Joseph Bueno Vivas

uitgestalde beerput familie Bueno Vivas, tentoonstelling JHM, © joodsamsterdam

Op de prachtige tentoonstelling Waterlooplein, de buurt binnenstebuiten, die van oktober 2020 tot en met begin juni 2021 in het Joods Historisch Museum (nu Joods Museum) te zien was, is een van de meest bijzondere objecten wel de beerput van Zwanenburgwal 51. Deze beerput werd in de jaren 80 van de vorige eeuw, toen de huizen van het Waterlooplein werden afgebroken en moesten wijken voor de Stopera, door archeologen opgegraven en minutieus geconserveerd. Moderne technieken leerden in deze eeuw de archeologen nog meer over de vondsten en door geschiedenis te combineren met archeologie kunnen we nu het verhaal rond deze familie reconstrueren.

De beerput is geïdentificeerd als zijnde van de familie Bueno Vivas. Joseph woonde vanaf 1642 met zijn vrouw Simcha Bueno en zijn gezin in dit huis op de Zwanenburgwal. Hij was een welvarend koopman uit Portugal en handelde in koloniale waren en andere goederen. Om op de Zwanenburgwal te gaan wonen was heel goed voorstelbaar, want hoewel deze locatie vlak voor de Tweede Wereldoorlog geen vooraanstaande plaats was, was dat wel zo in de zeventiende eeuw.
In Portugal leefde het gezin gedwongen als christen, in Amsterdam konden zij openlijk Joods zijn en keerden volledig terug naar de religie van zijn voorouders. Joseph werd actief in de Portugees-Joodse gemeenschap. Daar was hij niet zomaar een lid van deze gemeente, maar is zijn naam terug te vinden bij de ondertekenaars van het huishoudelijk reglement van de Vereenigde (Portugese) Gemeente, getekend op 28 av 5399 (28 augustus 1639). Daarmee lijkt het er op dat het huis op de Zwanenburgwal niet de eerste woning was van de familie.
De beerput, die later door archeologen ‘beerput 48’ werd genoemd, geeft geschiedenis prijs tussen 1650 en 1675. Zoals overal werd de beerput gebruikt voor de behoefte, maar ook resten van de maaltijd en kapot aardewerk werden erin weggegooid. En af en toe viel er wel eens wat tussen wat er niet in had moeten vallen. In de beerput van Bueno zat Portugees aardewerk, maar ook aardewerk en kookgerei dat in Amsterdam gekocht werd. Er is een grote hoeveelheid kippenbotjes gevonden, daardoor kan worden geconcludeerd dat het een welvarend gezin was; vlees-eten was duur, kip was niet goedkoop. Van alle dierlijke resten was een uitzonderlijk klein deel van niet-toegestane dieren binnen de Joodse religie (vooral enkele schaaldieren) en er werden de resten van een sjabbathlamp gevonden.  Een Joods huishouden dus.

Met deze feiten wordt het interessant om te kijken wanneer de naamgenoten, en waarschijnlijk de familie, in de archieven voorkomt.
Het ondertrouwregister geeft een aantal keren stukken met de naam Bueno Vivas weer. Op 15 februari 1675 ging Abram Bueno Vivas, koopman op Vlooienburg, in ondertrouw met Ragel Senca de Valenca. Op 22 april 1707 ging Ester Bueno Vivas in ondertrouw met Jacob de Valenso Semah. De getuige van Ester was haar vader Abraham Bueno Vivas, de Abram van 1675?

In 1743 komen we in het archief weer een Bueno Vivas tegen. Op de 19e januari van dat jaar werden Joseph en Jacob Bueno Vivas genoemd in verband met een transactie rond een huis met erve op de Zwanenburgwal bij de diaconie. De familie is nog verder te volgen via verschillende archiefstukken.

De familie Bueno Vivas vertelt het verhaal van Sephardische Joden in de eerste eeuw van vestiging in Amsterdam.

 

bron:
D. H. de Castro, 1675 – 1875, De Synagoge der Portugees-Israëlietische te Amsterdam (Den Haag 1875), bijlage B, XLIII
Stadsarchief Amsterdam, transactie huis, Kwijtscheldingen, archiefnummer 5061, inventarisnummer 2177.
Ibidem, Abram Bueno Vivas, Ondertrouwregister, archiefnummer 5001, inventarisnummer 690, blad p.26
Ibidemn, Ester Bueno Vivas, Ondertrouwregister, archiefnummer 5001, inventarisnummer 705, blad p.391

illustratie:
uitgestalde beerput familie Bueno Vivas, tentoonstelling JHM, © joodsamsterdam

gepubliceerd:
7 oktober 2020/19 december 2021

laatst bijgewerkt:
19 december 2021