Jacob Joseph Posno

Nadat zijn diamantslijperij op de Weesperstraat, bij een brand eind 1844 verloren ging, werd Jacob Joseph Posno (Amsterdam, 1 maart 1810 – Haarlem, 25 oktober 1882) een van de drijvende krachten achter én de eerste directeur van de in 1845 opgerichte Diamantslijperij Maatschappij. Deze maatschappij liet op de Nieuwe Achtergracht 170 een grote slijperij bouwen. Het gebouw is nu in gebruik bij de Universiteit van Amsterdam. Wie was Posno?

De vader van Jacob was de koopman Joseph Machiel Posno (Amsterdam, 31 oktober 1784), zijn grootvader was Yechiel (Michiel) Levie Posno (Den Haag – Amsterdam, 26 september 1820) en zijn overgrootvader was Levie Barend Polak Posno (Poznan, 1732) waarmee de familienaam verklaard is. De voorouders van Jacob kwamen uit uit Poznan in Polen, een stad die in tijd sterkte banden had met Duitsland en vanaf 1793 tot het Duitse Rijk behoorde.
Poznan was een stad met een grote Joodse bevolking, in 1793 bijna 25%. Levie Barend trok naar Den Haag alwaar zijn zoon Yechiel, Michiel genoemd in Den Haag, aan het einde van de achttiende eeuw geboren werd. Deze Yechiel trouwde met Rebecca Levie Cohen en in de loop van hun leven vestigden zij zich in Amsterdam. Hun zoon Joseph Machiel werd er een succesvol koopman en deze Posno’s behoorden tot de beter gesitueerde Joden van Amsterdam. Joseph Machiel woonde rond 1860 op de Prinsengracht 735 (toenmalige nummering) en later op Prinsengracht 1039.

Joseph Machiel werd de vader van een groot gezin. Hij trouwde met Laure Weil (Parijs, 10 mei 1808 – Amsterdam, 17 november 1862) en zij kregen de volgende kinderen; Machiel Jacob (Amsterdam, 15 juni 1829 – Amsterdam, 10 november 1829), Rebecca (Amsterdam, 10 oktober 1830), Constance (Amsterdam, 28 mei 1832 – Amsterdam, 12 november 1890), Joseph (Amsterdam, 28 juli 1833 – Amsterdam, 27 februari 1835), Charles (Carl Jacob – Amsterdam, 25 december 1836 – Londen, 1901), Julia (Amsterdam, 13 juli 1838 – Amsterdam, 15 september 1851 – Wilhelmina (Amsterdam, 10 juli 1839 – Haarlem, 29 september 1900), Ida (Amsterdam, 23 september 1840), Eduard (Amsterdam, 23 oktober 1841 – Amsterdam, 16 februari 1891), Fredrik (Amsterdam, 14 september 1843 – 22 mei 1860), Emma (Amsterdam, 16 februari 1851 – Toulouse, 28 juli 1889), Jennij (Amsterdam, 24 januari 1852 – Haarlem, 7 februari 1885), Levie Posno en Assur Posno. Emma was gehuwd met Bernard Rothschild (1830).

De brand
Jacob Joseph Posno was in 1844 al een van de grote spelers bij de Amsterdamse diamantslijperijen. Hij had twee slijperijen die met paardenkracht werden aangedreven en eind 1844 ging een van deze bedrijven, op de Weesperstraat, door brand verloren. Posno gaat niet bij de pakken neerzitten en besloot innovatief te werk te gaan. Hij wilde de fabriek opbouwen en vernieuwen en ging met collega-juweliers in zee en richtte met hen de Diamantslijperij Maatschappij op. Zijn vader was de grootste aandeelhouder met 70 aandelen, Jacob heeft er 16, net zoals Levie Posno en Assur Posno. Verder hadden andere grote namen eveneens aandelen, zoals Jonas Dresden, Ephraïm Dresden, Moritz Dresden, Hermanus Dresden, Marc Marchand, Léon Marchand, Joseph Marchand, Wolff Josephus Jitta en Simon Josephus Jitta. In totaal waren er zo’n 50, voornamelijk Joodse, kooplieden die deel namen aan de maatschappij.

Diamantslijperij Maatschappij
De onderneming werd een succes en behoorde jarenlang tot de grootste speler in Amsterdam. Men verhuurde slijpersplaatsen die naar behoefte werden gehuurd door de juweliers. Het zorgde voor efficiency en grotere winsten. Al vanaf het begin bezat de maatschappij enkele slijperijen. De eerste fabriek werd op 24 augustus 1846 in gebruik genomen aan de Nieuwe Achtergracht in het gedeelte dat nu het Roeterseiland is. De fabriek werd begonnen met 416 slijpmolens en steeds uitgebreid tot wel 613 molens. De grote slijperij op 168-170 was gereed in 1905 en werd ontworpen door de architecten J. van Straaten, W.C. & K. de Wit  en W. Hamer. De fabriek bleef in gebruik tot 1964, vanaf dat jaar werd het gebouw gebruikt door de Universiteit van Amsterdam.

Jacob Joseph Posno
De rol die Jacob in de samenleving speelde was groot en divers. Het bericht na zijn overlijden laat zien dat hij Consul Generaal van Turkije was geweest, geridderd was in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Keizerlijke (Turkse) orde van de Medjidié

 

bron:
1793 – 3021 Joden van de 12.538 inwoners in Poznan.
Jacob Joseph Posno, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1853-1863, archiefnummer 5000, inventarisnummer 572.
Jacob Joseph Posno, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2058

aandelen, Advertentie. “Nederlandsche staatscourant”. ‘s-Gravenhage, 09-04-1845, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010089469:mpeg21:p004.
Familiebericht. “Opregte Haarlemsche Courant”. S.l.], 31-10-1882. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB12:000022105:mpeg21:p00004.
Daniël M. Metz, Diamantgracht. Het Joodse hart van een typisch Amsterdamse industrie (Zwolle 2022) 38.

illustratie:
Familiebericht. “Opregte Haarlemsche Courant”. S.l.], 31-10-1882. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB12:000022105:mpeg21:p00004.

gepubliceerd:
17 december 2022

laatst bijgewerkt:
24 juni 2024