Het Joodsch Symphonie Orkest (JSO) was een Nederlands symfonieorkest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bestond uit ruim zeventig Joodse musici, deels afkomstig van het Concertgebouworkest, die uitsluitend werken van joodse componisten mochten uitvoeren. Het orkest mocht alleen in de Hollandsche Schouwburg optreden, voor een uitsluitend joods publiek. Het orkest werd opgericht door Jan Goverts, nadat Lodewijk Ernst Visser voor die eer had bedankt. Omdat de Duitse bezetter er geen geld in wilde steken werd het orkest gefinancierd door Bernhard van Leer.
Van het Tweede Openings-Concert is er een overzicht terug te vinden van de samenstelling van het orkest. Daarnaast zijn er in de bronnen (oude kranten) met regelmaat solisten te vinden die tijdens een concert optraden. Een combinatie van beide komt tot meer dan 75 musici die, tijdens de 25 concerten die gegeven werden door het Joods Symphonie Orkest, betrokken zijn geweest. Wie in de kranten werden genoemd als solist heeft in onderstaand overzicht (solist) bij de naam staan; of dit solisten waren vanuit het eigen orkest of van buiten de organisatie is niet bekend.
Wie waren deze musici?
Eerste viool
Sam (Samuel) Swaap (Amsterdam, 15 oktober 1888 – Den Haag, 8 november 1971). Sam werd in 1908 eerste violist bij het Concertgebouworkest, waar hij ook als solist optrad. Twee jaar later werd hij docent aan genoemd het Conservatorium van Amsterdam. In de periode 1908-1913 trad hij negen keer op met het Concertgebouworkest (hij keerde in 1930 en 1931 nog twee keer terug). In 1913 was hij in Finland te vinden; hij werd er violist en concertmeester bij het Filharmonisch Orkest van Turku (Åbo). Na een jaar brak de Eerste Wereldoorlog uit en Sam kwam terug naar Nederland. Hij was violist, tweede concertmeester en bij gelegenheid dirigent bij het Residentie Orkest, waar hij in 1917 eerste concertmeester werd. Hij startte in die jaren de jeugdconcerten.
Er volgde vanaf 14 mei 1941 een onderbreking vanwege de Jodenvervolging in Nederland. Hij speelde nog enige tijd bij Het Joodsche Symphonie Orkest, waarvan het doek op 9 juli 1942 viel. Hij was met Leon Rudelsheim concertmeester van dit orkest. Swaap zat vanaf december 1942 zes maanden opgesloten in Huize De Biezen, rond mei 1943 werd hij gedeporteerd naar Kamp Westerbork en in september 1944 naar Theresienstadt. Hij werd via Zwitserland gerepatrieerd. In juli 1945 pakte hij de draad weer op en speelde tot zijn pensionering in 1948/1949.
Leon (Lion) Rudelsheim (Amsterdam, 4 juni 1896 – Amsterdam, 15 april 1956) was met Sam Swaap concertmeester van het Joodsch Symphonie Orkest. Lion werd geboren als zoon van Alexander Rudelsheim (Amsterdam, 26 mei 1869) en Ester Wijnberg (Amsterdam, 13 december 1869) en was gehuwd met Schoontje de Vries (Amsterdam, – Sobibor, ) van wie hij in 1919 scheidde. Lion hertrouwde in 1927 met Agnes de Korte (Antwerpen, 9 mei 1902 – Amsterdam, 6 februari 1943). In 1932 keerde Lion terug uit Kassel en ging in Amsterdam op de Amstellaan 64-3 (nu Vrijheidslaan) wonen, in augustus 1941 gingen Agnes en Lion wonen op de Amstellaan 64-1. Van 1947 tot 1953 was Lion gehuwd met Jacqueline Maud Mot. Lion had drie zoons, Alexander (Kassel, 17 maart 1928), Isidore (Kassel, 17 maart 1928) en Martin Albert (1948). Op de kaart van de Joodsche Raad is aangetekend dat Lion een Sperre had vanwege zijn gemengde huwelijk. Ook zat Lion een tijd in het Reserveringskamp in Barneveld. De Sperre verviel bij het overlijden van Agnes in 1943, of Lion toen in de onderduik ging is niet bekend.
Zoltán Székely (Kocs, 8 december 1903 – Banff, 5 oktober 2001) was een van oorsprong Hongaars violist, componist en muziekpedagoog. Hij was vanaf de jaren twintig actief in Nederland. Het Vioolconcert nr. 2 (Bartók) was aan Székely opgedragen en ging in 1939 in het Amsterdamse Concertgebouw in première, met Székely als violist. Hij was vanaf 1 september 1940 als opvolger van Ferdinand Helmann tot en met 1 september 1942 concertmeester bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Het orkest kreeg te maken met arisering op bevel van de bezetter. Hij behoorde niet bij de eerste groep van zestien musici die werden ontslagen; hij gaf op dat hij niet-Joods was. In 1942 werd ontdekt dat hij Joodse voorouders had en werd alsnog ontslagen.
Jo (Joël) Hekster (Amsterdam, 18 juni 1907 – 13 augustus 1978). Joël Hekster was een zoon van Simon Hekster (Amsterdam, 16 mei 1881 – Amsterdam, 4 november 1929) en Rebecca Blitz (Amsterdam, 18 maart 1880 – Amsterdam, 23 januari 1932). In het gezin waren er vier kinderen, naast Joël Debora (Amsterdam, 16 januari 1909 – Auschwitz, 1 oktober 1942), Johanna (Amsterdam, 11 februari 1913 – Auschwitz, 29 juli 1942) en Frederik (Amsterdam, 23 februari 1924 – Auschwitz, 30 september 1942).
Joël trouwde op 26 september 1934 met Elfriede Luise Bickel (Offenbach, 3 juni 1908). In september 1939 ging het echtpaar op de Parnassusweg 33-2 wonen.
Jacob van der Woude zat eerst in het Residentie Orkest en was concertmeester van het AVRO omroeporkest. Jacob (Amsterdam, 17 januari 1910) was een zoon van Machiel van der Woude (Steenwijk, 26 mei 1878 – Amsterdam, 24 november 1915) en Eva Franken (Gendringen, 27 mei 1871 – Auschwitz, 19 februari 1943) en deed eindexamen aan het Amsterdams Conservatorium. Van 1934 tot 1940 was hij concertmeester en solo-violist bij de AVRO. Hij trad met verschillende grote orkesten op en voor de radio-omroep in Zwitserland.
In 1943 werd Jacob gearresteerd, kwam in Kamp Vught terecht en wist te ontsnappen uit de trein die hem naar Polen deporteerde. Na de bevrijding keerde hij terug naar Nederland en werd concertmeester bij het Radio Philharmonisch Orkest.
Herman Bril (Rotterdam, 25 september 1896 – Rotterdam, 27 juni 1962). Herman Bril was een zoon van Leentje Slier en Willem Bril en huwde op 1 oktober 1919 met de katholieke Eugenie Helms (Rotterdam, 24 augustus 1900). Zij hadden een zoon Willem (Rotterdam, 15 juni 1920). Het gezin Bril woonde vanaf 1935 op de Kruiskade 67a.
Arnold Bronkhorst (Amsterdam, – Sobibor, ). Arnold had tijdens de oorlog een Sperre omdat hij lid was van de Ordedienst bij de Joodsche Raad op de Nieuwe Keizersgracht 58, het hoofdkantoor. Voor zijn ontslag werkte Arnold bij het VARA-orkest in Hilversum. Hij had een einddiploma van het Conservatorium en een Prix d’Excellence. Arnold werd op 29 juli 1943 in Westerbork geregistreerd en ging op 6 juli 1943 op transport naar Sobibor.
Samuel de Gorter (Amsterdam, – Sobibor, ). Samuel de Gorter was een zoon van diamantslijper Isaac de Gorter (1868) en Engeltje Sons (1866) en hij huwde op 19 februari 1919 met Elisabeth Witteboon (Amsterdam, – Auschwitz, ). Zij hadden twee kinderen; Isaäc Samuel (Amsterdam, – Sobibor, ) en Rosette Elisabeth (Amsterdam, – Sobibor, ) en het gezin woonden op de Calandstraat 7 in Hilversum.
Louis Sons (Den Haag, 6 februari 1912 – Scheveningen, 22 oktober 1986). Louis was een zoon van Joseph Sons (1884) en Mietje Winkel (1885) en was gehuwd met Christina Gerarda Maria Vaissier (Den Haag, 11 mei 1918) en speelde onder andere bij het Residentie Orkest. Daar was hij in 1953 de derde concertmeester.
Ephraim Waterman (Frits Waterman, Amsterdam, 1 februari 1906 – Amsterdam, 19 oktober 1970). Van 1950 tot zijn overlijden was hij tweede violist bij het Concertgebouworkest. Zoon van Joel Waterman (1880-1943) en Sophie Bril (1885-1942) en gehuwd met Keetje Reens (1909 – 1975).
Evalina Schuyer – Salzedo (Eveline Lopez-Salzedo, Amsterdam, – Sobibor, ), echtgenote van cellist Louis Schuijer (Den Haag, – Sobibor, ) met wie ze op 4 juni 1941 in Utrecht huwde. Evalina Salzedo was een dochter van Isaäc Salzedo en Sophia Poppers. In het begin van de bezetting woonden Isaäc en Evalina op de F. C. Donderstraat 20 in Utrecht.
Levie Teeboom (Rotterdam, – Hilversum, ). Levie was een zoon van uitdrager Abraham Teeboom (Amsterdam, 14 januari 1863) en Hester Knap (Rotterdam, 22 december 1871) en woonde voor de bezetting in Rotterdam, waar hij in 1935 op de Delftschestraat werd ingeschreven. Levie was gehuwd met Clara Teeboom (Amsterdam, – Auschwitz, ), in het begin van de bezetting woonden Levie en Clara op de Van Ostadestraat 364-2 in Amsterdam. De Delftschestraat lag binnen de brandgrens van het bombardement van 14 mei 1940. In zijn jeugd woonde Levie onder andere op de Breedestraat 51a in Rotterdam.
Hermanus de Haas (Rotterdam, 20 april 1906 – Midden-Europa, 10 december 1943) was volgens zijn kaart bij de Joodsche Raad musicus. Hij woonde in het begin van de bezetting op de Andreas Bonnstraat 30-3 in Amsterdam met zijn vrouw Betje Hammelburg (Delft, 11 november 1904 – Auschwitz, 9 november 1942) en hun kinderen Salomon (Salo) (Rotterdam, 3 december 1931 – Auschwitz, 9 november 1942) en Belo (Rotterdam, 24 augustus 1933 – Auschwitz, 9 november 1942). Hermanus de Haas speelde eerste viool en trompet.
Herman Leydesdorff (solist) (1891 – 1985). In 1922 werd Herman in de Proviciale Overijsselsche en Zwolse Courant genoemd als een van de violisten in het Hollandsch Strijkkwartet, naast Julius Röntgen jr, Bram Mendes en Thomas Canivez. Bij dit kwartet bleef hij tot zeker 1935 betrokken. Waarschijnlijk werd dit kwartet in 1911 opgericht (mede) door Herman. Verder speelde Herman bij het Concertgebouw Orkest en was in 1918 een van de docenten van het Conservatorium in Amsterdam.
Tweede viool
Samuel (Sam) Tromp (Groningen, 25 januari 1902 – Amsterdam, 11 oktober 1987). Sam was een zoon van Arend Tromp (1860-1909) en Aaltje van Dam (1868-1919). Hij huwde in 1926 met Betje de Swaan (1902-1949) en hertrouwde in 1952 met Sara Frank (1912-2015). Samuel heeft tijdens de bezetting in Barneveld gezeten,
Salomon (Sal) Hartog Snijder (Amsterdam, 24 juli 1898 – Amsterdam, 3 september 1950). Salomon was een zoon van Naatje Kunstenaar en Leendert Mozes Salomon Snijder. Sal Snijder trouwde in 1926 met Henriëtte Rodrigues. Sal was lid van het orkest en door het Plan Frederiks genoot hij enige bescherming voor deportatie. Hij kwam terecht in De Schaffelaar in Barneveld, maar al snel werd de groep musici die daar aanwezig waren naar Westerbork gestuurd. Sal werd naar Theresienstadt gedeporteerd en overleefde de oorlog.
Louis Pens (Amsterdam 28 juli 1900 – Amsterdam, 28 juli 1955). Louis was een zoon van Naatje Jacobs en Samuel Pens. Hij trouwde in 1930 getrouwd met Helena Agnes Scholte. Voor zover bekend hadden zij, jarenlang wonend aan de Van Woustraat 170 in Amsterdam, geen kinderen.
Joseph Koen (Amsterdam, 23 maart 1899 – Amsterdam, 17 maart 1974). Joseph, roepnaam Joop, was zoon van Marianne van der Zijl en diamantbewerker Hartog Koen. Hij was kortstondig getrouwd met Catharina Smit en vanaf 1934 tot haar overlijden in 1965 met verpleegster in het Binnengasthuis en Wilhelminagasthuis Neeltje Maria Cornelia Carton. Het echtpaar woonde vanaf 1937 aan de Van Breestraat, om de hoek bij het Concertgebouw. Koen was een van de zestien leden van het Concertgebouworkest, waar hij speelde, die op 1 september 1941 ontslag kreeg aangezegd vanwege de arisering van het orkest onder het nazi-regime. Joodse musici mochten geen deel meer uitmaken van het (culturele) leven. Koen werd vermoedelijk daarna via het Plan-Frederiks ondergebracht in een reserveringskamp in Barneveld. Koen werd even later toch via Kamp Westerbork gedeporteerd naar Theresienstadt.
Siegfried Jacques de Boer (Amsterdam, 6 maart 1907 – Haifa, 21 mei 1983). Siegfried Jacques de Boer trouwde op 21 november 1940 met Selma Monasch (Den Bosch, 28 juli 1906).
Siegfried was tussen 1 september 1930 en 1 september 1961 violist binnen de tweede violisten van het Concertgebouworkest. Dit werd vanaf 1 september 1941 onderbroken toen Joodse musici op last van het nazi-regime geen deel meer mochten uitmaken van het culturele leven. Siegfried vond in die periode onderdak bij het Joodsch Symphonie Orkest. Na de opheffing van het orkest hadden leden van het orkest enige bescherming kregen via het Plan-Frederiks. Siegfried werd ondergebracht in het reserveringskamp aan de Stationsweg 2 in Barneveld. Deze bescherming verviel en de leden van de groep werden gedeporteerd naar Kamp Westerbork en Theresienstadt. De Boer en zijn vrouw, die eerste verzorgster bij sociale zaken bij de Joodse Raad voor Amsterdam was geweest, overleefden dat. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Siegfried terug in het orkest. In 1955 vierde hij er zijn 25-jarig jubileum; in 1961 ging hij met pensioen.
Simon Furth. Simon Furth werd op 19 december 1912 in Amsterdam geboren. Hij was leerling diamantbewerker, speelde uitstekend viool en had les van Ferdinand Helmann, eerste concertmeester van het Concertgebouworkest. In 1935 trouwde hij met de Joodse kantoorbediende Elisabeth Papier en in hetzelfde jaar werd hij violist bij het Concertgebouworkest. In april 1941 werden de Joodse orkestleden door het nationaalsocialistische Departement Volksvoorlichting en Kunsten gedwongen hun werkzaamheden in het Concertgebouworkest te staken, vanwege de zogenaamde ‘arisering’. Simon Furth werd op 18 mei 1943 op transport gesteld van Westerbork naar Sobibor en daar op 21 mei 1943 vermoord. Zijn vrouw overleefde de oorlog.
Elkan Hangjas (Leiden, – Auschwitz, ). Hij trouwde met Sara Hildegard Lachs (Hochkirchen, – Auschwitz, ) en zij woonden in het begin van de oorlog op de Daendelsstraat 46 in Den Haag. Elkan en Sara werden in oktober 1942 in Westerbork geregistreerd.
Frits Schrijver (Maastricht, – Velp, ). Hij was gehuwd met Jeannette Boers (Arnhem, – Auschwitz, ). Frits Schrijver verzorgde tijdens de bezetting vioollessen vanaf de Iepenweg 11 te Amsterdam. Zijn woonadres was de Dullertstraat 6 te Arnhem.
E. Elias. Mogelijk was dit niet E. Elias, maar violist Eddy Elsas (Den Haag, 23 maart 1896 – Utrecht, 19 maart 1970). Eddy (Eliazar) Elsas (Den Haag, – Utrecht, ) trouwde op 27 juni 1923 met onderwijzeres Evelina Waisvisz (Den Haag, – Auschwitz, ). Eddy Elsas woonde in het begin van de bezetting volgens verzekeringspapieren van de Van Leerstichting op het Weteringplein 11 in Den Haag. Volgens het bevolkingsregister van de gemeente Den Haag woonde hij daar met zijn gezin vanaf 1937.
Levie van der Sluis (Rotterdam, 28 oktober 1904 – Auschwitz, 30 september 1942) speelde, tot dat verboden werd, bij het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. Levie was gehuwd met Elisabeth Bosman (Rotterdam, 5 januari 1906 – Auschwitz, 30 september 1942) en zij hadden een zoon Jacob (Rotterdam, 20 januari 1940 – Auschwitz, 9 augustus 1942). Vanaf september 1938 woonde het gezin op de Voorburgstraat 150b in Rotterdam.
Rudolf Silberman (Norrköping, 7 november 1906 – Den Haag, 16 april 1986). Zijn vader, kapelmeester Jozef Silberman, trouwde in 1937 in Den Haag met zangeres Johanna Gerharda Remmelenkamp. Ook Rudolf was kapelmeester naast violist en trouwde op 2 maart 1938 met de niet- Joodse Johanna Cornelia Elisabeth Both (Gouda, 12 oktober 1913). Rudolf was een broer van Benedict Silberman, die ook in het orkest speelde.
Nathan Manuel Slier (Rotterdam, – Auschwitz, ). Nathan was de jongste zoon van meubelmaker Salomon Slier (Rotterdam, 20 februari 1876 – Auschwitz, 15 oktober 1942) en Sara van Arend (Rotterdam, 14 juni 1876 – Rotterdam, 27 april 1907). Het gezin woonde op verschillende achtereenvolgende adressen in de binnenstad van Rotterdam. Na het bombardement van 14 mei 1940 kwamen ze op het Noordereiland wonen, op de Van der Takstraat 18 (huidig nummer 50). Nathan trouwde op 25 augustus 1928 met bontwerkster Hendrika Tukkie (Amsterdam, – Auschwitz, ). Naast viool speelde Nathan ook de trombone. Het laatste adres in Amsterdam van Nathan en Hendrika was de Utrechtsedwarsstraat 65. Op 25 mei 1943 werden Nathan en Hendrika in Westerbork geregistreerd. Op 15 maart 1943 werden ze gedeporteerd naar Bergen-Belsen en in oktober 1944 vanuit Bergen-Belsen naar Auschwitz.
Alt
A. Baune. Vermoedelijk was dit violist Alexander Baune (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hij was gehuwd met Rebecca Sarfaty (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij hadden twee kinderen; Mirjam (Amsterdam, – Sobibor, ) en Edwin (Hilversum, – Sobibor, ). Het gezin woonde in het begin van de bezetting op de Emmastraat 38a in Hilversum.
Abraham van der Star (Amsterdam, 31 juli 1906) trouwde in 1932 met Elisabeth van der Hoeven (Rosmalen, 31 oktober 1907). Abraham hertrouwde op 15 mei 1940 met Anna Windemuller. In augustus 1941 werd hij benoemd tot leraar aan de Nieuwe Muziekschool in Utrecht, in september 1941 werd hij ontslagen aangezien Joodse leraren een maand later niet meer op niet-Joodse scholen mochten werken. Abraham kwam op 1 februari 1945 om tijdens een transport tussen Auschwitz en Dachau.
Leo Blom. Altviolist Leo Blom (Amsterdam, 28 oktober 1898 – 19 september 1992) overleefde de oorlog. Tijdens de oorlog kwam hij in het Jodenkamp in Havelte terecht, een werkkamp, waar hij in een strijkkwartet speelde. In 1949 speelde hij in het Radio Philharmonisch Orkest. Leo trouwde op 26 juli 1923 in Purmerend met Catharina Alida Geertruida Stam (Purmerend, 30 januari 1896).
Maurits Snijders (Amsterdam, 8 december 1888 – Auschwitz, 3 oktober 1944). Maurits trouwde op 13 mei 1918 in München met Maria Naegele (München, 3 augustus 1887 – Hilversum, 10 juli 1941). In 1923 was hij solist bij het Utrechts Stedelijk Orchest. Maurits woonde in het begin van de oorlog op de Dijkstraat 33-3 in Amsterdam. Op 14 november 1942 werd Maurits gearresteerd omdat hij een ariër in zijn woning bezocht. Hij werd voor deze overtreding ter beschikking gesteld aan de commissaris van politie, bureau Joodsche Zaken in Amsterdam. Maurits had een dochter, Carolina Maria Goudeket (Utrecht, – Auschwitz, ).

Louis Liepman van der Hak (Groningen, 23 augustus 1911) altviolist. Zoon van Moritz van der Hak (Appingedam, 28 maart 1882 – Auschwitz, 12 oktober 1942) en Aaltje van den Berg (Groningen, 8 juni 1872 – Auschwitz, 12 oktober 1942). Louis was gemengd gehuwd met overleefde de oorlog en speelde voor de oorlog in de Groninger Orkest Vereniging en na de oorlog in het Noordelijk Ritmisch Strijkorkest en het Noordelijk Filharmonisch Orkest.
Jacques Muller (volgens de opsomming het het tweede concert A. Muller) was een altviolist. Jacques (Amsterdam, – Auschwitz, ) speelde in 1939 in het Utrechts Stedelijk Orkest. Daarna was hij altviolist in het Concertgebouworkest in Amsterdam. Jacques woonde in het begin van de bezetting op de Reitdiepstraat 8-3 in Amsterdam.
Salomon Polak (Amsterdam, 11 augustus 1919 – Blechhammer, 21 januari 1945) was musicus en had tijdens de bezetting een Sperre omdat hij een aanstelling had als jeugdleider bij de Joodsche Raad. Hij was een zoon van Simon Polak (Amsterdam, 23 augustus 1887 – Sobibor, 7 mei 1943) en Sara de Jong ( Lemsterland, 23 april 1891 – Sobibor, 7 mei 1943). Salomon was op 25 juli 1942 gehuwd met Veronica van Gelder (Amsterdam, 16 oktober 1917 – Auschwitz, 5 november 1942) en zij woonden in het begin van de bezetting op de Vaalrivierstraat 9bhs in Amsterdam. Salomon speelde alt en hoorn in het orkest.
Cello
Louis Schuijer (Den Haag, 23 mei 1901 – Sobibor, 11 juni 1943). Louis was een zoon van componist Samuel Schuijer en Elisabeth Alder (1869-1933). Hij had talent voor de cello en kreeg les van zijn vader en andere leraren in Den Haag. Hij bezocht het conservatorium in Amsterdam, speelde omstreeks 1923 in het Residentie Strijkkwartet met onder anderen zijn vader, en speelde regelmatig voor de radio. In de tweede helft van de jaren dertig speelde hij in het Utrechts Stedelijk Orkest.
Max (Marcus) Cohen Rodriguez (Amsterdam, 29 januari 1907 – 4 mei 1991). Rond 1928 speelde Max in het Utrechts Stedelijk Orkest en hij werd cellist van het Concertgebouworkest. Max trouwde 5 december 1929 met Clara de Groot (Amsterdam, 9 juli 1903 – 3 mei 1952) en op 29 januari 1957 hertrouwde Max met Hedwig Vermaas (Lochem, 11 mei 1918). Marcus was een zoon van Josua Cohen Rodriguez en Sara Koster en woonde in zijn jeugd onder andere op het Waterlooplein 58.
Van januari 1947 tot september 1949 woonde Max in Venezuela waar bij in 1948 muziekleraar was, net zo en op hetzelfde instituut als Jacob van der Woude, die in mei 1955 terugkeerde naar Nederland.
Andries de Swarte (Amsterdam, 15 april 1903 – Sobibor, 9 juli 1943). Cellist Andries de Swarte, werd in 1941 ontslagen vanwege de maatregelen van de nazi’s uit de Arnhemse Orkest Vereniging (AOV). Andries was gehuwd met Marianne de Leeuwe (Amsterdam, – Sobibor, ) en zij hadden twee kinderen; Louis (Arnhem, – Sobibor, ) en Vrouwtje Geertje (Arnhem, – Sobibor, ). Het gezin woonde tijdens de bezetting in Arnhem, op de Sonsbeeksingel 51.
Abraham van Zanten (Rotterdam, – Sobibor, ). Abraham van Zanten was een zoon van Nathan van Zanten en Elizabeth Peper. Hij was net als zijn zus Veronika een begaafd musicus. Volgens de overlevering speelde Abraham al op jeugdige leeftijd in het Concertgebouworkest. Bram woonde met zijn vrouw Roosje Mol (Rotterdam, – Sobibor, ) in 1942 op de Hugo Molenaarstraat 3 in Rotterdam en gaf toen cello lessen.
Godfried Zeelander (Amsterdam, 9 januari 1887 – Auschwitz, 10 september 1942). Godfried Zeelander woonde tijdens de oorlog op de Minervalaan 49-2 in Amsterdam met zijn vrouw Eva Friedländer (Schweidnitz, – Auschwitz, ) en hun dochter Marianne Henriette (Berlijn, – Auschwitz, ). Eva en Godfried trouwden op 7 mei 1919 in Berlijn en woonden in Berlijn – Schöneberg. Ze werden op 17 februari 1939 in Amsterdam ingeschreven en gingen in eerste instantie op de Oranje Nassaulaan 9hs wonen, vanaf 4 augustus 1939 op de Minervalaan.
Abraham (Bram) Oberstein (Rotterdam, 30 april 1897 – Sobibor, 4 juni 1943) was een zoon van boekdrukker Gersen Oberstein (Wollena, – Auschwitz, ) en Pesse Cappe (Wollena, Rusland, 12 maart 1861 – Rotterdam, 19 februari 1931) en hij was gehuwd met pianiste Eva van der Kloot (Den Haag, – Auschwitz, ) van wie hij op 6 augustus 1928 scheidde. Zij hadden een zoon Gerzon (Den Haag, – Auschwitz, ). Abraham hertrouwde op 2 april 1941 met Louise Corper (Amsterdam, 9 juni 1904 – Auschwitz, 7 september 1942). Louisa had al een zoon Hans (Rotterdam, – Midden-Europa, ) en Hans werd door Abraham geecht.
Eliazar Leons was violoncellist. Eliazar (Den Haag, – Auschwitz, ) speelde als Eddy Leons ook bij het Joods Orkest in Den Haag. Al eerder werd hij in kranten genoemd, zo speelde Eddy in 1924 bij een concert van Harpe Davids in Den Haag. Eddy woonde in het begin van de bezetting met zijn echtgenote Anna Betty Henriëtte Sternfeld (Den Haag, – Auschwitz, ) op de Kempstraat 14 in Den Haag.
Charles Juda (Amsterdam, 5 mei 1920 – Polen, 31 maart 1944). Charles was een van de jongste musici uit het orkest. Hij was een zoon van Meijer Juda en Leentje Snoek. Zij hadden drie kinderen waarvan twee de oorlog overleefden. Charles had een Sperre aangezien hij muziekleraar was. Later tijdens de oorlog was hij ondergedoken en werd na verraad opgepakt. Charles werd op 25 september 1943 in Westerbork geregistreerd en kwam in een van de strafbarakken, Barak 67, terecht. Op 19 oktober 1943 werd Charles gedeporteerd.
Contrabas
Simon Gomperts (Amsterdam, – Auschwitz, ). Simon Gomperts was de oudste van de acht kinderen uit het muzikale gezin van Aäron Gompertz en Hester van Leeuwen. Hij werd geboren in de Lepelstraat in Amsterdam. De muzikaliteit uitte zich bij Simon in zijn beroepskeuze: hij bespeelde de contrabas en vanaf 1927 tot 1941 was hij lid van het Amsterdamse Concertgebouworkest.
Simon trouwde op 28 Augustus 1918 in Amsterdam met Thérèse Biederman. Thérèse werd op 18 maart 1888 in Amsterdam geboren als een dochter van Maijer Markus Biederman en Justine Kann. Thérèse en Simon hadden geen kinderen. Op 18 oktober 1935 ging het echtpaar op de Maasstraat 114-1 wonen, waar ze tot in het begin van de bezetting woonden.
Salomon Gotlib (Rotterdam, – Auschwitz,
Abraham Aaron Gompertz (Den Haag, – Auschwitz, ). Abraham was een jongere broer van Simon Gompertz, die eveneens bij het orkest zat. Ze waren zoons van musicus Aaron Gompertz (Den Haag, 31 januari 1869) en Hester van Leeuwen (Den Haag, 19 septmber 1869). Abraham trouwde op 11 december 1929 met Rebecca van Creveld (Den Haag, – Auschwitz, ). Mogelijk speelde Abraham ook bij het Joods Orkest in Den Haag, en gebruikte daar de naam Bram Gompertz.
Lion Salomon Groen (Amsterdam, 6 februari 1913 – Amsterdam, 12 januari 1990) was bassist bij de AVRO en later bij de VARA. Hij was een zoon van Philip Hartog Groen en Daatje van Wijnbergen. Hij trouwde op 29 november 1933 met Marianna Koster (Velsen, 11 november 1915) van wie hij op 30 augustus 1937 scheidde. Lion hertrouwde op 31 juli 1940 met Etje de Groot (Brunssum, 3 maart 1915) en hij scheidde van Etje op 15 maart 1958.
In 1955 speelde Lion in het Israëlisch Philharmonisch Orkest.
Izaäk Gokkes (Schiedam, 22 februari 1918 – Bergen-Belsen, 31 mei 1945) huwde op 24 juli 1940 met Maria Lena Samson. Izaäk was een zoon van Jacob Gokkes (Amsterdam, 17 november 1884 – Auschwitz, 26 oktober 1942) en Rebekka de Roode (Rotterdam, – Auschwitz, ). In het begin van de bezetting woonden Izaäk en Maria op de Dordtselaan 52c in Rotterdam.
J. Sternfeld was mogelijk Izaak Sternfeld (Arnhem, 28 april 1894 – Sobibor, 2 juli 1943) was een zoon van Karel Sternfeld (Arnhem, 26 februari 1870 – Hilversum, 22 mei 1929) en Sientje Menko. Izaak trouwde met Jansje Drukker (Amsterdam, 9 augustus 1897 – Sobibor, 2 juli 1943) en zij hadden twee kinderen; Sientje (Amsterdam, 29 november 1922 – Sobibor, 2 juli 1943) en Karel (Amsterdam, 29 december 1934 – Sobibor, 2 juli 1943). In Amsterdam woonde het gezin op de Kinderdijkstraat 10-3.
Fluit
Salomon (Sal) Poons (Den Haag, 6 maart 1915 – Dachau, 10 januari 1945) was een zoon van boekdrukker Hartog Poons (Den Haag, 27 augustus 1887 – Den Haag, 19 februari 1937) en Alida van der Velde (Den Haag, 9 april 1890 – Sobibor, 28 mei 1943). In het begin van de oorlog woonde Sal op de Scheldestraat 30 in Den Haag. Tijdens de oorlog kreeg Sal te maken met een beroepsverbod en bood hij zich aan als docent violoncel en fluit.
Joël (Jo) Blitz (Amsterdam, 9 november 1904 – Auschwitz, 30 september 1942) stond op zijn archiefkaart geregistreerd als fluitist bij het A. O. V. Hij was een zoon van Abraham Blitz (Amsterdam, 30 november 1866 – 1917) en Bloeme Swaluw (Amsterdam, 19 juni 1866 – Sobibor, 23 april 1943). Joël trouwde op 18 september 1935 met Debora Hekster (Amsterdam, 16 januari 1909 – Auschwitz, 30 september 1942) en zij woonden in het begin van de bezetting op de Eerste Oosterparkstraat 163-1.
Pinehas Swaab (Amsterdam, – Auschwitz, ). Pinehas was een zoon van Kaatje Klerk (Amsterdam, – Westerbork, ) en Jesaias Swaab (Amsterdam, – Watergraafsmeer, ) en hij was gehuwd met Aaltje Stern (Amsterdam, – Auschwitz, ). Aaltje en Pinehas hadden twee kinderen, Benjamin Jacques (Amsterdam, 18 juli 1915 – Den Haag, 18 februari 2010) en Jacques (Den Haag, – Auschwitz, ). In het begin van de bezetting woonde het gezin op de Voorthuizenstraat 138 in Den Haag.
Hobo
S. Zilverberg mogelijk Samuel Zilverberg (Coevorden, 30 september 1905 – Naarden, 2 september 1971). Volgens zijn archiefkaart was hij musicus, violist.
Marcus Levie Spier (Den Haag, 31 oktober 1883) was een zoon van Wolf Spier (Avereest, 9 november 1849 – Den Haag, 5 november 1912) en Sientje Polak (Den Haag, 20 novembr 1854 – Den Haag, 23 april 1918). Marcus groeide op in een gezin met negen kinderen. Hij trouwde met harpiste Sara Elisabeth Broekman (Leiden, 19 november 1891) en zij kregen twee kinderen.
Abraham (Bram) Blez (Amsterdam, 17 januari 1901 – Israël, 1968). In 1931 was Bram op de radio te horen als lid van het VARA-orkest. In 1936 speelde Bram hobo bij het Amsterdamsche Bach-orkest. In 1937 speelde Blez bij het Toscanini’s Orkest in Tel Aviv en uit het bijbehorende krantenartikel bleek dat hij een leerling was van hoboïst Jaap Stotijn, en een voormalig hoboïst van het VARA-orkest.
Clarinette
Jacob Davidson (Amsterdam, 18 januari 1912 – Sobibor, 9 juli 1943). Jacob was een zoon van Isidoor Davidson en Betje Delmonte. Hij bespeeelde de klarinet en de saxofoon. Jacob trouwde met Esther Tokkie (Den Haag, 16 juni 1908 – Sobibor, 9 juli 1943). Esther en Jacob hadden drie kinderen; Betty (Den Haag, 9 april 1932 – Sobibor, 9 juli 1943), Suzanna (Leiden, 23 april 1935 – Sobibor, 9 juli 1943) en Isidoor (Den Haag, 26 juli 1936 – Sobibor, 9 juli 1943) en dit gezin woonde in het begin van de bezetting op het Oranjeplein 14 in Den Haag.
Levie van der Molen (Amsterdam, 6 juni 1907 – Midden Europa, 4 februari 1945) was een zoon van David van der Molen (Amsterdam, 14 november 1880 – Sobibor, 30 april 1943) en Sophia van Moppis (Amsterdam, 17 oktober 1880 – Sobibor, 30 april 1943). Levie woonde in het begin van de bezetting op de Nieuwe Prinsengracht 87-2 in Amsterdam. Levie had tijdens de bezetting een aanstelling bij de Joodsche Raad en daardoor een Sperre. Een broer van Levie, Abraham van der Molen (Amsterdam, 12 oktober 1912) was violist en musicus en overleefde de oorlog.
Meyer Wery (Rotterdam, 24 januari 1892 – Rotterdam, 12 oktober 1978). Meijer Wery (Werij) werd op 24 januari 1892 in Rotterdam geboren als zoon van de Rooms-katholieke kermisreiziger Eduard Werij (Puttershoek, 30 mei 1854 – Apeldoorn, 14 februari 1931) en de Joodse Betje Swaab (Amersfoort, 17 januari 1859 – Auschwitz, 19 oktober 1942). Meijer stamde uit een zeer muzikale familie, al zijn broers stonden ingeschreven bij de Burgerlijke Stand als musicus.
Meijer trouwde met onderwijzeres Sara de Leeuw (Rotterdam, 5 augustus 1892 – Rotterdam, 27 juli 1933) en zij kregen een zoon Iwan (Rotterdam, 6 mei 1923 – Midden-Europa, 21 januari 1945).
Fagot
David Meyer (Rotterdam, – Den Haag, ). David Meijer was het enige kind van Mozes Benjamin Meijer (1882) en Leentje Sanders (1878) en woonde in zijn vroege jeugd op de Breedestraat 57b, daarna de Vondelstraat 16b en daarna de Kipstraat. Hij trouwde op 8 november 1933 in Den Haag met Elizabeth Kozel (Den Haag, 29 oktober 1907). David Meijer was docent aan het Koninklijk Conservatorium van 1938 tot 1941 en vervolgens van 1945 tot 1969. In de jaren 1941-1942 was hij fagottist bij het Joods Symphonie Orkest in Amsterdam. Na de oorlog speelde hij tot zijn dood in het Residentie Orkest als eerste fagottist. David overleed op 21 maart 1969, op 58-jarige leeftijd, ten gevolge van een verkeersongeval.
Louis Salomons (Amsterdam, 15 juli 1921 – Naarden, 24 december 1970). Op de Tolstraat 29 werd op 15 juli 1921 fagottist Louis Salomons geboren als zoon van Henri Salomons en Christina Schraagé.
M. Rood. Dit was Marcus (Max) Rood (Den Haag, 16 januari 1880 – Amsterdam, 26 november 1951). Max was een zoon van Louis Rood en Naatje Spiero en was getrouwd met Rika Smeer (Schoterland, 30 augustus 1881 – Utrecht, 3 oktober 1946). Het Joodse echtpaar kreeg twee dochters, Engel en Naatje. Alle vier wisten de Tweede Wereldoorlog te overleven. Max overleefde de oorlog in de onderduik in Friesland. Max woonde in zijn eerste jaren op de Breedestraat 57b in Rotterdam.
Hoorn
Jacques van Kreveld (Amsterdam, 19 april 1913 – Mauthausen, 23 juni 1942) woonde in het begin van de bezetting op de Reitzstraat 6-2 in Amsterdam. Hij was een zoon van Duifje Blog (Amsterdam, 4 januari 1891 – Auschwitz, 6 september 1944) en Simon van Krefeld (Hoorn, 17 september 1890 – Sobibor, 28 mei 1943)
M. Lachmann (Hans, Heinz Adolf) (Berlijn, 7 maart 1906 – 27 juni 1990). Heinz Lachmann liet zich in Nederland Hans noemen. Hij was een zoon van huisarts Siegmund Lachmann en Emma Löwy en huwde in 1931 met illustratrice Tea Warszawski. Zij kregen een zoon. Hans was componist, trombonist, jazzmusicus en organist Liberale Joodse Gemeente Amsterdam.
E. Léons. Dit was vermoedelijk violoncellist Eliazar Leons (Den Haag, – Auschwitz, ) die als Eddy Leons ook speelde bij het Joods Orkest in Den Haag. Al eerder werd hij in kranten genoemd, zo speelde Eddy in 1924 bij een concert van Harpe Davids in Den Haag. Eddy woonde in het begin van de bezetting met zijn echtgenote Anna Betty Henriëtte Sternfeld (Den Haag, – Auschwitz, ) op de Kempstraat 14 in Den Haag.
Joseph van den Berg (Den Haag, 24 maart 1917 – Dorohucza, 30 november 1943) woonde in het begin van de bezetting op de Wagenwegstraat 144 in Den Haag. Hij was een zoon van Rozette Speijer (Den Haag, 7 april 1880 – Auschwitz, 11 december 1942) en Nathan van den Berg (Den Haag, 19 december 1881 – Den Haag, 19 oktober 1967). Joseph was ook persfotograaf.
Joseph huwde op 29 juli 1942 in Den Haag met Paulina Walvis (Rotterdam, 26 mei 1924).
Paulina (Puck) van den Berg – Walvis werd in het artikel Fatsoenlijk Land – de Onderduikers van Loes Gompes genoemd. In Het Hooge Nest, een onderduiklocatie, was zij een van de vast bewoners en trad er op als kindermeisje, en ‘de roodharige Puck van den Berg – Walvis studeerde viool in het tuinhuis’.
Salomon Polak (Amsterdam, 11 augustus 1919 – Blechhammer, 21 januari 1945) was musicus en had tijdens de bezetting een Sperre omdat hij een aanstelling had als jeugdleider bij de Joodsche Raad. Hij was een zoon van Simon Polak (Amsterdam, 23 augustus 1887 – Sobibor, 7 mei 1943) en Sara de Jong ( Lemsterland, 23 april 1891 – Sobibor, 7 mei 1943). Salomon was op 25 juli 1942 gehuwd met Veronica van Gelder (Amsterdam, 16 oktober 1917 – Auschwitz, 5 november 1942) en zij woonden in het begin van de bezetting op de Vaalrivierstraat 9bhs in Amsterdam. Salomon speelde alt en hoorn in het orkest.
Trompet
Joseph (Jo) Sloghem (Amsterdam, 30 mei 1890 – Amsterdam, 1 juli 1974) was een zoon van Eliazer Sloghem en Anna de Groot. Hij trouwde op 3 juli 1913 in Zaandam met Jeannette Sajet (Amsterdam, 21 augustus 1888) en zij kregen twee kinderen; Anna Sophia en Rudolf Arnold. Op 30 juli 1940 werd het gezin ingeschreven op de Smaragdstraat 32-1. Tijdens de bezetting had Jo een aanstelling bij de Joodsche Raad waar hij leraar in de muziek was. Daarvoor speelde Jo bij het Concertgebouworkest, tot het moment dat dit voor Joodse musici verboden werd. Hij was toen 25 jaar onafgebroken trompettist bij dit orkest geweest. Jo stond op de ‘Barneveldlijst‘, en op 1 juli 1943 werden hij en zijn gezin in Barneveld geregistreerd.
Meijer (Max) Pruijm (Amsterdam, 21 januari 1924 – Auschwitz, 30 september 1942) was een zoon van toneelkapper Samuël Pruijm (Amsterdam, 26 juni 1890 – Sobibor, 13 maart 1943) en Matje Prins (Den Haag, 6 september 1887 – Sobibor, 13 maart 1943). Hij woonde voor de bezetting op de Van Woustraat 220-2 en werd op 23 juli 1940 ingeschreven op de Reggestraat 19-1 in Amsterdam. In het winterseizoen 1941 – 1942 speelde Meijer bij het Nieuw Amsterdamsch Kamerorkest (N. A. K. O.) in de Grote Zaal van de Handwerkers Vriendenkring op de Roetersstraat 34-38. Meijer werd vanuit Westerbork op 27 juli 1942 gedeporteerd en heeft na aankomst op 30 juli nog twee maanden slavenarbeid verricht voor hij op 30 september 1942 omkwam.
Samson (Lex) van Weren (Den Haag, 13 maart 1920 – Amsterdam, 31 juli 1996). Lees verder.
Hermanus de Haas (Rotterdam, 20 april 1906 – Midden-Europa, 10 december 1943) was volgens zijn kaart bij de Joodsche Raad musicus. Hij woonde in het begin van de bezetting op de Andreas Bonnstraat 30-3 in Amsterdam met zijn vrouw Betje Hammelburg (Delft, 11 november 1904 – Auschwitz, 9 november 1942) en hun kinderen Salomon (Salo) (Rotterdam, 3 december 1931 – Auschwitz, 9 november 1942) en Belo (Rotterdam, 24 augustus 1933 – Auschwitz, 9 november 1942). Hermanus de Haas speelde eerste viool en trompet.
Trombone
Emanuel Haagman (Den Haag, 18 februari 1887 – Amsterdam, 14 mei 1976). Emanuel werd als Joods orkestlid tussen 1941 en 1945 uit het Concertgebouworkest verwijderd en was ondergedoken bij zijn collega tubaïst Adriaan Boorsma. In 1945 keerde Emanuel weer bij het orkest terug.
Nathan Manuel Slier (Rotterdam, 28 maart 1904 – Auschwitz, 12 oktober 1944). Nathan was de jongste zoon van meubelmaker Salomon Slier (Rotterdam, 20 februari 1876 – Auschwitz, 15 oktober 1942) en Sara van Arend (Rotterdam, 14 juni 1876 – Rotterdam, 27 april 1907). Het gezin woonde op verschillende achtereenvolgende adressen in de binnenstad van Rotterdam. Na het bombardement van 14 mei 1940 kwamen ze op het Noordereiland wonen, op de Van der Takstraat 18 (huidig nummer 50). Nathan trouwde op 25 augustus 1928 met bontwerkster Hendrika Tukkie (Amsterdam, 5 december 1898 – Auschwitz, 12 oktober 1944). Naast viool speelde Nathan ook de trombone. Het laatste adres in Amsterdam van Nathan en Hendrika was de Utrechtsedwarsstraat 65. Op 25 mei 1943 werden Nathan en Hendrika in Westerbork geregistreerd. Op 15 maart 1943 werden ze gedeporteerd naar Bergen-Belsen en in oktober 1944 vanuit Bergen-Belsen naar Auschwitz.
Herman Poons (Den Haag, 20 februari 1913 – Auschwitz, 26 januari 1943), zoon van Levie Poons (Den Haag, 10 januari 1881 – Auschwitz, 15 december 1942) en Rebecca Mendels (Den Haag, 16 februari 1883 – Auschwitz, 15 december 1942). In 1936 was Herman een van de geslaagden aan het Koninklijk Conservatorium voor de Muziek. Op 5 juni 1940 trouwde Herman met Marianne Bril (Rotterdam, 23 juni 1915 – Auschwitz, 26 januari 1943), dochter van Willem Bril en Leentje Slier.
Tuba
Jacques de Vries (Amsterdam, 24 augustus 1906 – Berchem, 28 december 1976) was een zoon van Arend de Vries (Vianen, 13 december 1882) en Betje Bollegraaf (Groningen, 30 november 1978). In het begin van de bezetting woonde Jacques op de Kerkstraat 375-1. Jacques was gehuwd met Rebekka Wallega (Rotterdam, – Birkenau, ) en zij hadden twee kinderen, Arend Isack (Rotterdam, – Auschwitz, ) en Louis (Amsterdam, – Auschwitz, ).
Volgens een biografie over Jacques speelde hij ook de contrabas: “In die tijd gingen de Amerikaanse jazzorkesten over van de sousafoon naar de stringbass. Jack nam dagelijks lessen bij de heer Geudeke, solobassist van de Berliner Philharmoniker. Hierdoor is Jack een van de eerste tubaïsten in Europa die ook contrabas speelt. Hij wordt in Duitsland veelgevraagd. Nog als tubaïst is Jack te zien in de film Bommen op Monte Carlo uit 1930 met Hans Albers en Heinz Rühmann.”Lees verder op jazzradar.com.
Pauken – Slagwerk
Hijman (Herman) Bing (Den Haag, 12 mei 1893 – Den Haag, 12 oktober 1962) was een zoon van Salomon Bing (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Ester Menist (Den Haag, 13 maart 1863 – Amsterdam, 12 december 1935). Hijman trouwde op 24 september 1924 met Maria Elisa Berkhout.
Op 10 oktober 1949 schreef het Algemeen Handelsblad:
‘RESIDENTIE-ORKEST – Zevende symphonie van Bruckner
Willem van Otterloo had zijn eerste winterseizoen met het Residentie-Orkest niet beter kunnen openen … Voor de aanvang van het concert huldigde de voorzitter van het Residentie-Orkest, dr. A. Loudon, drie jubilarissen, de heren N. Koster, die 40 jaar als tweede violist aan het orkest verbonden is, H. Bing, de paukenist, wienst prachtig opgebouwd crescendo men genieten kon in de coda van het eerste deel der symphonie, die 35 jaar zijn plaats bezet houdt en Jaap Stotijn, die 30 jaar de taak van 1e hoboïst vervult. …’
J. Mulder. Waarschijnlijk was dit Jaap (Jacob) Mulder (Amsterdam, 29 december 1907 – Hilversum, 9 juni 2001). Hij trouwde op 2 december 1931 met Christina Francisca Helena Louman (Amsterdam, 28 april 1911 – Hilversum, 5 februari 1998).
Simon de Leeuwe (Rotterdam, 26 februari 1911 – Emmen, 17 april 2001). Lees verder.
J. Stokvis was waarschijnlijk Willem Stokvis (Arnhem, 14 december 1903 – Duitsland, mei 1945). Op de lijst van verzekerden van de Van Leer-Stichting, waar het orkest onder viel, was het adres van Stokvis de Herengracht 338 in Amsterdam en dat was het woonadres van Willem Stokvis. Willenm was een zoon van Anna Pinkhof (Arnhem, 13 december 1877 – Amsterdam, 17 januari 1956) en Philip Joseph Stokvis (Arnhem, 26 mei 1867 – Heemstede, 28 oktober 1942). Volgens de archiefkaart bij het Stadsarchief Amsterdam was Willem tevens directeur van een metaalfabriek. Stokvis organiseerde voor de bezetting huisconcerten op zijn adres.
Harp
Rozalie (Rosa) Spier (Den Haag, 7 november 1891 – Amsterdam, 8 juli 1967). Rosa Spier studeerde harp op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Zij gaf haar eerste recital al op dertienjarige leeftijd. Na verdere studies bij Otto Müller, solo harpist van de Berliner Philharmoniker, kreeg zij een aanstelling bij het Residentie Orkest. Van 1925 tot 1935 was zij zelfstandig werkzaam als soliste en muziekdocente. In 1932 werd zij benoemd tot solo harpiste bij het Concertgebouw Orkest. Rond september 1941 speelde ze enige tijd bij het Joodsch Symphonie Orkest. Ze stond op de lijst van Frederiks en kwam terecht op Landgoed Schaffelaar in Barneveld en van daaruit in concentratiekamp Kamp Westerbork. In september 1944 werd Rosa op transport gesteld naar Theresienstadt. In februari 1945 werd ze uitgewisseld en ging ze naar Zwitserland vertrekken. Na de bevrijding was zij verbonden aan Radio Philharmonisch Orkest.
Piano
Paul Frenkel (Kischinef, Moldavië, 22 mei 1891 – Amsterdam, 11 december 1975). Paul woonde sinds 1923 in Den Haag. In 1928 werd hij genaturaliseerd tot Nederlander. Frenkel was leider van het Hollandsche Sextet, hoofdleraar aan het Conservatorium te Rotterdam en adjunct-directeur van het Amsterdams Conservatorium. Hij huwde op 3 april 1923 met Johanna Catharina Hildegonda van der Meulen (Den Haag, 25 december 1898) en hertrouwde op 20 augustus 1936 met Annette Maria Cobée (Posso, Nederlandsch Indië, 14 juni 1910). Paul had twee kinderen, Lubov en Michael Theodor.
Olga Moskowsky-Elias (solist) (Amsterdam, – Sobibor, ). Olga was een dochter van Paul Marcus Elias (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Elsa Hennig (Berlijn, – Den Haag, ). Olga was getrouwd met Alexander Moskowsky, violist in het Hongaars strijkkwartet. Er is een gedenksteen voor Olga Elias opgericht in voormalig kamp Sobibor.
Stevan (Stephan) Bergmann (solist) (Koslau, Oostenrijk, 24 augustus 1903 – 1983).
Imre Ungár (solist) (Boedapest, 23 januari 1909 – Boedapest, 22 november 1972). Vanaf zijn derde jaar was Imre, zoon van Ábrahám (1875-1938) en Hermina Katzburg, blind. Tijdens zijn verblijf in Amsterdam woonde Imre en zijn vrouw Ilona Gelléri (10 januari 1908) tijdelijk in Hotel Rijswijk op het Damrak 50, later op de Roerstraat 20. De kaart van de Joodsche Raad van Imre geeft bij bijzonderheden ‘pracht mens en een groot kunstenaar’ en dat Imre en Ilona op 18 maart 1943 teruggingen naar Boedapest.
Marjo Tal (solist) (Den Haag , 15 januari 1915 – Jeruzalem, 26 augustus 2006). Lees verder.
Fania (Fanja) Chapiro (solist) (Soerabaja, 10 juni 1926 – Hilversum, 6 december 1994). Fanja was een dochter van de Joodse vioolleraar Naum Chapiro (Kulików, Polen (nu Куликів, Oekraïne) en Dorothea Cornelia Mulié. Zij vestigden zich in 1939 in Den Haag, daarvoor woonden ze in Parijs. Op 30 juni 1953 trouwde Fanja met Ernest Goldstern (München, 24 december 1923). Fanja had een uitzonderlijk muzikaal talent en haar ouders deden alles om dit te stimuleren. Nog maar negen jaar oud schreef Fanja in haar dagboek: ‘Ik heb besloten om een componiste te worden en een geweldige pianiste’. De oorlog belemmerde haar carrière hoewel ze ook toen, bij de optredens voor het Joodsch Symphonie Orkest, als bijzonder talent naar voren werd gebracht.
Zang
Hermann Schey (solist en zangleraar) (Bunzlau, Silezië, 8 november 1895 – Stäfa, Zwitserland, 21 augustus 1991). Hermann woonde op de Milletstraat 19-3 in Amsterdam. Hermann had volgens de kaart van de Joodsche Raad een Sperre vanwege zijn gemengde huwelijk. Zijn eerste vrouw, Edith Fromberg (Berlijn, 4 mei 1899) overleed volgens de archiefkaart bij het Stadsarchief in Amsterdam op 30 mei 1938 te Londen en Hermann hertrouwde op 10 juli 1970 met Cilla Elisabeth Stutz (Basel, 7 oktober 1920. Hermann had een zoon; Konrad Bernard Georg.
Regina Estella (Ré) Koster (solist) (Haarlem, 14 juli 1900 – Laren (Noord-Holland), 29 oktober 1996). Ré was mezzosopraan en zangpedagoge. Ze was een dochter van Herman Koster en Hendrika Hagens. Haar ouders namen haar mee naar concerten in Haarlem, zeker als het Concertgebouworkest kwam spelen. Ze herinnerde een Gustav Mahlerconcert onder leiding van Willem Mengelberg in 1911. Zelf zou ze vier keer optreden met dat orkest onder leiding van Eduard van Beinum en woonde enige tijd om de hoek bij het Concertgebouw. Ré haar muziekopleiding in Parijs bij Marya Freund en in Milaan bij Lalatesta en Sila Conti Varesi. Zij had een internationale zangcarrière waarbij ze voornamelijk liederen van hedendaagse componisten zong. Zo maakte ze haar debuut (1927) met liederen van Hugo Wolf.
Judith Toff (solist) (Veendam, 13 september 1907 – Sobibór, 4 juni 1943) was een dochter van slager Benjamin Tof en Hanna Woudstra. Judith werd geboren als Judik Tof. In 1927 trad ze voor het eerst op als mezzosopraan. In 1929 verhuisde Judith naar Amsterdam om verder te studeren aan het Conservatorium. In 1934 studeerde ze af. Een jaar later debuteerde ze op de radio voor de AVRO. In de jaren daarna trad Toff veelvuldig op als zangeres. Haar laatste grote concert was kort na de Duitse inval in mei 1940.
Op 15 juni 1942 huwde Judith met Jacob Sluijs (Amsterdam, – Sobibor,
Paula Lindberg (Paula Levy) (Frankenthal, 21 december 1897 – Amsterdam, 17 april 2000) (solist).
Paula was een dochter van Lazarus Levi (1862-1919), leraar klassieke talen, en Sophia Maijer (1872-1930). Paula Levi trouwde op 4 september 1930 in Berlijn met Albert Salomon (1883-1976), chirurg. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Paula Lindberg kreeg grote bekendheid als lied-, oratorium- en operazangeres. In de jaren 1928-1933 zong ze in alle grote Duitse steden, maar ook in Bayreuth en Rome, onder dirigenten als Furtwängler, Toscanini, Klemperer en Erich Kleiber. Van een liederencyclus van Igor Stravinsky gaf ze de eerste uitvoering en Paul Hindemith droeg een compositie aan haar op. Ook gaf ze kerkconcerten met Albert Schweitzer aan het orgel. Naast haar optredens werkte ze met grote arbeiderskoren – ze vond het belangrijk de zangkunst te verbinden aan haar sociaaldemocratische denkbeelden. Eind jaren twintig ontmoette de arts Albert Salomon, een weduwnaar met wie zij in 1930 trouwde. Met hem en zijn dochter Charlotte (1917-1943) leidde ze, zoals ze zelf zei, een ‘joods leven’. Professioneel bleef ze zich Paula Lindberg noemen.
Na de Kristallnacht (9 november 1938) werd Albert Salomon opgepakt en overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen, waaruit hij na enige maanden op voorspraak van invloedrijke collega’s van Paula vrijkwam. Hij was volkomen verzwakt. Omdat kinderen tot en met de leeftijd van 21 jaar Duitsland vrij konden verlaten, stuurden de Salomons dochter Charlotte – nog net geen 22 – naar haar grootouders in het zuiden van Frankrijk. Zelf wisten ze in maart 1939 Duitsland te ontvluchten. Zij hadden emigratiepapieren voor de VS bij zich, maar strandden in Nederland en vonden tijdelijk onderdak bij Kurt Singer, die al in Amsterdam zat. Toen Nederland bezet werd, waren zij opnieuw in gevaar. Behalve op huisconcerten trad Paula eind 1941 ook op met het Nieuw Joods Kamerorkest in de Joodsche Schouwburg (voorheen de Hollandsche Schouwburg). Vermoedelijk in 1943 doken de Salomons onder, maar bij een razzia werden ze opgepakt en overgebracht naar Kamp Westerbork, waaruit ze later wisten te ontsnappen. Na een tocht langs vele schuiladressen belandden ze tenslotte in Limburg, waar ze in 1944 bevrijd werden.
Orgel
Barend (Bernard) Drukker (solist) (Amsterdam, 1 januari 1910 – Velp, 13 december 1992). Barend was gehuwd met Martha Estella Veerman (Amsterdam, – Auschwitz, ) en zij hadden drie kinderen; Rosette Dorine, Shira en Miriam.
Na het volgen van het Amsterdams Muzieklyceum (piano), werd Bernard Drukker in 1925 tweede organist en pianobegeleider in het Tuschinski Theater. In 1926 ging hij naar Cinema Royal. Drukker werkte mee aan de concerten die de Engelse radiofabriek Kolster-Brandes organiseerde voor luisteraars in Engeland op zondagen, als de BBC niet mocht uitzenden. Een maand lang werkte hij als repetitor in de Parijse Folies Bergères. In 1927 kreeg hij een aantal privélessen van pianist Vladimir Horowitz. In 1928 deed hij examen solospel aan het Amsterdams Conservatorium. In 1933 kreeg hij in Wenen hiervoor de doctorstitel. Tijdens de oorlog vormde hij het Groot Joodsch Amusementorkest. In 1942 ging Drukker met zijn gezin in de onderduik. Bernard overleeft als enige de oorlog. Nog ondergronds begon hij met zijn studie medicijnen, die hij afrondde met het doctoraal examen.
Arrangeur
Benedict (Boruch Hirsch-Benedigton) Silberman (Helsinki, Finland, 5 december, 1901 – Hilversum, 11 december, 1971) was pianist en werd in een advertentie van het orkest van 30 januari 1942 in Het Joodsche Weekblad genoemd als arrangeur. Silberman was een broer van Rudolf Silberman, die ook in het orkest speelde.
Het Joodsch Symphonie Orkest heeft 25 concerten gegeven vanuit de Joodsche Schouwburg (Hollandse Schouwburg) aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam. Vanaf juli 1942 werd de schouwburg gebruikt als doorvoerplek. Gevangenen wachten hier dagen- of wekenlang op hun deportatie (via Westerbork) naar het oosten.
Verder lezen?
Het Joodsch Symphonie Orkest
bron:
Samuel de Gorter, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130295557 (Samuel DE GORTER).
Nathan Manuel Slier, Joods Biografisch Woordenboek, http://www.jodeninnederland.nl/id/P-7198 (geraadpleegd 9 oktober 2024).
Andries de Swarte, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 797.
Godfried Zeelander, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 959.
Abraham Oberstein, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 600.
Charles Juda, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 402.
Simon Gompertz, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/227167/simon-gomperts (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Abraham Aaron Gompertz, Joodsmonument.nl, Den Haag, – Auschwitz, (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Heinz Adolf Lachmann, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 482.
Joseph Sloghem, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 747.
Lex van Weren, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 913.
Herman Schey, https://401dutchdivas.nl/bassen/357-hermann-schey.html (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Regina Estella Koster, https://nl.wikipedia.org/wiki/R%C3%A9_Koster (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Fania Chapiro, https://nl.wikipedia.org/wiki/Fania_Chapiro (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Imre Ungar, https://en.wikipedia.org/wiki/Imre_Ung%C3%A1r (geraadpleegd 10 oktober 2024).
S. Bergmann, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 99.
Olga Moskowsky – Elias, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/32313/olga-moskowsky-elias (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Paul Frenkel, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1428.
Evalina Schuyer – Salzedo, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/27863/evalina-schuijer-salzedo (geraadpleegd 10 oktober 2024)
Samuel Zilverberg, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 962.
B. Blez, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 124.
Bram Blez, The National Library of Israel, https://www.nli.org.il/en/a-topic/987007295910105171 (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Emanuel Haagman, https://nl.wikipedia.org/wiki/Emanuel_Haagman (geraadpleegd 10 oktober 2024).
Herman Bril, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-065.
Nathan Manuel Slier, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 746.
Nathan Manuel Slier, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130375357 (Nathan M SLIER).
Hendrika Tukkie, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130375306 (Hendrika SLIER TUKKIE).
Abraham Oberstein, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-352.
Pesse Cappe, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 549.
Sal Snijder, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sal_Snijder.
Marcus Rood, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 683.
Marcus Rood, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Rood_(musicus).
Louis Rood, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-325.
Jacob van der Woude, “Utrechts volksblad : sociaal-democratisch dagblad”. Amsterdam, 15-09-1939, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 13-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010940679:mpeg21:p005.
Levie Teeboom, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-065.
Abraham Teeboom, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-468.
Clara Teeboom – Teeboom, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/161079/clara-teeboom-teeboom (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Frits Schrijver, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/152373/frits-schrijver (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Louis Pens, https://www.wikiwand.com/nl/articles/Louis_Pens.
Elkan Hangjas, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/148126/elkan-hangjas (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Simon Furth, Stichting Sobibor, https://www.sobibor.org/simon-furth/ (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Joseph Koen, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Koen (geraadpleegd 13 oktober 2024).
Samuel de Gorter, Noord-Hollands Archief, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1919.
Louis Sons, gemeentearchief Den Haag, 0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, inventarisnummer 517.
Louis Sons, Familiebericht. “Algemeen Dagblad”. Rotterdam, 27-10-1986. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBPERS01:003049023:mpeg21:p00010.
Siegfried Jacques de Boer, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 86.
Siegfried Jacques de Boer, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Siegfried_de_Boer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Andries de Swarte, Margo Klijn, De stille slag: Joodse Arnhemmers, 1933-1945 (Westervoort 2003) 102-103.
Andries de Swarte, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/151718/andries-de-swarte (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Louis Schuijer, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/706765/louis-schuijer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Abraham van Zanten, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/189401/abraham-van-zanten (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Bram van Zanten, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 24-07-1942, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318328:mpeg21:p007.
Godfried Zeelander, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 959.
Simon Gomperts, Joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/227167/simon-gomperts (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Charles Juda, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130314458 (Charles JUDA).
Sam Swaap, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sam_Swaap (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Arnold Bronkhorst, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130268026 (Arnold BRONKHORST).
David Meijer, joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/585964/david-meijer (geraadpleegd 15 oktober 2024).
Eddie Leons, Herdenking Joods Orkest Den Haag. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 23-09-1966, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873971:mpeg21:p002.
CONCERT „HARPE DAVIDS”.. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 09-05-1924, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872480:mpeg21:p003.
Eliazar Leons, Gemeentearchief Den Haag, 0354-01 Bevolkingsregister gemeente Den Haag, toegangsnummer 1078.
Lion Rudelsheim, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 693.
Lion Rudelsheim, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130366501 (Lion RUDELSHEIM).
Leon Rudelsheim, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/L%C3%A9on_Rudelsheim (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Joël Hekster, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1477.
Elfriede Kuise Bickel, Stadsarchief Amsterdam, Persoonskaarten, archiefnummer 30408, inventarisnummer 50.
Alexander Baune, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 67.
Rosa Spier, Rosa Spierhuis, https://rosaspierhuis.nl/ (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Rosa Spier, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosa_Spier (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Paul Frenkel, Joods Biografisch Woordenboek, http://www.jodeninnederland.nl/id/P-2448 (geraadpleegd 16 oktober 2024).
imre Ungar, “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij”. Amsterdam, 06-05-1932, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 16-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011116833:mpeg21:p015.
Imre Ungar, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 1507.
Imre Ungar, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130387653 (Imre UNGAR).
Fanja Chapiro, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 153.
Herman Scheij, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6561.
Hermann Schey, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130370580 (Hermann SCHEY).
Hermann Scheij, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1786.
Ré Koster, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/R%C3%A9_Koster (geraadpleegd 16 oktober 2024).
judik Tof, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 816.
Judith Toff, wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Judith_Toff (geraapleegd 16 oktober 2024).
Pauline Micheels, Levi, Paula, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Levi [29/05/2017] (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Barend Drukker, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1395.
Bernard Drukker, wikipadia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bernard_Drukker (geraadpleegd 16 oktober 2024).
Elkan Hangjas, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130302323 (Elkan HANGJAS).
Levie van der Sluis, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-439.
Louis van der Hak, Repetitie. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 10-02-1959, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010678199:mpeg21:p006.
Louis van der Hak, bijna 49 jaar altviolist in het Noorden, gaat weg bij het NFO ‘Niemand heeft zich iets van ons aangetrokken’. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 29-04-1976, p. 27. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017535:mpeg21:p026.
Zoltán Székely, Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Zolt%C3%A1n_Sz%C3%A9kely (geraadpleegd 19 oktober 2024).
Aanvulling Leo Blom, met dank aan R. Jopp (email 23 februari 2025).
Aanvulling Eddy Elsas, met dank aan R. Jopp (email 23 februari 2025).
Aanvulling Jaap Mulder, met dank aan R. Jopp (email 24 februari 2025).
Jacob Mulder, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 576.
Hermanus de Haas, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130300235 (Hermanus DE HAAS).
Eliazar Elsas, gemeentearchief Den Haag, 0354-01 Bevolkingsregister gemeente Den Haag, inventarisnummer 475
Eliazar Elsas, NIOD, 2 Stukken betreffende bemoeiingen van de stichting met het Joodsche Symphonie Orkest: circulaires, arbeidsovereenkomsten, reglement voor de leden van het orkest, verzekeringspolis, 1941-1943.
Aanvullingen Elsas, met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025)
Rudolf Silberman, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130373674 (Rudolf SILBERMAN).
Rudolf Silberman, overlijden, Familiebericht. “De Telegraaf”. Amsterdam, 18-04-1986, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207174:mpeg21:p008.
Aanvullingen Silberman, met dank aan R. Jopp, email 26 februari 2025)
Abraham van der Star, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1832.
Abraham van der Star, Utrechts Archief, 1221 Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1943-1950, inventarisnummer 1848, aktenummer 1596.
Abraham van der Star, ontslag. “Utrechtsche courant”. Utrecht, 20-09-1941. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000207171:mpeg21:p009.
Aanvulling Van der Star, met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025)
Abraham van der Star, aanstelling, “Nieuwe Utrechtsche courant”. Utrecht, 26-08-1941, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA04:253400131:mpeg21:p00006.
Leo Blom, Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten, archiefnummer 5422, inventarisnummer 131.
Aanvulling Leo Blom, met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Maurits Snijders, Stadsarchief Amsterdam, Militieregisters, archiefnummer 5182, inventarisnummer 4384.
Maurits Snijders,, Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 2986.
Aanvulling Maurits Snijders met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Maria Naegele, Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Overlijden. Burgerlijke stand van de gemeente Hilversum, Archiefdeel van (dubbele) registers van de, Hilversum, archief 358.55, inventarisnummer 31941, 11-07-1941, Overlijdensakten van de gemeente Hilversum, 1941, aktenummer 470.
Marcus Cohen Rodriguez, Stadsarchief Amsterdam, Militieregisters, archiefnummer 5182, inventarisnummer 4462.
Marcus Rodriguez, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1158.
Lion Salomon Groen, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1451.
Lion Salomon Groen, “Het Parool”. Amsterdam, 02-07-1955. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010829694:mpeg21:p009.
Aanvulling Lion Groen met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Izaäk Gokkes, Stadsarchief Rotterdam, 999-06 Burgerlijke Stand Rotterdam, huwelijksakten , inventarisnummer 1940K.
Aanvulling Izaak Gokkes met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Joël Blitz, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 73.
Aanvulling Joël Blitz met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Salomon Polak, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 642.
Aanvulling Salomon Polak met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Jacques de Vries, Niod, 2 Stukken betreffende bemoeiingen van de stichting met het Joodsche Symphonie Orkest: circulaires, arbeidsovereenkomsten, reglement voor de leden van het orkest, verzekeringspolis, 1941-1943.
Aanvulling Jacques de Vries met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Jacob Davidson, Stadsarchief Amsterdam, Militieregisters, archiefnummer 5182, inventarisnummer 4480.
Aanvulling Jacob Davidson met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Levie van der Molen, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 566.
Aanvulling Levie van de Molen met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Jacques van Krefeld, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 466.
Aanvulling Jacques van Krefeld met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Willem Stokvis, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 785.
Aanvulling Willem Stokvis met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Louis Sons cencertmeester, Algemeen Dagblad, 25 maart 1954.
Blez, AMSTERDAMSCH BACHORKEST. “De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad”. 21 oktober 1936. ‘s-Hertogenbosch, 21-10-1936, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010540908:mpeg21:p006.
Joseph van den Berg, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 57.
Aanvulling Van den Berg met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Izaak Sternfeld, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 781.
Aanvulling Sternfeld met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Jacob van der Woude, Arolsen Archives, 425977 (JACOB WOUDE VAN DER).
Jacob van der Woude, La Rive Box, Hans de,”Bonte parade : een revue van bekende Nederlandse radiosprekers en artisten”. Van Campen,[1948]. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB28:004969000:00007.
Jacob van der Woude, Violist Jacob van der Woude terug in Hilversum Concertmeester bij het Radio Philharm. Orkest. “De Telegraaf”. Amsterdam, 07-05-1955, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110586365:mpeg21:p011.
Eva Franken, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 246.
Aanvulling Jacob van der Woude met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Joseph Sloghem, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 747.
Meijer Pruijm, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 655.
Meijer Pruijm, ABONNEMENTSCONCERTEN VAN HET N.A.K.O.. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 05-09-1941, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318171:mpeg21:p008.
Aanvulling Pruijm met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Herman Poons, Jaarlyksche Einduitvoering Kon. Conservatorium voor Muziek. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 15-12-1936, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010016953:mpeg21:p003.
Aanvulling Poons met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Spier-Broekman, Familiebericht. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 21-09-1921, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010007445:mpeg21:p004.
Hijman Bing, RESIDENTIE-ORKEST Zevende symphonie van Bruckner. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 10-10-1949. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000088033:mpeg21:p002.
Aanvulling Bing met dank aan R. Jopp (email 26 februari 2025).
Leydesdorff, “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant”. Zwolle, 27-10-1922. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMHCO01:000082701:mpeg21:p010.
Louisa Corper, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 163.
Aaron Gompertz, Haags Gemeentearchief te Den Haag, Bevolkingsregister gemeente Den Haag, ‘s-Gravenhage, archief 0354-01, inventarisnummer 583, 1913, Haags Bevolkingsregister (gezinskaarten).
Joods Orkest Den Haag, Herdenking Joods Orkest Den Haag. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 23-09-1966, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 18-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873971:mpeg21:p002.
Silberman, Het Joodsche weekblad. 30 januari 1942. Geraadpleegd op Delpher op 18-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:020994043:00001.
Rudolf Silberman, De radiogids. 10 augustus 1840. Geraadpleegd op Delpher op 18-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIBG01:005234006:00001.
illustratie:
Leden Joodsch Symphonie Orkest, Bep Koster, In gesprek met Simon de Leeuwe, Jagdaf, tweemaandelijks magazine voor Groningen, Drenthe en Friesland (Groningen, 11 december 1993) 10, 11.
Bram van Zanten, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 24-07-1942, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 15-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318328:mpeg21:p007.
Louis van der Hak, bijna 49 jaar altviolist in het Noorden, gaat weg bij het NFO ‘Niemand heeft zich iets van ons aangetrokken’. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 29-04-1976, p. 27. Geraadpleegd op Delpher op 19-10-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017535:mpeg21:p026.
Stokvis, Eerste huisconcert der sectie Holland. “De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad”. ‘s-Hertogenbosch, 11-11-1939, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010989851:mpeg21:p004.
B. BLEZ IN TOSCANINI’S ORKEST IN TEL-AVIV.. “De Telegraaf”. Amsterdam, 24-08-1937, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110577544:mpeg21:p009.
Jacob van der Woude, La Rive Box, Hans de,”Bonte parade : een revue van bekende Nederlandse radiosprekers en artisten”. Van Campen,[1948]. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB28:004969000:00007.
Silberman, Het Joodsche weekblad. 30 januari 1942. Geraadpleegd op Delpher op 18-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:020994043:00001.
Rudolf Silberman, De radiogids. 10 augustus 1840. Geraadpleegd op Delpher op 18-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIBG01:005234006:00001.
gepubliceerd:
16 oktober 2024
laatst bijgewerkt:
11 maart 2025