Ze zat bij Anne Frank in de klas, en ze ontmoetten elkaar weer in Bergen-Belsen, niet lang voordat Anne en Margot daar omkwamen, Nanette König-Blitz (Amsterdam, 6 april 1929). Nanette is nu 88 jaar en begon pas na haar zeventigste over de oorlog te praten.
De vader van Nanette, Martijn Willem Blitz (Amsterdam, 18 mei 1887 – Bergen-Belsen, 24 november 1944), was directielid bij de Amsterdamse Bank, haar moeder, Helene Victoria Davids (Kimberley, 31 januari 1901 – Beendorf, 10 april 1945), was uit Zuid-Afrika afkomstig. Verder had Nanette een broertje Willem en een broer Bernard Martijn. Willem (Amsterdam, 23 oktober 1932) had een hartafwijking en stierf toen hij vier jaar oud was op 19 november 1936. Broer Bernard Martijn (Amsterdam, 30 augustus 1927) ging op 4 december 1944 van Oranienburg naar Bergen-Belsen, waar hij voor of op 31 maart 1945 werd vermoord.
Het gezin woonde vanaf juni 1929 op de Van Baerlestraat 58-boven. Nanette was elf jaar oud toen de oorlog uitbrak en al snel veranderde haar leven grondig. Joodse kinderen moesten verplicht naar aparte scholen en Nanette werd overgeplaatst naar het Joods Lyceum op de Voormalige Stadstimmertuin. Ze kwam bij Anne Frank in de klas. Ze raakten bevriend, maar waren geen hartsvriendinnen. Nanette wordt zelfs in het dagboek genoemd, ze ‘kletste teveel’ volgens Anne.
Anne viel op in haar klas. Ze was voorlijk, intelligent en al geïnteresseerd in jongens. Toen Anne dertien werd, werd Nanette voor haar verjaardag uitgenodigd. Haar vader Otto draaide een reclamefilmpje over het maken van jam en de speelfilm Rin-tin-tin in het huis op het Merwedeplein. Het was een sensatie. Op die dag kreeg ze het dagboek; het dagboek dat zo beroemd zou worden. Het lag op tafel. Anne wilde schrijfster worden, dat wist ze toen al.
Ondergedoken
Dat Anne ondergedoken zat wist Nanette niet. En dat wist niemand van haar klasgenoten. Die klas was heel hecht, juist in deze bijzondere tijd. In het eerste jaar zaten er dertig kinderen in de klas, een jaar later nog maar zestien. De een na de ander verdween, waarheen wist men niet, maar de lessen werden steeds stiller.
Nanette en haar familie moesten eind september 1943 naar Westerbork. Ze sliepen op die dag nog. Er werd op de deur gehengst alsof ze hem wilden inbeuken. De deur werd opengedaan en daar stonden de nazi’s, die het gezin bedreigden en uitkafferden en ze moesten mee, met een minimum aan persoonlijke bezittingen. Via het Amstelstation naar Westerbork. De trein reed tot in het kamp. Op 15 februari 1944 gingen ze op transport naar Bergen-Belsen. Ze kwamen aan in Celle en moesten een uur lopen naar het kamp. Sinds Westerbork hadden ze niet meer gegeten…
Bergen-Belsen was een complex van kampen die van elkaar gescheiden waren door prikkeldraad. Het was er verschrikkelijk, en toch was het verschil tussen de secties van het kamp. Het gezin Blitz stond op de Palestina-lijst, de lijst van een groep Joden die konden worden uitgeruild voor Duitsers in het Britse mandaatgebied Palestina. Vader had het gezin daarop weten te krijgen en zijn beroep, én de afkomst van moeder, hadden daarbij geholpen. Daardoor hadden we het iets beter dan het allerslechtste deel van het kamp. Maar het was er heel slecht, in Bergen-Belsen stierf vader door uitputting aan een hartinfarct.
Er waren twee vrouwenkampen naast elkaar. In het ene zaten Nanette en haar moeder, in het andere zag Nanette opeens Anne en haar zus Margot lopen. Anne was zwaar vermagerd, zat onder de luizen en had een deken om zich heen. Dat de meisjes elkaar herkenden was bijna onmogelijk. Ze waren niet meer dan wandelende skeletten en worden niet meer dan dertig kilogram. Nanette kroop stiekem onder het prikkeldraad door en ging naar Anne. Anne vertelde hoe het haar de laatste jaren was vergaan. Dat ze waren ondergedoken, dat ze verraden waren en dat ze voor Bergen-Belsen in Auschwitz had gezeten. En ze vertelde over het dagboek, dat ze dat wilde gebruiken als bron, na de oorlog. Nanette en Anne bleven elkaar ontmoeten, tot de dood van Anne.
Op het moment dat de Engelsen Bergen-Belsen bevrijden heeft Nanette tyfus. Ze komt naar Nederland en blijft drie jaar in een sanatorium. Ze is de enige van het gezin die de oorlog overleefde. Na het sanatorium gaat ze naar Engeland, naar de opgespoorde familie van haar moeder. Daar leert ze haar man kennen, die met zijn familie uit Hongarije was gevlucht en die naar Brazilië wil om een nieuw bestaan op te bouwen. Nanette gaat mee.
Toen Nanette zeventig werd gebeurde het. Opeens moest ze alles vertellen over de oorlog. Het moest er uit. Ze spreekt er nu al jaren over. Ze gaat in Brazilië naar scholen, naar buurthuizen en naar de wijken en ze vertelt daar het verhaal. De Tweede Wereldoorlog zegt de Braziliaanse jongeren niet veel, maar wat uitsluiting betekent weten ze wel. Nanette vindt dat het haar plicht is om erover te vertellen en ze maakt zich zorgen om de ontwikkelingen in Nederland. “Wat er daar met de islamieten gebeurt, lijkt op wat wij Joden hebben meegemaakt. Je wordt in een hoek gedrukt en geïsoleerd. Mensen leren niets, helemaal niets van het verleden.” In Nederland is Nanette niet meer teruggekomen na haar vertrek: “ik ben nooit teruggegaan naar dat land, waar de meeste Joden (in West-Europa) vermoord werden. Ik vertrok zo snel mogelijk. Ik denk niet dat de Nederlanders ons wilden doden. Ze waren bang, en mensen die bang zijn doen bijna alles.”
bron:
www.joodsmonument.nl, lemmata familie Blitz (geraadpleegd 15 april 2017)
Stadsarchief Amsterdam, persoonkaart Martijn Willem Blitz
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Martijn Willem Blitz
Nanette König-Blitz, Ik overleefde de holocaust (Amsterdam 2017)
Nina Jurna, ‘Dat wij elkaar herkenden. Wij, twee skeletten’ in NRC, 17 april 2016
Cnaan Liphshiz, Anne Frank’s final days, as told by her former classmate’ in The Times of Israel, 14 april 2017
“Familiebericht”. “Algemeen Handelsblad“. Amsterdam, 24-10-1932. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010663599:mpeg21:a0209
Bernard Martijn Blitz, kaart Joodsche Raad, Arolsen Arcihves, 130261179 (Bernard M BLITZ)
illustratie:
“Familiebericht”. “Algemeen Handelsblad“. Amsterdam, 24-10-1932. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010663599:mpeg21:a0209
gepubliceerd:
15 april 2017
laatst bijgewerkt:
23 september 2022