Nathan Judels werd geboren in Amsterdam op 17 maart 1815. Hij huwde met Hanna (Amsterdam, 16 juni 1817 – Amsterdam, 26 januari 1881), dochter van Mozes Saqui. Het echtpaar Judels had vier kinderen: Roset (Roosje) (Amsterdam, 29 juli 1839 – Amsterdam, 28 augustus 1911), Juda (Jules) (Amsterdam, 7 maart 1841 – Amsterdam, 16 juli 1874), Mozes (Amsterdam, 1 augustus 1843 – Amsterdam, 16 juli 1913) en Daniel (Amsterdam, 23 november 1845 – Amsterdam, 2 april 1847).
Nathan was een zeer populair toneelspeler.
Nathan was een kind in een groot gezin en werd in eerste instantie opgeleid tot musicus. Al tijdens zijn opleiding werd het nodig dat Nathan zelf ook geld ging verdienen. Hij werd in deze periode violist in het orkest van het toenmalige volkstheater “Het Huis ten Bosch” in de Nieuwe Kerkstraat, dat gestaan moet hebben bij de Fransche Manege (bij de Manegestraat). Daarna ging hij naar de schouwburg van Jan Gras; “De Franse Tuin” in de Elandstraat en hij speelde van 1831 – 1839 in de “Grand Salon” aan het Rokin (waar nu het pand van Arte et Amicitiae staat).
Inmiddels was het hem ook gelukt om het vak van toneelspeler onder de knie te krijgen en hij debuteerde in het toneelgezelschap van zijn latere schoonvader Saqui. Dit gezelschap speelde in de Hoogduitse Schouwburg, het latere Grand Theatre, in de Amstelstraat. Judels begon met toneelspelen in 1832.
In 1839 ging Judels over naar het Salon des Variétés aan de Nes. In deze periode werden de komische kwaliteiten van Judels ontdekt en hij werd al snel een zeer gewaardeerd komiek. ‘s-Winters speelde Judels in de Nes, ‘s-zomers reisde hij rond met zijn eigen gezelschap, waarin Pierre Boas, Salomon van Biene en Sam Kapper zaten.
Na een jaar of vijf ontstonden er problemen tussen dit gezelschap en de directeur van het Salon des Variétés en besloot Judels, met zijn gezelschap, om te vertrekken. Hij stichtte zijn eigen schouwburg, die op 26 augustus 1844 geopend werd op de Amstelstraat.
Van 1844 – 1879 was Judels directeur van deze schouwburg, samen met Pierre Boas (onder de naam Judels en Boas) en de laatste periode samen met Louis Bouwmeester. De grootste successen had Judels er als komiek, maar ook de toneelstukken waren vermaard.
Later kwamen de zangspelen van Offenbach in de mode en ook dit had Judels onder de knie.
In 1879 besloot Judels met pensioen te gaan, waar hij nog 24 jaar van heeft kunnen genieten.
Nathan Judels overleed in Amsterdam op 15 mei 1903. Hij werd begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.
bron:
Mendes da Costa, Judels in “Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek.
database Joods Biografisch Woordenboek
stamboom Muller http://wrmuller.home.xs4all.nl/ps06/ps06_320.htm (2 jan 2014)
Stadsarchief Amsterdam, Mozes Saqui, Bevolkingsregister 1853-1863, archiefnummer 5000, inventarisnummer 608
Stadsarchief Amsterdam, Nathan Judels, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 89
Stadsarchief Amsterdam, Nathan Judels, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2435
Stadsarchief Amsterdam, Nathan Judels, Bevolkingsregister 1851-1853, archiefnummer 5000, inventarisnummer 603, blad pagina 303
illustratie
Amsterdamse Figaro, 14 maart 1885
gepubliceerd:
2 mei 2016
laatst bijgewerkt:
7 december 2021