarchief Amsterdam, 22 september 1960, 010122029456
“Advertentie Lindeman”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 22-08-1932. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010967824:mpeg21:a0037
Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Olie, Jacob (1834-1905). Oosteinde. Galerij als deel van het paleis van de Volksvlijt met geheel links Sarphatistraat hoek Oosteinde. 1890. 10019A000682
“Advertentie Gluck”. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 1933/09/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000581031:mpeg21:p00004

gepubliceerd:
6 mei 2016

laatst bijgewerkt:
23 februari 2021