Jules Loszynski staat op een bijzondere foto waar hij ijs verkoop bij het Lloydhotel in 1939. Het Lloyd was op dat moment een van de vluchtelingenkampen in Nederland. Duits-Joodse vluchtelingen voor het nazi-regime werden er opgevangen, mannen, vrouwen en kinderen. Het Lloyd probeerde het verblijf voor de vluchtelingen zo goed mogelijk te maken en zo was er op 8 augustus 1939 een kinderfeest.
Jules Loszynski werd in Amsterdam geboren op 19 september 1909 als zoon van coupeur Simon Loszynski (Schocken, Duitsland, 23 september 1869) en Amalia Manasse (Schwerin, Duitsland, 23 juli 1870). Hij had nog een oudere zus, Liesbetta (Berlijn, 9 oktober 1899). Jules trouwde op 26 augustus 1937 met Ruth Reich (Berlijn, 26 augustus 1916 – 2011). Het gezin van Ruth was rond de eeuwwisseling vanuit Polen naar Duitsland gekomen. Het trouwfeest werd gevierd in “Speisehaus Adolf Veit” op de Kurfürstendamm 22. De Reichs woonde in 1938 op de Gervinusstraße 20 in Berlijn-Charlottenburg. Ruth en Jules gingen naar Amsterdam, de familie van Ruth – vader Benno, moeder Herta Lina en broer Manfred, werden als een van de eerste maatregelen van de nazi’s uit Berlijn verjaagd en kwamen in het niemandsland tussen Polen en Duitsland terecht. Na de invasie van Polen is bekend dat ze in het getto van Krakau hebben gewoond, het laatste teken van leven.
De ouders van Jules woonden sinds 1902 in Amsterdam, het is niet bekend of ze na de geboorte van Jules als gezin terugkeerden naar Duitsland. Jules ging in het interbellum wel naar Duitsland.
In 1938 kwamen Jules en Ruth naar Amsterdam waar ze op de Biesboschstraat 56-2 gingen wonen. Jules vond werk bij het Lloydhotel, in die tijd een van de vluchtelingenkampen in Nederland om Duits-Joodse vluchtelingen op te vangen.
Ruth en Jules woorden begin 1940 op de Deurloostraat 88-3, in juli 1940 op de Slaakstraat 8-2, in januari 1942 op de Krammerstraat 4-1 en in september 1943 op de Reitzstraat 23-1. Jules was volgens de archiefkaart kantoorbediende, en werd tijdens de oorlog timmerman bij de Joodse Raad waardoor het gezin een Sperre had. De kaart van de Joodse Raad zelf laat nog meer van de kwaliteiten van Jules zien. Hij was correspondent, werkte op de Juridische Afdeling, bij de Voorlichting, Reis- en Verhuisvergunningen op het kantoor op de Oudeschans; had de Obersekunda gedaan – een soort HBS en hij had de Hogere Handelsschool gedaan. Het had verschillende diploma’s waaronder machinebouw, machinetekenen, parachutemaker, bankwerker en hij had een opleiding als gymnastiekonderwijzer afgerond.
Jules stond op de 2e Veteranenlijst, een lijst die enige bescherming gaf. Jules en Ruth kwamen toch in Westerbork terecht, en werden er op 4 november 1943 geregistreerd. Op 11 januari 1944 werden ze gedeporteerd naar Bergen-Belsen. In Bergen-Belsen is Jules op 3 december 1944 omgekomen. Ruth overleefde de verschrikkingen van Bergen-Belsen en keerde terug naar Amsterdam. Op 14 september 1945 werd ze ingeschreven op de Stadhouderskade 51, een maand later op de Sluisstraat 53 en op 28 oktober 1947 op de Rooseveltlaan 135-III. Zij is op 28 maart 1948 hertrouwd met Hugo Emanuel Weil (Meisenheim, – Amstelveen, ), Hugo had eveneens de sjoah overleefd. Ruth en Hugo kregen twee kinderen.
bron:
Stadsarchief Amsterdam, Jules Loszynski, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 520
illustratie:
laatst bijgewerkt:
18 april 2020