Max Herman Heymans werd in Arnhem geboren op 7 september 1918 als zoon van Maurits Heijmans (overleden Arnhem, 26 november 1933) en Jans Catharina Dormits (Arnhem, 8 oktober 1893 – Tröbitz, 23 april 1945) en overleed in Amsterdam op 20 september 1997. Hij had een oudere broer, Meijer, die ongeveer een jaar voor Max werd geboren en hij overleed als baby. Moeder hertrouwde drie jaar na het overlijden van de vader van Max met Joseph Arje Lissauer (Amsterdam, 22 oktober 1892 – Bergen-Belsen, 27 januari 1945). Max Heymans was een Nederlandse couturier.
Max groeide op in een Joods milieu en vader had verschillende beroepen, zoals in 1917 handelsreiziger en in 1933 koopman. In ieder geval was vader ook handelaar in zijde en andere stoffen en dat is belangrijk geworden voor de carrière van Max. Max liep in de weekenden als kleine jongen verkleed door het huis, onder meer in de jurken van zijn moeder. Hij verknipte al kleding van zijn moeder en maakte daarmee nieuwe creaties. Vader was daar niet blij mee. “Mijn vader voelde al dat er iets vrouwelijks in mij zat en dat beviel hem niet. Hij vond het maar niets dat zijn zoontje ‘s-zondagsochtend als een mannequin door het huis liep” (KNAL, 1966). Dat hij talent had werd opgemerkt door drie modezaken in Arnhem, waaronder Gerzon, en hij was al op dertienjarige leeftijd bij deze zaken etaleur.
De vader van Max overleed in 1933 en Max en zijn moeder (voor Max zijn meest geliefde persoon in zijn leven) verhuisden naar Amsterdam. Max ging in Amsterdam aan het werk als hoedenmaker. Aan het einde van de dertiger jaren verkocht hij zijn creaties via Maison de Bonneterie. Hij ging weer werken als etaleur, nu bij Hirsch & Cie aan het Leidseplein. Max ging al heel vroeg in de oorlog in onderduik. De reden daarvoor was dat hij in 1940 zag hoe twee Joodse jongens bij roeivereniging Poseidon door de SD gearresteerd werden. In de onderduik werden hem materialen door zijn vrienden geleverd, onder andere door zijn geliefde Joop Knoppers, en kon hij doorwerken. Zijn creaties uit die periode werden ook verkocht.
Zowel zijn stiefvader als zijn moeder werden in de oorlog vermoord. Max besluit dan zijn naam voortaan met een y te spellen. Max gaf na de oorlog zijn eerste modeshow in het Onyx-restaurant van het American aan het Leidseplein op 30 augustus 1945. In de jaren 50 en 60 werd Max steeds gewilder in Nederland. Hij was een geweldige couturier, maar een slecht zakenman en zijn uitgaven waren vaak hoger dan zijn inkomsten. Hij werd dan ook regelmatig door rijke vrienden ondersteund.
In 1960 opende hij een salon in Hirsch, een succesvolle samenwerking die maar twee jaar duurde. De eigenaren van Hirsch, Rob en René Kahn werden stapelgek van de excentrieke Heymans.
In het begin van de zestiger jaren kocht hij een pand op de Nicolaas Witsenstraat en dat was zowel woonhuis als atelier. Hij werd een beroemd couturier en op 19 september 1988 benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau. De gezondheid van Max was in zijn laatste jaren slecht, maar hij bleef tot op hoge leeftijd ontwerpen en modeshows organiseren. De laatste jaren waren die vaak in restaurant Le Garage van Joop Braakhekke. Braakhekke zorgde de laatste jaren dat Max dagelijks te eten kreeg en goed verzorgd werd. Ondanks de slechte financiële situatie is hij elke dinsdag in café Hoppe aan het Spui te vinden waar hij dan biertjes drinkt en audiëntie houdt en waar hij de Joodse tekenaar Winston Citroen regelmatig tegen het lijf loopt.
Op 20 augustus 1997 brak er een brand uit door kortsluiting in een elektrisch kacheltje in zijn woning aan de Witsenstraat. Max overleed een maand later, op 20 september 1997, op 79-jarige leeftijd, aan rookvergiftiging die hij door deze brand had opgelopen in het OLVG.
Hij had bij zijn overlijden geen rooie duit meer. Joëtta Honnebier, die hem de laatste 15 jaar bijstond, en de familie Mouwes zijn toen naar de sjoel in Buitenveldert gegaan en er is uiteindelijk besloten hem gratis te begraven op Muiderberg, op 22 september 1997. Een paar maanden later werd er een veilig georganiseerd van spullen en jurken van Heymans, waarmee een matseiwa (zerk) kon worden aangeschaft.
Het Max Heymans archief is sinds 2003 in bezit van het gemeentemuseum van Den Haag. De Max Heymansring is een naar hem vernoemde oeuvreprijs.
bron:
maxvandam.info,
nrc.nl,
wikipedia,
Krommer, Frank, het bewogen leven van Max Heymans, NIW, 7 april 2012,
laatst bijgewerkt:
24 september 2019