Jacob Israël de Haan

homomonument
© joodsamsterdam.nl

Geen Amsterdammer, maar er werd wel een straat naar hem vernoemd in De Pijp. Daarnaast staat een dichtregel van hem op het Homomonument.

Jacob Israël de Haan (Smilde, 31 december 1881 – Jeruzalem, 30 juni 1924) was de zoon van een Chazan. Het was een groot gezin en een van zijn zussen is de schrijfster Carry van Bruggen.
In 1885 verhuisde het gezin van Smilde naar Zaandam en Jacob ging in 1896 naar de kweekschool, om onderwijzer te worden. In 1900 werkte hij als onderwijzer op een school in de Amsterdamse Pijp.
In 1904 werkte hij bij het socialistische dagblad Het Volk en schrijft het boek Pijpelijntjes. Dat boek bracht nogal wat commotie teweeg. Vanwege de homoseksuele thematiek werd hij door zijn hoofdredacteur ontslagen.
Het boek werd, samen met een ander boek van De Haan, Pathologieën, belangrijk ivoor de de homo-emancipatie. Naast deze romans schreef hij ook vrome Joodse gedichten.

jacobdehaan
Jacob Israël de Haan als juridisch docent aan de Universiteit van Amsterdam

In 1907 trouwde hij met een negen jaar oudere niet-Joodse Johanna van Maarseveen, die gemeentearts was. Hij voelde zich zeer aangetrokken tot het socialisme en werd lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij). Naast zijn werk als onderwijzer ging hij naar de universiteit en daar studeerde hij rechten. Hij promoveerde op 1 februari 1916 en wordt enkele maanden later docent op de Universiteit van Amsterdam.

Het leven van Jacob wisselde zeer. Hij zei het socialisme vaarwel en werd zionist. In 1919 emigreerde hij naar Palestina en werd daar correspondent voor het Algemeen Handelsblad, docent aan de Joodse Universiteit en een van de politieke leiders van de antizionistische beweging. Hij had goede contacten, onder andere met de Emir van Trans-Jordanië en werd steeds meer als een bedreiging gezien. Hij wilde dat de Joden en Arabieren als gelijken zouden leven in het Britse Mandaatgebied Palestina en onderhandelde met de Arabieren. Zijn stellingname leidde op de Universiteit van Jeruzalem in 1923 zelfs tot een staking onder de studenten. Zij eisten de verwijdering van De Haan als docent vanwege zijn antizionistische stellingname.
Zijn bemoeienis werd niet op prijs gesteld en kostte hem het leven. Een van de zionistische organisaties, de Hagana, liet hem op 30 juni 1924 door Avraham Tehomi (1903-1990) vermoorden. Ook toen nog niet duidelijk was wie de moord gepleegd had, meldden de kranten al dat de moord waarschijnlijk gerelateerd zou zijn aan de opstelling van De Haan in relatie tot het zionisme, zoals werd verwoord in het Bataviaasch Nieuwsblad van 3 juli 1924:

‘Moord op Jacob Israël de Haan.

De vermoording van den schrijver en journalist Mr. Jacob Israël de Haan te Jeruzalem, houdt zeer waarschijnlijk verband met antizionistische propaganda. De moord vond plaats op de binnenplaats van het (Sha’arei Zedek – red) ziekenhuis (aan de Jaffastraat – red). Er werd met een revolver op hem geschoten. Van de daders geen spoor.’

dehaanmonument
© joodsamsterdam.nl

Tot het eind van zijn leven hield De Haan heimwee naar Amsterdam, wat onder meer tot uitdrukking komt in een tekst van hem op een monument in de Jodenbreestraat.

 

 

bron:
Bataviaasch Niewsblad, 3 juli 1924, Moord op Jacob Israël de Haan
De Telegraaf, 8 juni 1923, Staking aan de universiteit te Jeruzalem.
De Telegraaf, 1 juli 1924, Jacob Israël de Haan overleden
Cohen, Misha, Kroniek van een aangekondige moord, in Vrij Nederland, 22 mei 2015.

gepubliceerd:
1 mei 2016

Laatste aanpassing:
27 februari 2024