Het Joodsch Symphonie Orkest (JSO) was een Nederlands symfonieorkest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bestond uit ruim zeventig Joodse musici, deels afkomstig van het Concertgebouworkest, die uitsluitend werken van joodse componisten mochten uitvoeren. Het orkest mocht alleen in de Hollandsche Schouwburg optreden, voor een uitsluitend joods publiek. Het orkest werd opgericht door Jan Goverts, nadat Lodewijk Ernst Visser voor die eer had bedankt. Omdat de Duitse bezetter er geen geld in wilde steken werd het orkest gefinancierd door Bernhard van Leer.
Van het Tweede Openings-Concert is er een overzicht terug te vinden van de samenstelling van het orkest. Daarnaast zijn er in de bronnen (oude kranten) met regelmaat solisten te vinden die tijdens een concert optraden. Een combinatie van beide komt tot meer dan 75 musici die, tijdens de 25 concerten die gegeven werden door het Joods Symphonie Orkest, betrokken zijn geweest. Wie in de kranten werden genoemd als solist heeft in onderstaand overzicht (solist) bij de naam staan; of dit solisten waren vanuit het eigen orkest of van buiten de organisatie is niet bekend.
Wie waren deze musici?
Eerste viool
Sam (Samuel) Swaap (Amsterdam, 15 oktober 1888 – Den Haag, 8 november 1971). Sam werd in 1908 eerste violist bij het Concertgebouworkest, waar hij ook als solist optrad. Twee jaar later werd hij docent aan genoemd het Conservatorium van Amsterdam. In de periode 1908-1913 trad hij negen keer op met het Concertgebouworkest (hij keerde in 1930 en 1931 nog twee keer terug). In 1913 was hij in Finland te vinden; hij werd er violist en concertmeester bij het Filharmonisch Orkest van Turku (Åbo). Na een jaar brak de Eerste Wereldoorlog uit en Sam kwam terug naar Nederland. Hij was violist, tweede concertmeester en bij gelegenheid dirigent bij het Residentie Orkest, waar hij in 1917 eerste concertmeester werd. Hij startte in die jaren de jeugdconcerten.
Er volgde vanaf 14 mei 1941 een onderbreking vanwege de Jodenvervolging in Nederland. Hij speelde nog enige tijd bij Het Joodsche Symphonie Orkest, waarvan het doek op 9 juli 1942 viel. Hij was met Leon Rudelsheim concertmeester van dit orkest. Swaap zat vanaf december 1942 zes maanden opgesloten in Huize De Biezen, rond mei 1943 werd hij gedeporteerd naar Kamp Westerbork en in september 1944 naar Theresienstadt. Hij werd via Zwitserland gerepatrieerd. In juli 1945 pakte hij de draad weer op en speelde tot zijn pensionering in 1948/1949.
Leon (Lion) Rudelsheim (Amsterdam, 4 juni 1896 – Amsterdam, 15 april 1956) was met Sam Swaap concertmeester van het Joodsch Symphonie Orkest. Lion werd geboren als zoon van Alexander Rudelsheim (Amsterdam, 26 mei 1869) en Ester Wijnberg (Amsterdam, 13 december 1869) en was gehuwd met Schoontje de Vries (Amsterdam, – Sobibor, ) van wie hij in 1919 scheidde. Lion hertrouwde in 1927 met Agnes de Korte (Antwerpen, 9 mei 1902 – Amsterdam, 6 februari 1943). In 1932 keerde Lion terug uit Kassel en ging in Amsterdam op de Amstellaan 64-3 (nu Vrijheidslaan) wonen, in augustus 1941 gingen Agnes en Lion wonen op de Amstellaan 64-1. Van 1947 tot 1953 was Lion gehuwd met Jacqueline Maud Mot. Lion had drie zoons, Alexander (Kassel, 17 maart 1928), Isidore (Kassel, 17 maart 1928) en Martin Albert (1948). Op de kaart van de Joodsche Raad is aangetekend dat Lion een Sperre had vanwege zijn gemengde huwelijk. Ook zat Lion een tijd in het Reserveringskamp in Barneveld. De Sperre verviel bij het overlijden van Agnes in 1943, of Lion toen in de onderduik ging is niet bekend.
Zoltán Székely (Kocs, 8 december 1903 – Banff, 5 oktober 2001) was een van oorsprong Hongaars violist, componist en muziekpedagoog. Hij was vanaf de jaren twintig actief in Nederland. Het Vioolconcert nr. 2 (Bartók) was aan Székely opgedragen en ging in 1939 in het Amsterdamse Concertgebouw in première, met Székely als violist. Hij was vanaf 1 september 1940 als opvolger van Ferdinand Helmann tot en met 1 september 1942 concertmeester bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Het orkest kreeg te maken met arisering op bevel van de bezetter. Hij behoorde niet bij de eerste groep van zestien musici die werden ontslagen; hij gaf op dat hij niet-Joods was. In 1942 werd ontdekt dat hij Joodse voorouders had en werd alsnog ontslagen.
Jo (Joël) Hekster (Amsterdam, 18 juni 1907 – 13 augustus 1978). Joël Hekster was een zoon van Simon Hekster (Amsterdam, 16 mei 1881 – Amsterdam, 4 november 1929) en Rebecca Blitz (Amsterdam, 18 maart 1880 – Amsterdam, 23 januari 1932). In het gezin waren er vier kinderen, naast Joël Debora (Amsterdam, 16 januari 1909 – Auschwitz, 1 oktober 1942), Johanna (Amsterdam, 11 februari 1913 – Auschwitz, 29 juli 1942) en Frederik (Amsterdam, 23 februari 1924 – Auschwitz, 30 september 1942).
Joël trouwde op 26 september 1934 met Elfriede Luise Bickel (Offenbach, 3 juni 1908). In september 1939 ging het echtpaar op de Parnassusweg 33-2 wonen.
Jacob van der Woude zal eerst in het Residentie Orkest en was concertmeester van het AVRO omroeporkest.
Herman Bril (Rotterdam, 25 september 1896 – Rotterdam, 27 juni 1962). Herman Bril was een zoon van Leentje Slier en Willem Bril en huwde op 1 oktober 1919 met de katholieke Eugenie Helms (Rotterdam, 24 augustus 1900). Zij hadden een zoon Willem (Rotterdam, 15 juni 1920). Het gezin Bril woonde vanaf 1935 op de Kruiskade 67a.
Arnold Bronkhorst (Amsterdam, – Sobibor, ). Arnold had tijdens de oorlog een Sperre omdat hij lid was van de Ordedienst bij de Joodsche Raad op de Nieuwe Keizersgracht 58, het hoofdkantoor. Voor zijn ontslag werkte Arnold bij het VARA-orkest in Hilversum. Hij had een einddiploma van het Conservatorium en een Prix d’Excellence. Arnold werd op 29 juli 1943 in Westerbork geregistreerd en ging op 6 juli 1943 op transport naar Sobibor.
Samuel de Gorter (Amsterdam, – Sobibor, ). Samuel de Gorter was een zoon van diamantslijper Isaac de Gorter (1868) en Engeltje Sons (1866) en hij huwde op 19 februari 1919 met Elisabeth Witteboon (Amsterdam, – Auschwitz, ). Zij hadden twee kinderen; Isaäc Samuel (Amsterdam, – Sobibor, ) en Rosette Elisabeth (Amsterdam, – Sobibor, ) en het gezin woonden op de Calandstraat 7 in Hilversum.
Louis Sons (Den Haag, 6 februari 1912 – Scheveningen, 22 oktober 1986). Louis was een zoon van Joseph Sons (1884) en Mietje Winkel (1885) en was gehuwd met Christina Gerarda Maria Vaissier (Den Haag, 11 mei 1918) en speelde onder andere bij het Residentie Orkest.
Ephraim Waterman (Frits Waterman, Amsterdam, 1 februari 1906 – Amsterdam, 19 oktober 1970). Van 1950 tot zijn overlijden was hij tweede violist bij het Concertgebouworkest. Zoon van Joel Waterman (1880-1943) en Sophie Bril (1885-1942) en gehuwd met Keetje Reens (1909 – 1975).
Evalina Schuyer – Salzedo (Eveline Lopez-Salzedo, Amsterdam, – Sobibor, ), echtgenote van cellist Louis Schuijer (Den Haag, – Sobibor, ) met wie ze op 4 juni 1941 in Utrecht huwde. Evalina Salzedo was een dochter van Isaäc Salzedo en Sophia Poppers. In het begin van de bezetting woonden Isaäc en Evalina op de F. C. Donderstraat 20 in Utrecht.
Levie Teeboom (Rotterdam, – Hilversum, ). Levie was een zoon van uitdrager Abraham Teeboom (Amsterdam, 14 januari 1863) en Hester Knap (Rotterdam, 22 december 1871) en woonde voor de bezetting in Rotterdam, waar hij in 1935 op de Delftschestraat werd ingeschreven. Levie was gehuwd met Clara Teeboom (Amsterdam, – Auschwitz, ), in het begin van de bezetting woonden Levie en Clara op de Van Ostadestraat 364-2 in Amsterdam. De Delftschestraat lag binnen de brandgrens van het bombardement van 14 mei 1940. In zijn jeugd woonde Levie onder andere op de Breedestraat 51a in Rotterdam.
H. de Haas
Herman Leydesdorff (solist) (1891 – 1985)
Tweede viool
Samuel (Sam) Tromp (Groningen, 25 januari 1902 – Amsterdam, 11 oktober 1987). Sam was een zoon van Arend Tromp (1860-1909) en Aaltje van Dam (1868-1919). Hij huwde in 1926 met Betje de Swaan (1902-1949) en hertrouwde in 1952 met Sara Frank (1912-2015). Samuel heeft tijdens de bezetting in Barneveld gezeten,
Salomon (Sal) Hartog Snijder (Amsterdam, 24 juli 1898 – Amsterdam, 3 september 1950). Salomon was een zoon van Naatje Kunstenaar en Leendert Mozes Salomon Snijder. Sal Snijder trouwde in 1926 met Henriëtte Rodrigues. Sal was lid van het orkest en door het Plan Frederiks genoot hij enige bescherming voor deportatie. Hij kwam terecht in De Schaffelaar in Barneveld, maar al snel werd de groep musici die daar aanwezig waren naar Westerbork gestuurd. Sal werd naar Theresienstadt gedeporteerd en overleefde de oorlog.
Louis Pens (Amsterdam 28 juli 1900 – Amsterdam, 28 juli 1955). Louis was een zoon van Naatje Jacobs en Samuel Pens. Hij trouwde in 1930 getrouwd met Helena Agnes Scholte. Voor zover bekend hadden zij, jarenlang wonend aan de Van Woustraat 170 in Amsterdam, geen kinderen.
Joseph Koen (Amsterdam, 23 maart 1899 – Amsterdam, 17 maart 1974). Joseph, roepnaam Joop, was zoon van Marianne van der Zijl en diamantbewerker Hartog Koen. Hij was kortstondig getrouwd met Catharina Smit en vanaf 1934 tot haar overlijden in 1965 met verpleegster in het Binnengasthuis en Wilhelminagasthuis Neeltje Maria Cornelia Carton. Het echtpaar woonde vanaf 1937 aan de Van Breestraat, om de hoek bij het Concertgebouw. Koen was een van de zestien leden van het Concertgebouworkest, waar hij speelde, die op 1 september 1941 ontslag kreeg aangezegd vanwege de arisering van het orkest onder het nazi-regime. Joodse musici mochten geen deel meer uitmaken van het (culturele) leven. Koen werd vermoedelijk daarna via het Plan-Frederiks ondergebracht in een reserveringskamp in Barneveld. Koen werd even later toch via Kamp Westerbork gedeporteerd naar Theresienstadt.
Siegfried Jacques de Boer (Amsterdam, 6 maart 1907 – Haifa, 21 mei 1983). Siegfried Jacques de Boer trouwde op 21 november 1940 met Selma Monasch (Den Bosch, 28 juli 1906).
Siegfried was tussen 1 september 1930 en 1 september 1961 violist binnen de tweede violisten van het Concertgebouworkest. Dit werd vanaf 1 september 1941 onderbroken toen Joodse musici op last van het nazi-regime geen deel meer mochten uitmaken van het culturele leven. Siegfried vond in die periode onderdak bij het Joodsch Symphonie Orkest. Na de opheffing van het orkest hadden leden van het orkest enige bescherming kregen via het Plan-Frederiks. Siegfried werd ondergebracht in het reserveringskamp aan de Stationsweg 2 in Barneveld. Deze bescherming verviel en de leden van de groep werden gedeporteerd naar Kamp Westerbork en Theresienstadt. De Boer en zijn vrouw, die eerste verzorgster bij sociale zaken bij de Joodse Raad voor Amsterdam was geweest, overleefden dat. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Siegfried terug in het orkest. In 1955 vierde hij er zijn 25-jarig jubileum; in 1961 ging hij met pensioen.
Simon Furth. Simon Furth werd op 19 december 1912 in Amsterdam geboren. Hij was leerling diamantbewerker, speelde uitstekend viool en had les van Ferdinand Helmann, eerste concertmeester van het Concertgebouworkest. In 1935 trouwde hij met de Joodse kantoorbediende Elisabeth Papier en in hetzelfde jaar werd hij violist bij het Concertgebouworkest. In april 1941 werden de Joodse orkestleden door het nationaalsocialistische Departement Volksvoorlichting en Kunsten gedwongen hun werkzaamheden in het Concertgebouworkest te staken, vanwege de zogenaamde ‘arisering’. Simon Furth werd op 18 mei 1943 op transport gesteld van Westerbork naar Sobibor en daar op 21 mei 1943 vermoord. Zijn vrouw overleefde de oorlog.
Elkan Hangjas (Leiden, – Auschwitz, ). Hij trouwde met Sara Hildegard Lachs (Hochkirchen, – Auschwitz, ) en zij woonden in het begin van de oorlog op de Daendelsstraat 46 in Den Haag. Elkan en Sara werden in oktober 1942 in Westerbork geregistreerd.
Frits Schrijver (Maastricht, – Velp, ). Hij was gehuwd met Jeannette Boers (Arnhem, – Auschwitz, ). Frits Schrijver verzorgde tijdens de bezetting vioollessen vanaf de Iepenweg 11 te Amsterdam. Zijn woonadres was de Dullertstraat 6 te Arnhem.
E. Elias
Levie van der Sluis (Rotterdam, 28 oktober 1904 – Auschwitz, 30 september 1942) speelde, tot dat verboden werd, bij het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. Levie was gehuwd met Elisabeth Bosman (Rotterdam, 5 januari 1906 – Auschwitz, 30 september 1942) en zij hadden een zoon Jacob (Rotterdam, 20 januari 1940 – Auschwitz, 9 augustus 1942). Vanaf september 1938 woonde het gezin op de Voorburgstraat 150b in Rotterdam.
R. Silberman
Nathan Manuel Slier (Rotterdam, – Auschwitz, ). Nathan was de jongste zoon van meubelmaker Salomon Slier (Rotterdam, 20 februari 1876 – Auschwitz, 15 oktober 1942) en Sara van Arend (Rotterdam, 14 juni 1876 – Rotterdam, 27 april 1907). Het gezin woonde op verschillende achtereenvolgende adressen in de binnenstad van Rotterdam. Na het bombardement van 14 mei 1940 kwamen ze op het Noordereiland wonen, op de Van der Takstraat 18 (huidig nummer 50). Nathan trouwde op 25 augustus 1928 met bontwerkster Hendrika Tukkie (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hun laatste adres in Amsterdam was de Utrechtsedwarsstraat 65. Op 25 mei 1943 werden Nathan en Hendrika in Westerbork geregistreerd. Op 15 maart 1943 werden ze gedeporteerd naar Bergen-Belsen en in oktober 1944 vanuit Bergen-Belsen naar Auschwitz.
Alt
A. Baune. Vermoedelijk was dit violist Alexander Baune (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hij was gehuwd met Rebecca Sarfaty (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij hadden twee kinderen; Mirjam (Amsterdam, – Sobibor, ) en Edwin (Hilversum, – Sobibor, ). Het gezin woonde in het begin van de bezetting op de Emmastraat 38a in Hilversum.
A. van der Star
L. Blom
M. Snijders
Louis Liepman van der Hak (Groningen, 23 augustus 1911) altviolist. Zoon van Moritz van der Hak (Appingedam, 28 maart 1882 – Auschwitz, 12 oktober 1942) en Aaltje van den Berg (Groningen, 8 juni 1872 – Auschwitz, 12 oktober 1942). Louis was gemengd gehuwd met overleefde de oorlog en speelde voor de oorlog in de Groninger Orkest Vereniging en na de oorlog in het Noordelijk Ritmisch Strijkorkest en het Noordelijk Filharmonisch Orkest.
Jacques Muller (volgens de opsomming het het tweede concert A. Muller) was een altviolist. Jacques (Amsterdam, – Auschwitz, ) speelde in 1939 in het Utrechts Stedelijk Orkest. Daarna was hij altviolist in het Concertgebouworkest in Amsterdam. Jacques woonde in het begin van de bezetting op de Reitdiepstraat 8-3 in Amsterdam.
S. Polak
Cello
Louis Schuijer (Den Haag, 23 mei 1901 – Sobibor, 11 juni 1943). Louis was een zoon van componist Samuel Schuijer en Elisabeth Alder (1869-1933). Hij had talent voor de cello en kreeg les van zijn vader en andere leraren in Den Haag. Hij bezocht het conservatorium in Amsterdam, speelde omstreeks 1923 in het Residentie Strijkkwartet met onder anderen zijn vader, en speelde regelmatig voor de radio. In de tweede helft van de jaren dertig speelde hij in het Utrechts Stedelijk Orkest.
Max Rodriguez (29 januari 1907 – 4 mei 1991). Rond 1928 speelde Max in het Utrechts Stedelijk Orkest en hij werd cellist van het Concertgebouworkest. In januari 1957 trouwde Max met Hedwig Vermaas.
Andries de Swarte (Amsterdam, 15 april 1903 – Sobibor, 9 juli 1943). Cellist Andries de Swarte, werd in 1941 ontslagen vanwege de maatregelen van de nazi’s uit de Arnhemse Orkest Vereniging (AOV). Andries was gehuwd met Marianne de Leeuwe (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij hadden twee kinderen; Louis (Arnhem, – Sobibor, ) en Vrouwtje Geertje (Arnhem, – Sobibor, ). Het gezin woonde tijdens de bezetting in Arnhem, op de Sonsbeeksingel 51.
Abraham van Zanten (Rotterdam, – Sobibor, ). Abraham van Zanten was een zoon van Nathan van Zanten en Elizabeth Peper. Hij was net als zijn zus Veronika een begaafd musicus. Volgens de overlevering speelde Abraham al op jeugdige leeftijd in het Concertgebouworkest. Bram woonde met zijn vrouw Roosje Mol (Rotterdam, – Sobibor, ) in 1942 op de Hugo Molenaarstraat 3 in Rotterdam en gaf toen cello lessen.
Godfried Zeelander (Amsterdam, 9 januari 1887 – Auschwitz, 10 september 1942). Godfried Zeelander woonde tijdens de oorlog op de Minervalaan 49-2 in Amsterdam met zijn vrouw Eva Friedländer (Schweidnitz, – Auschwitz, ) en hun dochter Marianne Henriette (Berlijn, – Auschwitz, ). Eva en Godfried trouwden op 7 mei 1919 in Berlijn en woonden in Berlijn – Schöneberg. Ze werden op 17 februari 1939 in Amsterdam ingeschreven en gingen in eerste instantie op de Oranje Nassaulaan 9hs wonen, vanaf 4 augustus 1939 op de Minervalaan.
Abraham (Bram) Oberstein (Rotterdam, 30 april 1897 – Sobibor, 4 juni 1943) was een zoon van boekdrukker Gersen Oberstein (Wollena, – Auschwitz, ) en Pesse Cappe (Wollia, Rusland, 12 maart 1861 – Rotterdam, 19 februari 1931) en hij was gehuwd met pianiste Eva van der Kloot (Den Haag, – Auschwitz, ). Zij hadden twee zonen; Hans (Rotterdam, – Midden-Europa, ) en Gerzon (Den Haag, – Auschwitz, ).
E. Léons. Vermoedelijk gaat het hier om violoncellist Eliazar Leons (Den Haag, – Auschwitz, ) die als Eddy Leons ook speelde bij het Joods Orkest in Den Haag. Al eerder werd hij in kranten genoemd, zo speelde Eddy in 1924 bij een concert van Harpe Davids in Den Haag. Eddy woonde in het begin van de bezetting met zijn echtgenote Anna Betty Henriëtte Sternfeld (Den Haag, – Auschwitz, ) op de Kempstraat 14 in Den Haag.
Charles Juda (Amsterdam, 5 mei 1920 – Polen, 31 maart 1944). Charles was een van de jongste musici uit het orkest. Hij was een zoon van Meijer Juda en Leentje Snoek. Zij hadden drie kinderen waarvan twee de oorlog overleefden. Charles had een Sperre aangezien hij muziekleraar was. Later tijdens de oorlog was hij ondergedoken en werd na verraad opgepakt. Charles werd op 25 september 1943 in Westerbork geregistreerd en kwam in een van de strafbarakken, Barak 67, terecht. Op 19 oktober 1943 werd Charles gedeporteerd.
Contrabas
Simon Gomperts (Amsterdam, – Auschwitz, ). Simon Gomperts was de oudste van de acht kinderen uit het muzikale gezin van Aäron Gompertz en Hester van Leeuwen. Hij werd geboren in de Lepelstraat in Amsterdam. De muzikaliteit uitte zich bij Simon in zijn beroepskeuze: hij bespeelde de contrabas en vanaf 1927 tot 1941 was hij lid van het Amsterdamse Concertgebouworkest.
Simon trouwde op 28 Augustus 1918 in Amsterdam met Thérèse Biederman. Thérèse werd op 18 maart 1888 in Amsterdam geboren als een dochter van Maijer Markus Biederman en Justine Kann. Thérèse en Simon hadden geen kinderen. Op 18 oktober 1935 ging het echtpaar op de Maasstraat 114-1 wonen, waar ze tot in het begin van de bezetting woonden.
S. Gotlib, vermoedelijk was dit Salomon Gotlib (Rotterdam, – Auschwitz,
Abraham Aaron Gompertz (Den Haag, – Auschwitz, ).
L. Groen
J. Gokkes
J. Sternfeld
Fluit
S. Poons
J. Blitz
Pinehas Swaab (Amsterdam, – Auschwitz, ). Pinehas was een zoon van Kaatje Klerk (Amsterdam, – Westerbork, ) en Jesaias Swaab (Amsterdam, – Watergraafsmeer, ) en hij was gehuwd met Aaltje Stern (Amsterdam, – Auschwitz, ). Aaltje en Pinehas hadden twee kinderen, Benjamin Jacques (Amsterdam, 18 juli 1915 – Den Haag, 18 februari 2010) en Jacques (Den Haag, – Auschwitz, ). In het begin van de bezetting woonde het gezin op de Voorthuizenstraat 138 in Den Haag.
Hobo
S. Zilverberg mogelijk Samuel Zilverberg (Coevorden, 30 september 1905 – Naarden, 2 september 1971). Volgens zijn archiefkaart was hij musicus, violist.
M. L. Spier
Abraham (Bram) Blez (Amsterdam, 17 januari 1901 – Israël, 1968).
Clarinette
J. Davidson
L. van der Molen
Meyer Wery (Rotterdam, 24 januari 1892 – Rotterdam, 12 oktober 1978). Meijer Wery (Werij) werd op 24 januari 1892 in Rotterdam geboren als zoon van de Rooms-katholieke kermisreiziger Eduard Werij (Puttershoek, 30 mei 1854 – Apeldoorn, 14 februari 1931) en de Joodse Betje Swaab (Amersfoort, 17 januari 1859 – Auschwitz, 19 oktober 1942). Meijer stamde uit een zeer muzikale familie, al zijn broers stonden ingeschreven bij de Burgerlijke Stand als musicus.
Meijer trouwde met onderwijzeres Sara de Leeuw (Rotterdam, 5 augustus 1892 – Rotterdam, 27 juli 1933) en zij kregen een zoon Iwan (Rotterdam, 6 mei 1923 – Midden-Europa, 21 januari 1945).
Fagot
David Meyer (Rotterdam, – Den Haag, ). David Meijer was het enige kind van Mozes Benjamin Meijer (1882) en Leentje Sanders (1878) en woonde in zijn vroege jeugd op de Breedestraat 57b, daarna de Vondelstraat 16b en daarna de Kipstraat. Hij trouwde op 8 november 1933 in Den Haag met Elizabeth Kozel (Den Haag, 29 oktober 1907). David Meijer was docent aan het Koninklijk Conservatorium van 1938 tot 1941 en vervolgens van 1945 tot 1969. In de jaren 1941-1942 was hij fagottist bij het Joods Symphonie Orkest in Amsterdam. Na de oorlog speelde hij tot zijn dood in het Residentie Orkest als eerste fagottist. David overleed op 21 maart 1969, op 58-jarige leeftijd, ten gevolge van een verkeersongeval.
Louis Salomons (Amsterdam, 15 juli 1921 – Naarden, 24 december 1970). Op de Tolstraat 29 werd op 15 juli 1921 fagottist Louis Salomons geboren als zoon van Henri Salomons en Christina Schraagé.
M. Rood. Vermoedelijk was dit Marcus (Max) Rood (Den Haag, 16 januari 1880 – Amsterdam, 26 november 1951). Max was een zoon van Louis Rood en Naatje Spiero en was getrouwd met Rika Smeer (Schoterland, 30 augustus 1881 – Utrecht, 3 oktober 1946). Het Joodse echtpaar kreeg twee dochters, Engel en Naatje. Alle vier wisten de Tweede Wereldoorlog te overleven. Max overleefde de oorlog in de onderduik in Friesland. Max woonde in zijn eerste jaren op de Breedestraat 57b in Rotterdam.
Hoorn
J. van Kreveld
M. Lachmann (Hans, Heinz Adolf) (Berlijn, 7 maart 1906 – 27 juni 1990). Heinz Lachmann liet zich in Nederland Hans noemen. Hij was een zoon van huisarts Siegmund Lachmann en Emma Löwy en huwde in 1931 met illustratrice Tea Warszawski. Zij kregen een zoon. Hans was componist, trombonist, jazzmusicus en organist Liberale Joodse Gemeente Amsterdam.
E. Léons
J. van den Berg
S. Polak
Trompet
Joseph (Jo) Sloghem (Amsterdam, 30 mei 1890 – Amsterdam, 1 juli 1974).
M. Pruym
Samson (Lex) van Weren (Den Haag, 13 maart 1920 – Amsterdam, 31 juli 1996).
H. de Haas
Trombone
Emanuel Haagman (Den Haag, 18 februari 1887 – Amsterdam, 14 mei 1976). Emanuel werd als Joods orkestlid tussen 1941 en 1945 uit het Concertgebouworkest verwijderd en was ondergedoken bij zijn collega tubaïst Adriaan Boorsma. In 1945 keerde Emanuel weer bij het orkest terug.
N. Slier
H. Poons
Tuba
J. de Vries
Pauken – Slagwerk
H. Bing
J. Mulder
Simon de Leeuwe (Rotterdam, 26 februari 1911 – Emmen, 17 april 2001).
J. Stokvis
Harp
Rozalie (Rosa) Spier (Den Haag, 7 november 1891 – Amsterdam, 8 juli 1967). Rosa Spier studeerde harp op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Zij gaf haar eerste recital al op dertienjarige leeftijd. Na verdere studies bij Otto Müller, solo harpist van de Berliner Philharmoniker, kreeg zij een aanstelling bij het Residentie Orkest. Van 1925 tot 1935 was zij zelfstandig werkzaam als soliste en muziekdocente. In 1932 werd zij benoemd tot solo harpiste bij het Concertgebouw Orkest. Rond september 1941 speelde ze enige tijd bij het Joodsch Symphonie Orkest. Ze stond op de lijst van Frederiks en kwam terecht op Landgoed Schaffelaar in Barneveld en van daaruit in concentratiekamp Kamp Westerbork. In september 1944 werd Rosa op transport gesteld naar Theresienstadt. In februari 1945 werd ze uitgewisseld en ging ze naar Zwitserland vertrekken. Na de bevrijding was zij verbonden aan Radio Philharmonisch Orkest.
Piano
Paul Frenkel (Kischinef, Moldavië, 22 mei 1891 – Amsterdam, 11 december 1975). Paul woonde sinds 1923 in Den Haag. In 1928 werd hij genaturaliseerd tot Nederlander. Frenkel was leider van het Hollandsche Sextet, hoofdleraar aan het Conservatorium te Rotterdam en adjunct-directeur van het Amsterdams Conservatorium. Hij huwde op 3 april 1923 met Johanna Catharina Hildegonda van der Meulen (Den Haag, 25 december 1898) en hertrouwde op 20 augustus 1936 met Annette Maria Cobée (Posso, Nederlandsch Indië, 14 juni 1910). Paul had twee kinderen, Lubov en Michael Theodor.
Olga Moskowsky-Elias (solist) (Amsterdam, – Sobibor, ). Olga was een dochter van Paul Marcus Elias (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Elsa Hennig (Berlijn, – Den Haag, ). Olga was getrouwd met Alexander Moskowsky, violist in het Hongaars strijkkwartet. Er is een gedenksteen voor Olga Elias opgericht in voormalig kamp Sobibor.
Stevan (Stephan) Bergmann (solist) (Koslau, Oostenrijk, 24 augustus 1903 – 1983).
Imre Ungár (solist) (Boedapest, 23 januari 1909 – Boedapest, 22 november 1972). Vanaf zijn derde jaar was Imre, zoon van Ábrahám (1875-1938) en Hermina Katzburg, blind. Tijdens zijn verblijf in Amsterdam woonde Imre en zijn vrouw Ilona Gelléri (10 januari 1908) tijdelijk in Hotel Rijswijk op het Damrak 50, later op de Roerstraat 20. De kaart van de Joodsche Raad van Imre geeft bij bijzonderheden ‘pracht mens en een groot kunstenaar’ en dat Imre en Ilona op 18 maart 1943 teruggingen naar Boedapest.
Marjo Tal (solist) (Den Haag , 15 januari 1915 – Jeruzalem, 26 augustus 2006).
Fania (Fanja) Chapiro (solist) (Soerabaja, 10 juni 1926 – Hilversum, 6 december 1994). Fanja was een dochter van de Joodse vioolleraar Naum Chapiro (Kulików, Polen (nu Куликів, Oekraïne) en Dorothea Cornelia Mulié. Zij vestigden zich in 1939 in Den Haag, daarvoor woonden ze in Parijs. Op 30 juni 1953 trouwde Fanja met Ernest Goldstern (München, 24 december 1923). Fanja had een uitzonderlijk muzikaal talent en haar ouders deden alles om dit te stimuleren. Nog maar negen jaar oud schreef Fanja in haar dagboek: ‘Ik heb besloten om een componiste te worden en een geweldige pianiste’. De oorlog belemmerde haar carrière hoewel ze ook toen, bij de optredens voor het Joodsch Symphonie Orkest, als bijzonder talent naar voren werd gebracht.
Zang
Hermann Schey (solist en zangleraar) (Bunzlau, Silezië, 8 november 1895 – Stäfa, Zwitserland, 21 augustus 1991). Hermann woonde op de Milletstraat 19-3 in Amsterdam. Hermann had volgens de kaart van de Joodsche Raad een Sperre vanwege zijn gemengde huwelijk. Zijn eerste vrouw, Edith Fromberg (Berlijn, 4 mei 1899) overleed volgens de archiefkaart bij het Stadsarchief in Amsterdam op 30 mei 1938 te Londen en Hermann hertrouwde op 10 juli 1970 met Cilla Elisabeth Stutz (Basel, 7 oktober 1920. Hermann had een zoon; Konrad Bernard Georg.
Regina Estella (Ré) Koster (solist) (Haarlem, 14 juli 1900 – Laren (Noord-Holland), 29 oktober 1996). Ré was mezzosopraan en zangpedagoge. Ze was een dochter van Herman Koster en Hendrika Hagens. Haar ouders namen haar mee naar concerten in Haarlem, zeker als het Concertgebouworkest kwam spelen. Ze herinnerde een Gustav Mahlerconcert onder leiding van Willem Mengelberg in 1911. Zelf zou ze vier keer optreden met dat orkest onder leiding van Eduard van Beinum en woonde enige tijd om de hoek bij het Concertgebouw. Ré haar muziekopleiding in Parijs bij Marya Freund en in Milaan bij Lalatesta en Sila Conti Varesi. Zij had een internationale zangcarrière waarbij ze voornamelijk liederen van hedendaagse componisten zong. Zo maakte ze haar debuut (1927) met liederen van Hugo Wolf.
Judith Toff (solist) (Veendam, 13 september 1907 – Sobibór, 4 juni 1943) was een dochter van slager Benjamin Tof en Hanna Woudstra. Judith werd geboren als Judik Tof. In 1927 trad ze voor het eerst op als mezzosopraan. In 1929 verhuisde Judith naar Amsterdam om verder te studeren aan het Conservatorium. In 1934 studeerde ze af. Een jaar later debuteerde ze op de radio voor de AVRO. In de jaren daarna trad Toff veelvuldig op als zangeres. Haar laatste grote concert was kort na de Duitse inval in mei 1940.
Op 15 juni 1942 huwde Judith met Jacob Sluijs (Amsterdam, – Sobibor,
Paula Lindberg (Paula Levy) (Frankenthal, 21 december 1897 – Amsterdam, 17 april 2000) (solist).
Paula was een dochter van Lazarus Levi (1862-1919), leraar klassieke talen, en Sophia Maijer (1872-1930). Paula Levi trouwde op 4 september 1930 in Berlijn met Albert Salomon (1883-1976), chirurg. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Paula Lindberg kreeg grote bekendheid als lied-, oratorium- en operazangeres. In de jaren 1928-1933 zong ze in alle grote Duitse steden, maar ook in Bayreuth en Rome, onder dirigenten als Furtwängler, Toscanini, Klemperer en Erich Kleiber. Van een liederencyclus van Igor Stravinsky gaf ze de eerste uitvoering en Paul Hindemith droeg een compositie aan haar op. Ook gaf ze kerkconcerten met Albert Schweitzer aan het orgel. Naast haar optredens werkte ze met grote arbeiderskoren – ze vond het belangrijk de zangkunst te verbinden aan haar sociaaldemocratische denkbeelden. Eind jaren twintig ontmoette de arts Albert Salomon, een weduwnaar met wie zij in 1930 trouwde. Met hem en zijn dochter Charlotte (1917-1943) leidde ze, zoals ze zelf zei, een ‘joods leven’. Professioneel bleef ze zich Paula Lindberg noemen.
Na de Kristallnacht (9 november 1938) werd Albert Salomon opgepakt en overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen, waaruit hij na enige maanden op voorspraak van invloedrijke collega’s van Paula vrijkwam. Hij was volkomen verzwakt. Omdat kinderen tot en met de leeftijd van 21 jaar Duitsland vrij konden verlaten, stuurden de Salomons dochter Charlotte – nog net geen 22 – naar haar grootouders in het zuiden van Frankrijk. Zelf wisten ze in maart 1939 Duitsland te ontvluchten. Zij hadden emigratiepapieren voor de VS bij zich, maar strandden in Nederland en vonden tijdelijk onderdak bij Kurt Singer, die al in Amsterdam zat. Toen Nederland bezet werd, waren zij opnieuw in gevaar. Behalve op huisconcerten trad Paula eind 1941 ook op met het Nieuw Joods Kamerorkest in de Joodsche Schouwburg (voorheen de Hollandsche Schouwburg). Vermoedelijk in 1943 doken de Salomons onder, maar bij een razzia werden ze opgepakt en overgebracht naar Kamp Westerbork, waaruit ze later wisten te ontsnappen. Na een tocht langs vele schuiladressen belandden ze tenslotte in Limburg, waar ze in 1944 bevrijd werden.
Orgel
Barend (Bernard) Drukker (solist) (Amsterdam, 1 januari 1910 – Velp, 13 december 1992). Barend was gehuwd met Martha Estella Veerman (Amsterdam, – Auschwitz, ) en zij hadden drie kinderen; Rosette Dorine, Shira en Miriam.
Na het volgen van het Amsterdams Muzieklyceum (piano), werd Bernard Drukker in 1925 tweede organist en pianobegeleider in het Tuschinski Theater. In 1926 ging hij naar Cinema Royal. Drukker werkte mee aan de concerten die de Engelse radiofabriek Kolster-Brandes organiseerde voor luisteraars in Engeland op zondagen, als de BBC niet mocht uitzenden. Een maand lang werkte hij als repetitor in de Parijse Folies Bergères. In 1927 kreeg hij een aantal privélessen van pianist Vladimir Horowitz. In 1928 deed hij examen solospel aan het Amsterdams Conservatorium. In 1933 kreeg hij in Wenen hiervoor de doctorstitel. Tijdens de oorlog vormde hij het Groot Joodsch Amusementorkest. In 1942 ging Drukker met zijn gezin in de onderduik. Bernard overleeft als enige de oorlog. Nog ondergronds begon hij met zijn studie medicijnen, die hij afrondde met het doctoraal examen.
Het Joodsch Symphonie Orkest heeft 25 concerten gegeven vanuit de Joodsche Schouwburg (Hollandse Schouwburg) aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam. Vanaf juli 1942 werd de schouwburg gebruikt als doorvoerplek. Gevangenen wachten hier dagen- of wekenlang op hun deportatie (via Westerbork) naar het oosten.
Verder lezen?
Het Joodsch Symphonie Orkest
bron:
Samuel de Gorter, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130295557 (Samuel DE GORTER).
Nathan Manuel Slier, Joods Biografisch Woordenboek, http://www.jodeninnederland.nl/id/P-7198 (geraadpleegd 9 oktober 2024).
Andries de Swarte, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 797.
Godfried Zeelander, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 959.
Abraham Oberstein, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 600.
Charles Juda, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 402.
Simon Gompertz, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/227167/simon-gomperts (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Abraham Aaron Gompertz, Joodsmonument.nl, Den Haag, – Auschwitz, (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Heinz Adolf Lachmann, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 482.
Joseph Sloghem, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 747.
Lex van Weren, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 913.
Herman Schey, https://401dutchdivas.nl/bassen/357-hermann-schey.html (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Regina Estella Koster, https://nl.wikipedia.org/wiki/R%C3%A9_Koster (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Fania Chapiro, https://nl.wikipedia.org/wiki/Fania_Chapiro (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Imre Ungar, https://en.wikipedia.org/wiki/Imre_Ung%C3%A1r (geraadpleegd 10 oktober 2024).
S. Bergmann, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 99.
Olga Moskowsky – Elias, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/32313/olga-moskowsky-elias (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Paul Frenkel, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1428.
Evalina Schuyer – Salzedo, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/27863/evalina-schuijer-salzedo (geraadpleegd 10 oktober 2024)
Samuel Zilverberg, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 962.
B. Blez, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 124.
Bram Blez, The National Library of Israel, https://www.nli.org.il/en/a-topic/987007295910105171 (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Emanuel Haagman, https://nl.wikipedia.org/wiki/Emanuel_Haagman (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Herman Bril, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-065.
Nathan Manuel Slier, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 746.
Nathan Manuel Slier, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130375357 (Nathan M SLIER).
Hendrika Tukkie, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130375306 (Hendrika SLIER TUKKIE).
Abraham Oberstein, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-352.
Pesse Cappe, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 549.
Sal Snijder, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sal_Snijder.
Marcus Rood, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 683.
Marcus Rood, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Rood_(musicus).
Louis Rood, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-325.
Jacob van der Woude, “Utrechts volksblad : sociaal-democratisch dagblad”. Amsterdam, 15-09-1939, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 13-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010940679:mpeg21:p005.
Levie Teeboom, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-065.
Abraham Teeboom, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-468.
Clara Teeboom – Teeboom, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/161079/clara-teeboom-teeboom (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Frits Schrijver, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152373/frits-schrijver (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Louis Pens, https://www.wikiwand.com/nl/articles/Louis_Pens.
Elkan Hangjas, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/148126/elkan-hangjas (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Simon Furth, Stichting Sobibor, https://www.sobibor.org/simon-furth/ (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Joseph Koen, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Koen (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Samuel de Gorter, Noord-Hollands Archief, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1919.
Louis Sons, gemeentearchief Den Haag, 0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, inventarisnummer 517.
Louis Sons, Familiebericht. “Algemeen Dagblad”. Rotterdam, 27-10-1986. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBPERS01:003049023:mpeg21:p00010.
Siegfried Jacques de Boer, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 86.
Siegfried Jacques de Boer, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Siegfried_de_Boer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Andries de Swarte, Margo Klijn, De stille slag: Joodse Arnhemmers, 1933-1945 (Westervoort 2003) 102-103.
Andries de Swarte, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/151718/andries-de-swarte (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Louis Schuijer, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/706765/louis-schuijer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Abraham van Zanten, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/189401/abraham-van-zanten (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Bram van Zanten, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 24-07-1942, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318328:mpeg21:p007.
Godfried Zeelander, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 959.
Simon Gomperts, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/227167/simon-gomperts (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Charles Juda, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130314458 (Charles JUDA).
Sam Swaap, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sam_Swaap (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Arnold Bronkhorst, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130268026 (Arnold BRONKHORST).
David Meijer, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/585964/david-meijer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Eddie Leons, Herdenking Joods Orkest Den Haag. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 23-09-1966, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873971:mpeg21:p002.
CONCERT „HARPE DAVIDS”.. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 09-05-1924, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872480:mpeg21:p003.
Eliazar Leons, Gemeentearchief Den Haag, 0354-01 Bevolkingsregister gemeente Den Haag, toegangsnummer 1078.
Lion Rudelsheim, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 693.
Lion Rudelsheim, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130366501 (Lion RUDELSHEIM).
Leon Rudelsheim, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/L%C3%A9on_Rudelsheim (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Joël Hekster, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1477.
Elfriede Kuise Bickel, Stadsarchief Amsterdam, Persoonskaarten, archiefnummer 30408, inventarisnummer 50.
Alexander Baune, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 67.
Rosa Spier, Rosa Spierhuis, https://rosaspierhuis.nl/ (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Rosa Spier, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosa_Spier (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Paul Frenkel, Joods Biografisch Woordenboek, http://www.jodeninnederland.nl/id/P-2448 (geraadpleegd 16 oktober 2024).
imre Ungar, “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij”. Amsterdam, 06-05-1932, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 16-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011116833:mpeg21:p015.
Imre Ungar, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 1507.
Imre Ungar, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130387653 (Imre UNGAR).
Fanja Chapiro, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 153.
Herman Scheij, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6561.
Hermann Schey, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130370580 (Hermann SCHEY).
Hermann Scheij, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1786.
Ré Koster, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/R%C3%A9_Koster (geraadpleegd 16 oktober 2024).
judik Tof, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 816.
Judith Toff, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Judith_Toff (geraapleegd 16 oktober 2024).
Pauline Micheels, Levi, Paula, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Levi [29/05/2017] (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Barend Drukker, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1395.
Bernard Drukker, wikipadia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bernard_Drukker (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Elkan Hangjas, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130302323 (Elkan HANGJAS).
Levie van der Sluis, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-439.
Louis van der Hak, Repetitie. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 10-02-1959, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010678199:mpeg21:p006.
Louis van der Hak, bijna 49 jaar altviolist in het Noorden, gaat weg bij het NFO ‘Niemand heeft zich iets van ons aangetrokken’. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 29-04-1976, p. 27. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017535:mpeg21:p026.
Zoltán Székely, Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Zolt%C3%A1n_Sz%C3%A9kely (geraadpleegd 19 oktober 2024)
illustratie:
Leden Joodsch Symphonie Orkest, Bep Koster, In gesprek met Simon de Leeuwe, Jagdaf, tweemaandelijks magazine voor Groningen, Drenthe en Friesland (Groningen, 11 december 1993) 10, 11.
Bram van Zanten, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 24-07-1942, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318328:mpeg21:p007.
Louis van der Hak, bijna 49 jaar altviolist in het Noorden, gaat weg bij het NFO ‘Niemand heeft zich iets van ons aangetrokken’. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 29-04-1976, p. 27. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017535:mpeg21:p026.
gepubliceerd:
16 oktober 2024
laatst bijgewerkt:
19 oktober 2024