Jetty Paerl

Jetty Paerl werd als Henriëtte Nanette Paerl in Amsterdam geboren op 27 mei 1921. Ze groeide op in Amsterdam. Aan het begin van de 2e Wereldoorlog, in de Pinkstervakantie, was het haar vader Jo Paerl gelukt om met zijn vrouw, dochter en zwemster Willy den Ouden naar Londen te vluchten; een reis die maanden duurde via België, Parijs en Bordeaux. In Bordeaux kwam ze op een Nederlands schip terecht dat hen naar Londen bracht.

In Londen kreeg ze een baan als ontwerpster voor kinderkleding bij een winkel in New Bond Street waarmee ze haar levensonderhoud kon betalen. Maar ze werd bekend doordat ze in Londen meewerkte als Jetje van Oranje aan cabaret De Watergeus. Ze zong goed, stond bekend om haar geweldige articulatie wat noodzaak was omdat de Duitsers de uitzendingen van Radio Oranje verstoorden. Hoe beter de articulatie, hoe meer overkwam in Nederland.

Radio Oranje verzorgde vanuit Londen de uitzendingen voor het bezette Nederland. Ze bestreed de bezetter zingend en veel van haar teksten, zoals het overbekende “Op de hoek van de straat staat een NSB’er” werden geschreven door haar vader, filmproducent Jo Paerl. Haar achternaam werd nooit gezegd omdat haar twee broers nog in Nederland waren, en het verzetswerk van Jetty zou hen in gevaar gebracht hebben.

Het cabaret op Radio Oranje werd door de regering geschrapt toen de bezetting in Nederland een grimmiger karakter kreeg. Het verzet van Jetty bestond niet alleen uit haar radiowerk, maar ze was ook lid van het Vrouwen Hulpkorps en ze reed op drietonners, en kwam bij de bevrijding van Nederland via Zeeland op die manier terug.

Ze werd toen gestationeerd in Rotterdam en zonder verlof reed ze met de vrachtauto naar Amsterdam, ze wilde naar huis. In Amsterdam parkeerde ze haar militaire vrachtauto voor het City Theater op het Leidseplein. Daar hoorde ze dat haar beide oudere broers nog leefden, één was in Nederland gebleven, de ander was naar Zwitserland gevlucht. Het gezin was nog compleet, wat zeer bijzonder was voor een Joods gezin. Een groot deel van haar overige familie bleek vermoord te zijn.

Haar radiowerk ging door in Hilversum. in 1951 trouwde Jetty met tekenaar Cees Bantzinger en ze kregen een dochter, Anne-Rose Bantzinger. In 1956 opende ze in Lugano, Zwitserland, het allereerste Eurovisie Songfestival met het lied “de vogels van Holland“, geschreven door Annie M. G. Schmidt, gecomponeerd door Cor Lemaire. In de eerste songfestivals vaardigde elk land twee inzendingen af, Corry Brokken zong in dat jaar het andere lied. Jetty werd tweede, Lis Assia werd eerste met “Refrain“. Het songfestival werd toen nog niet op de televisie uitgezonden, maar op de radio.

Cees Bantzinger, haar man, was een kunstenaar pur sang die altijd en overal tekende. Hij tekende ook naakten, wat niet altijd door iedereen begrepen werd en in 1960 zelfs tot een relletje leidde omdat hij een paar naakttekeningen in de etalage van zijn atelier had geplaatst.
Bantzinger verdronk zichzelf op 5 februari 1985, een week nadat een historicus hem gemeld had dat hij brieven had gevonden waaruit bleek dat hij korte tijd lid was geweest van de NSB. Dat was echter aan het begin van de oorlog, Bantzinger was tijdens de oorlog ondergedoken en werkte in die tijd voor illegale uitgeverijen.

Jetty overleed op 22 augustus 2013 in Amsterdam op 92-jarige leeftijd.

 

bron:
wikipedia.nl,
janvanbreda.biz,
radiointerview op café Kooijmans,
Elsevier 17 jan 2007,
Telegraaf 24 aug 2013.

gepubliceerd:
25 april 2016

Laatst bijgewerkt:
22 augustus 2024