In 2022 / 2023 heeft Woonstichting Lieven de Key de panden aan de Nieuwe Keizersgracht 15, Nieuwe Keizersgracht 17 en Nieuwe Keizersgracht 19 gerestaureerd. De panden werden in 1736 gebouwd door Cornelis van der Does (meester-timmerman) en Boudewijn Beenhacker (meester-metselaar) als woonhuis met halsgevel in de stijl van Lodewijk XIV. De voorgaande restauratie vond plaats in 1965 en met deze restauratie is dit erfgoed in Amsterdam voor de toekomstige generaties gewaarborgd. In dit deel van de stad woonde van oudsher verhoudingsgewijs meer Joden dan de 10% Joodse inwoners die voor geheel Amsterdam gold. De gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de moord op de Joodse stadsgenoten hebben hier hun sporen achtergelaten. In 2021 werd dit nog zichtbaarder door de onthulling van het nabij gelegen Nationaal Holocaust Namenmonument.
Vanuit verschillende bronnen is bekend welke Joodse inwoners hier hebben gewoond tijdens het begin van de bezetting. Lieven de Key wil in de gerestaureerde panden op een passende wijze aandacht besteden aan deze historie van de panden en de bewoners. In dit pand woonde in het begin van de bezetting de volgende personen:
Overzicht bewoners | |
Nieuwe Keizersgracht 15hs | Rozet Sara Pels |
Nieuwe Keizersgracht 15-1 | Louis Papegaai Roza Papegaai – Wurms, Suze Papegaai, Wolf Papegaai. |
Nieuwe Keizersgracht 15-2 |
Maurits Grijsaart, |
Rozet Sara Pels
Rozet Sara Pels (Amsterdam, 15 maart 1924 – Sobibor, 4 juni 1943) was een dochter van Nathan Pels en Maria Annetta Bos (Amsterdam, 4 maart 1895 – Amsterdam, 25 januari 1929). Na het overlijden van Rozets moeder hertrouwde vader Nathan op 29 augustus 1931 met Cheiwa Sojfer (Nowo Konstantino, 19 januari 1907 – 11 augustus 1981). Rozet kreeg een jongere halfzus Sara (Amsterdam, 24 april 1932 – Sobibor, 7 mei 1943), die in het begin van de oorlog in Kinderhuis Colson op de Johannes Verhulststraat 45hs in Amsterdam woonde.
Rozet was ingeschreven op de Rapenburgerstraat 171 – het Joods meisjesweeshuis. Volgens de kaart van de Joodsche Raad was ze daar hulp in de schoonmaak en had ze haar diploma gehaald aan de Nijverheidsschool. Na de ontruiming van het meisjesweeshuis op 10 februari 1943 had Rozet geen werk meer. Op 14 mei 1943 werd Rozet ingeschreven op de Nieuwe Keizersgracht 15hs, bij naaister Rachel Acathan – Leon (Amsterdam, 28 mei 1890 – Auschwitz, 1 juli 1944), weduwe van Juda Lion Acathan (Amsterdam, 26 februari 1894 – Amsterdam, 29 december 1939). Rachel Acathan – Leon woonde op dit adres van 8 mei 1941 tot 6 juli 1943, op die dag verhuisde Rachel naar het Merwedeplein 53hs.
Of Rozet al voor 14 mei 1943 bij de weduwe Acathan introk, of tussen 10 februari en 14 mei 1943 elders verbleef, is niet bekend. Het huis op de Nieuwe Keizersgracht was, ondanks dat Rozet er officieel maar veertien dagen woonde, haar laatste adres in Amsterdam.
bron:
Kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130299642 (Martha GYZAN MAYER).
Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 626. https://www.online-begraafplaatsen.nl/zerken.asp?command=showpers&bgp=2580&char=S.
https://www.joodsamsterdam.nl/johannes-verhulsstraat/
Kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130352015 (Rozet S PELS).
Rachel Leon, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 502.
illustratie:
Rozet Sara Pels. Collectie Joods Museum, Amsterdam.
Het gezin Papegaai
Perser en banketbakker Louis Papegaai (Amsterdam, 2 oktober 1891 – Sobibor, 26 maart 1943) en Roza Wurms (Amsterdam, 24 augustus 1893 – Sobibor, 26 maart 1943) hadden vijf kinderen. Van deze vijf kinderen overleefde Jansje de oorlog. Met haar echtgenoot Julius Waldemar Winther (Antwerpen, 20 september 1912), met wie ze op 27 juni 1934 trouwde, vertrok Jansje in 1957 naar de Verenigde Staten en vestigde daar een gezin.
Louis en Roza hadden de volgende kinderen: Jacob (Amsterdam, 17 juli 1914 – Auschwitz, 30 september 1942), Jansje (Amsterdam, 6 maart 1917), Mietje (Amsterdam, 1 augustus 1919 – Sobibor, 2 juli 1943), Wolf (Amsterdam, 22 september 1922 – Midden-Europa, 31 maart 1944) en Suze (Amsterdam, – Sobibor, ). In het begin van de oorlog woonden Louis, Roza, Wolf en Suze op dit adres. Wolf werd op 17 september 1942 door de Sicherheitsdienst gearresteerd en sprong tijdens zijn arrestatie door een ruit van de Hortus. Hij raakte gewond aan zijn gezicht en been. Hij werd door de G.G. & G. D. verbonden. Op 7 november 1942 werd Wolf in Westerbork geregistreerd, in de zes tussenliggende weken heeft hij waarschijnlijk in Amsterdam opgesloten gezeten.
bron:
Jacob Papegaai, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 621 en Mietje Cohen Bromet, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2078.
Suze Papegaai, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 621 en Louis Papegaai, Stadsarchief Amsterdam, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 191.
Louis Papegaai, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/186955/louis-papegaai (geraadpleegd 5 november 2023.
Wolf Papegaai, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 621.
Wolf Papegaai, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6070.
Wolf Papegaai, Gezocht via Delpher, 11 augustus 2023. Papegaai PROX keizersgracht
Het gezin Grijsaart
Maurits Grijsaart (Amsterdam, 24 november 1907 – Auschwitz, 30 september 1942), zoon van Marcus Grijsaart en Judith Visser, was chauffeur. Op 15 november 1933 trouwde bij met Maria Zeeman (Antwerpen, 16 september 1910 – Auschwitz, 16 augustus 1942). Maurits en Maria kregen drie kinderen; Marcus (Amsterdam, 9 maart 1934 – Auschwitz, 16 augustus 1942), Simon (Amsterdam, 22 juli 1935 – Auschwitz, 16 augustus 1942) en Alexander (Amsterdam, 27 maart 1940 – Auschwitz, 16 augustus 1942).
Maurits Grijsaart komt voor in de registratie van de instelling van ‘Hulp aan Onbehuisden’ aan de Vosmaerstraat 1 in Amsterdam. Hij was er een van de ‘verpleegden’, verbleef daar in 1925. In de registratie is bovendien vermeld dat Maurits slager was, een beroep dat hij later niet meer uitoefende.
Op 2 of 3 september 1941 werd Maurits gearresteerd en naar het politiebureau op de Stadhouderskade 115 overgebracht. Zijn opsporing, aanhouding en voorgeleiding was verzocht. Er werd aangetekend dat deze arrestatie met de distributiewet te maken had. Het is niet bekend of hij toen gevangen werd gehouden of huiswaarts werd gezonden. Op 11 augustus 1942 werd hij in Westerbork geregistreerd en drie dagen later gedeporteerd naar Auschwitz met zijn gezin. Maurits werd geselecteerd voor werk, zijn gezin werd na aankomst vermoord.
bron:
Maurits Grijsaart, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2559.
Maurits Grijsaart, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 295.
Maurits Grijsaart, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6907 pagina 125/126.
Kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130297146 (Maurits GRIJSAART).
Tekst en foto Alexander Grijsaart, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/186946/alexander-grijsaart.
gepubliceerd:
30 augustus 2023
laatst bijgewerkt:
1 februari 2024