Kamp Vught, door de Duitsers Kamp Herzogenbusch genoemd, was een bijzonder kamp. Het was het enige concentratiekamp van de SS buiten Duitsland, andere kampen hadden een andere status. Vught stond onder direct commando van de SS in Berlijn. Het kamp werd in 1942 gebouwd omdat de doorgangskampen Amersfoort en Westerbork de grote hoeveelheid gevangenen niet konden verwerken. Op 13 januari 1943 arriveerden de eerste gevangenen, uit het doorgangskamp Amersfoort (foto rechts).
Vught was verdeeld in twee kampen, het ene was het JDL, het JudenDurchgangsLager, het andere deel het Schutzhaftlager waar mensen in werden opgesloten als preventieve hechtenis. Dit waren vooral Nederlandse en Belgische politieke gevangen.

Vanuit Vught zijn op 6 en 7 juni 1943 1269 Joodse kinderen via Westerbork naar met name Sobibor gedeporteerd waar ze vrijwel direct na aankomst vermoord zijn. Deze transporten staan bekend als de kindertransporten. Op 6 juni worden de kinderen van 0 – 3 met hun moeders op transport gezet, de dag erna de kinderen tot 16 jaar met hun vader of moeder…
Helga Deen schreef erover in haar dagboek: “Transport. Het is teveel. Ik ben kapot en morgen weer. Maar ik wil, wil, want als mijn geluk en wil sterft, sterf ik ook. Dit is om nooit meer te vergeten.”
Vught had voor de Duitsers ook een economische betekenis. Vliegtuigen werden er gesloopt en gerecycled en Philips had er werkplaatsen. De directie van Philips heeft ervoor kunnen zorgen dat de leefomstandigheden verbeterden, maar de deportatie van Joden naar de kampen in het oosten heeft Philips niet kunnen voorkomen. De Philips-barak heeft in Vught van februari 1943 tot juni 1944 bestaan.
In 2001 werd het dagboek van Helga Deen ontdekt, na het overlijden van een vriend van haar waar ze het dagboek aan naliet. Helga was de dochter van Willy Deen (Tilburg, – Sobibor, ) en Käthe Wolf (Nürnberg, – Sobibor, ). Vader en moeder trouwen in 1922 en gingen in Stettin wonen waar op 6 april 1925 Helga werd geboren. In 1928 volgde haar broertje Klaus Gottfried Albert (Stettin, – Sobibor, ). Na de Kristallnacht vertrok het gezin in 1933 naar Nederland. Op zaterdag 10 april 1943 moeten volgens een verordening van Rauter alle gezonde Brabantse Joden zich in kamp Vught melden; het gezin Deen volgt dit op en vertrekt naar het concentratiekamp.
Ze begint met haar dagboek op 2 juni 1943 – in eerste instantie op een optimistische toon.
Helga Deen gaat samen met haar ouders en broer op 13 juli 1943 op transport naar Sobibor, waar het gezin Deen op 16 juli 1943 wordt vermoord.
Nationaal Monument Kamp Vught
bovenste foto joodsamsterdam.nl
1 mei 2016
5 februari 2025