De Nieuwe Kerkstraat in Amsterdam, ooit de Jodenkerkstraat genoemd, heeft nog steeds sporen van het Joodse leven dat hier ooit was. Voor wie het wil zien zijn er zeker vier gebouwen die ooit een synagoge waren, een godsdienstschool, een huis voor Joodse oude lieden en daartussen de vele huizen van deze ooit drukbevolkte Joodse straat.
In de tijd na 1945 is er flink wat verbouwd en vertimmerd aan de straat, zo is er ook het nodige afgebroken en zijn daar appartementen voor in de plaats gekomen.
Tussen het stuk tussen Amstel en Roetersstraat heeft praktisch elk huis zijn eigen verhaal. Om duidelijk te maken hoe Joods deze straat was, en wat de holocaust voor deze straat betekend heeft, volgen we het verhaal van één van de adressen, Nieuwe Kerkstraat 61 en de 69 bewoners van tussen 1900 en 1950 van wie de naam achterhaald kon worden.
61-huis
Meijer Coopman
Meijer Coopman werd geboren in Amsterdam op 12 september 1888 en woonde in dit pand tot december 1934 samen met zijn vrouw Mietje Vet (Amsterdam, 5 september 1889). Meijer en Mietje hadden twee kinderen, één ervan was Margaretha (Amsterdam, 31 mei 1918). Het gezin vertrok naar de Nieuwe Prinsengracht 110-2. Vanaf dat adres werden Meijer, Mietje en Margaretha gedeporteerd. Meijer en Mietje werden vermoord in Sobibor op 4 juni 1943, Margaretha, die getrouwd was met Mozes Meents (Amsterdam, 25 november 1916 – Mauthausen, 20 oktober 1941) was na de dood van haar man weer bij haar ouders gaan wonen. Ze werd één week na haar ouders in Auschwitz vermoord. Aan de datum en plaats van de plek waar Mozes omkwam te oordelen was Mozes betrokken bij de rellen in de Jodenbuurt die door de NSB werden uitgelokt; de rellen die tot de Februaristaking van 1941 leidden. Na deze rellen werden 423 Joodse stadsgenoten opgepakt en via kamp Schoorl naar Mauthausen gedeporteerd. Een broer van Mozes, Joseph (Amsterdam, 25 mei 1918 – Mauthausen, 16 oktober 1941) kwam daar vier dagen voor Mozes om.
Emanuel Italiaander
Einde 1934 woonde Emanuel Italiaander op 61hs. Hij was geboren in Amsterdam (4 januari 1902 – Auschwitz, 31 maart 1944). Emanuel was getrouwd met Esther Nebig (Amsterdam, 3 februari 1901 – Auschwitz, 10 september 1943). Ze hadden drie kinderen; Jacob (Amsterdam, 9 april 1926 – Sobibor, 9 juli 1943), Sara (Amsterdam, 15 januari 1928 – Auschwitz, 10 september 1943) en Vrouwtje (Amsterdam, 28 oktober 1936 – Auschwitz, 10 september 1943).
Emanuel Italiaander staat op dit adres geregistreerd met een “vischbakkerij”; er werd hier (gebakken) vis verkocht. Het gezin Italiaander verhuisde in 1935. Ze woonden tussen 1935 – 1941 onder andere op de Kleine Houtstraat 34 (Waterlooplein), de Nieuwe Uilenburgerstraat 76-2 en op de Rapenburgerstraat 126hs.
Joseph van Kreveld
Schoenmaker Joseph van Kreveld, uit 1894, is de volgende op dit adres. Hij woont er met zijn gezin tot november 1938, dan gaan ze naar nummer 70hs. Joseph overleed net voor de oorlog, op 21 december 1939, te Leiden. Zijn vrouw was Marianne van Kreveld – Buijs (Amsterdam, 10 juli 1893 – Auschwitz, 9 augustus 1942) en zij vertrok daarna naar nummer 65-2 en later naar de Hofmeyrstraat 17-2. Joseph en Marianne hadden twee kinderen, Sophia (Fietje) (Amsterdam, 21 oktober 1917 – Auschwitz, 30 september 1942) en Louis (Amsterdam, 12 januari 1928 – Auschwitz, 9 augustus 1942).
Meijer Groenteman
Meijer Machiel Groenteman (Amsterdam, 5 juli 1913 – Auschwitz, 31 januari 1943) woonde er daarna, samen met Lena Groenteman-Kroonenburg (Amsterdam, 23 mei 1914 – Auschwitz, 28 september 1942). Op 26 februari 1940 zijn ze naar de Vrolikstraat 241-3 gegaan. Meijer werd op 30 december 1942 naar Duitsland gedeporteerd, Lena op 12 juli 1943. Ze hadden drie kinderen, John (Amsterdam, 25 januari 1935 – Auschwitz, 28 september 1942), Anne (Amsterdam, 26 september 1936 – Auschwitz, 28 september 1942) en Jeannette (Amsterdam, 2 augustus 1938 – Auschwitz, 28 september 1942). Meer over dit gezin via deze link.
Albertus de Best
Het pand heeft niet leeggestaan nadat het gezin Groenteman vertrok. Albertus de Best trok er in tot 4 april 1945.
De bakker
Op 14 september 1948 vestigde Nicolaas Proost hier. De begane grond werd de winkel en het kantoor van Veenboer’s bakkerij. Proost bleef hier wonen tot 17 oktober 1956. Het bleef echter wel een bakkerij.
61 – 1 hoog
Joseph Naarden
Joseph Naarden, geboren op 25 september 1883, heeft op dit adres gewoond. Joseph was venter van beroep.
Op 15 september 1943 wordt aangetekend op de woningkaart dat hij naar Duitsland vertrokken is. Hij is dan al vermoord, op 16 april 1943 in Sobibor.
In 1923 werd er een neef van Joseph op dit adres vermeld, Louis de Zwarte (Amsterdam, 13 oktober 1896 – Auschwitz, 31 januari 1943), met zijn vrouw Mietje de Zwarte – Rodrigues Parreira (Amsterdam, 30 september 1898 – Auschwitz, 12 oktober 1942). Zij wonen tijdelijk bij Joseph in, tot 1923.
Joseph heeft verschillende inwonende mensen in zijn huis gehad. Mensen die geen, in tegenstelling tot Louis en Mietje, familie waren. Op dit adres staan geregistreerd:
Nathan Weenen, (Amsterdam, 6 april 1898 – Auschwitz, 28 december 1942), vertrok in januari 1923 naar Waterlooplein 17-3,
Isaac van Colle, (Amsterdam, 18 juni 1890 – Sobibor, 7 mei 1943), vertrok in september 1923 naar Manegestraat 10.
Jacob Schelvis, (Amsterdam, 25 maart 1904 – Sobibor, 16 april 1943) tot juli 1924. Jacob was caféhouder van beroep. Aan het begin van de oorlog woonde hij met zijn echtgenote Sara Groenstad en hun 6 kinderen op Rapenburg 14-1. Behalve zijn oudste dochter Rachel werd het hele gezin op dezelfde dag (16 april 1943) in Sobibor vermoord. Rachel werd daar vermoord op 21 mei 1943.
Karel Schulp (1904), vertrok in maart 1925 naar de Govert Flinckstraat,
Felicie Slegers (1902), vertrok in jan 1927 naar de Korte Amstelstraat 12-2,
Gonda Elsas. Waarschijnlijk de Gonda Elsas die geboren werd in Amsterdam op 19 augustus 1914. Ze was Fröbelonderwijzeres van beroep en werd vermoord in Auschwitz op 27 november 1942.
Käthe Dobrin, verdere gegevens niet bekend
Hertha Ehrlich-Sklarek (Chemnitz, 8 augustus 1896 – Auschwitz, 30 september 1942).
Michiel Swalef (Amsterdam, 25 november 1894 – Midden Europa 31 oktober 1943), ging met zijn zoon naar Nieuwe Kerkstraat 113.
Joseph Nijburg (op 1 juni 1943 naar Westerbork),
Mirjam Pesaro (Amsterdam, 24 maart 1894 – Sobibor, 2 april 1943), dochter van Jacob Pesaro en Jansje van West. In het begin van de oorlog woonde Mirjam Pesaro op de Plantage Middenlaan 40-boven, in “Pension Blog”.
Petrus Janmaat
Nadat Joseph was weggehaald woonde tot 8 juni 1944 Petrus Janmaat in deze woning, daarna Joost Kruiswijk.
61 – 2 hoog
Machiel Pool (Amsterdam, 5 februari 1883 – Sobibor, 23 april 1943) tot april 1936, vertrok naar Ruijschstraat 97-2.
Waarschijnlijk woonde Machiel hier met zijn gezin; Reintje Zwaab (Amsterdam, 5 februari 1883 – Sobibor, 23 april 1943) en hun vier of vijf kinderen: Esther (Amsterdam, 22 oktober 1904 – Sobibor, 9 juli 1943), Dora (Amsterdam, 6 oktober 1905 – Sobibor, 23 april 1943), Philip (Amsterdam, 23 november 1912- Mauthausen, 10 september 1941), Henriette (Amsterdam, 28 april 1915 – Sobibor, 11 juni 1943), ?.
Hartog Zwaab (Amsterdam, 15 mei 1899 – Auschwitz, 30 september 1942), vertrok naar Houtstraat 59-3. Hartog was diamantslijper van beroep. Hij was getrouwd met Rebecca de Isaac Vieyra (Amsterdam, 11 april 1900 – Auschwitz, 30 september 1942).
Mozes Croese (Amsterdam, 19 februari 1900 – Auschwitz, 7 december 1942) vertrok volgens de woningkaart op 7 augustus 1943 naar Duitsland. Mozes was getrouwd met Rachel Neeter (Amsterdam, 18 november 1899 – Sobibor, 2 april 1943) en zij hadden twee zoons; Meijer (Amsterdam, 12 april 1923 – Sobibor, 16 juli 1943) en Samuel (Amsterdam, 25 februari 1926 – Auschwitz, 30 september 1942).
Inwonenden:
Abraham Nunes Vas
61 – 3 hoog
Emanuel Bles (Amsterdam, 1 juni 1882 – Amsterdam, 5 februari 1929) vertrok in juli 1928 naar de Christiaan de Wetstraat 8hs. Was gehuwd met Esther van Kleef (Amsterdam, 2 maart 1885 – Amsterdam, 30 januari1962).
Samuel Neeter (Amsterdam, 12 september 1877 – Auschwitz, 21 januari 1943) en Aaltje Neeter-Brilleman (Amsterdam, 26 oktober 1877 – Auschwitz, 21 januari 1943) woonden hier met hun kinderen Mietje (Amsterdam, 23 juli 1897 – ?) Flora (Amsterdam, 19 april 1907 – Auschwitz, 28 december 1942); Flora werkte bij Hollandia – Kattenburg en werd werd weggevoerd bij de grote razzia in Hollandia-Kattenburg op 11 november 1942, Esther (Amsterdam, 11 februari 1914 – Sobibor, 2 juli 1943), Anna (Amsterdam, 11 februari 1914 – Sobibor, 2 juli 1943), Abraham (Amsterdam, 23 september 1915 – Sobibor, 2 juli 1943) en Izak (Amsterdam, 28 november 1918 – Auschwitz, 31 januari 1944).
Waarschijnlijk woonde Mietje Neeter (Amsterdam, 14 jan 1879 – Sobibor, 21 mei 1943) in en was dit een jongere zus van Samuel.
Tevens woonden hier Maurits Klijnkramer (Amsterdam, 18 september 1908 – Mauthausen, 2 september 1941) en zijn vrouw Marianna Neeter (Amsterdam, 6 augustus 1909 – Auschwitz, 24 september 1943) hier een tijd, maar voor 1941 waren zij naar Nieuwe Kerkstraat 53-2 verhuisd. Een kind van Maurits en Marianna heeft de oorlog overleefd.
Inwonende:
Esther Peper (Amsterdam, 28 januari 1920 – Sobibor, 2 juli 1943) heeft hier een tijd gewoond. Volgens joodsmonument.nl woonde zij bij haar ouders en haar broer en twee zussen op de Danie Theronstraat 8-3, maar zij is de enige in dat gezin die niet op 30 april 1943 in Sobibor vermoord is.
bron:
woningkaarten stadsarchief Amsterdam,
joodsmonument.nl,
communityjoodsmonument.nl (Mozes Meents), geraadpleegd 9 februari 2014
maxvandam.info (geraadpleegd 1 feb 2014 – pag Emanuel Bles en Esther van Kleef).
openarch.nl voor Joseph van Kreveld (geraadpleegd 9 feb 2014) ,
communityjoodsmonument.nl voor Mirjam Pesaro (geraadpleegd 9 feb 2014),
foto:
Uitsnede uit Nieuwe Kerkstraat 61-67,Uiterst rechts de Weesperstraat. November 1983. Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto’s eigen fotodienst 010122023619
laatst bijgewerkt:
16 september 2019