Een foto van Puls die een huis leeghaalt. Een overbekende foto en de plaats kwam me bekend voor maar ik kon de erker niet plaatsen waar “koper en ijzerwaren” op staat. Tot ik op het gebouw in de verte gewezen werd, de Amstelkerk en het overduidelijke hoekpand met een paar dichtgemaakte ramen. En daarna viel het kwartje snel. Onder staat een foto van de huidige situatie. Door de bomen is de Amstelkerk niet te zien en de ijzerhandel is de bekende ijzerhandel Fillet aan de Kerkstraat. Maar…, die is toch aan de andere kant van de straat? Zeker, sinds 1970 is Fillet op 379 gevestigd maar daarvoor, van 1903 – 1970 op Kerkstraat 330.
Welke huizen werden er gepulst? Dat is nu de locatie bepaald is eenvoudig na te zoeken. Het moeten de bewoners zijn geweest van een van de volgende huisnummers: 328, 330, 332, 334, 336 of 338 of, wanneer het huizen betrof aan de overzijde van de straat nu nummers 377, 375, 373, 371.
Kerkstraat 328
Horst Rosenthal (Berlijn, 23 april 1911 – Mauthausen, 13 januari 1943). Horst was kelner van beroep, naar Nederland gevlucht maar verder is er niets bekend over hem.
Kerkstraat 330
Isaäc van der Glas (Amsterdam, 16 oktober 1887 – Auschwitz, 31 mei 1944). Isaäc (oom Sjaak) was getrouwd en zijn vrouw, de niet-Joodse Johanna Eduardia Marie Heick (Hamburg, 27 februari 1889), tante Wies, heeft de oorlog overleefd. Wies en Sjaak ontmoette elkaar toen Wies met een circus in Amsterdam was en Sjaak viel op de mollige Wies – het schoonheidsideaal van die jaren. Naast haar werk in het variété had Wies op het Rembrandtplein ook een café met dames van plezier. Isaäc was pianist van beroep, werkte als zodanig bij Tuschinski en hielp Joden, waaronder zijn achterneefje Max Degen en Martha Zwaaf. Door verraad werd Isaac op 19 september 1943 gearresteerd en kwam via Westerbork in Auschwitz terecht, waar hij werd vermoord. Ook Martha en Max werden op 19 september weggehaald en kwamen in de Hollandse Schouwburg terecht, en van daar in de crèche (vanwaar vele Joodse kinderen zijn weggesmokkeld). Wies ging daarheen om het personeel duidelijk te maken dat een onderduikplaats al geregeld was. Martha en Max werden uit de crèche gesmokkeld en kregen een onderduikplaats en overleefden de oorlog.
Na de oorlog ging Wies op zoek naar haar neefje, vond hem en zag hoe goed er voor hem gezorgd werd. Ze was al bijna 60 en besloot hem bij familie Schaap te laten. In de loop van 1945 werd bovendien duidelijk dat de ouders van Max vermoord waren.
Kerkstraat 373-1
Op dit adres woonde Hanna Vieijra. Zij was in Amsterdam geboren op 21 juni 1884 en werd in Sobibor vermoord op 4 juni 1943. Bij haar woonde een verwant, Schoontje Vieijra (Amsterdam, 16 mei 1890 – Auschwitz, 22 oktober 1943). Meer is over hen niet te vinden.
Kerkstraat 375-1
Hier woonde het gezin de Vries. Vader Jacob de Vries (Amsterdam, 24 augustus 1906) overleefde de oorlog, maar zijn vrouw Rebekka Wallega (Rotterdam, 14 augustus 1905 – Birkenau, 18 november 1943), hun zoon Arend Isack (Rotterdam, 25 maart 1929 – Auschwitz, 19 november 1943) en hun zoon Louis (Amsterdam, 9 april 1937 – Auschwitz, 19 november 1943) niet.
Wie werd er gepulst?
Het zal waarschijnlijk niet het huis van familie Van der Glas zijn dat op de foto gepulst werd. De inboedel werd voor zover bekend niet weggehaald bij huishoudens van “gemengde” huwelijken. Er ligt flink wat buit op de vrachtwagens, maar Puls ging meerdere adressen langs voor hij de goederen afleverde in Loods Argentinië. Wel staan er drie wagens. Horst was alleen, Hanna en Schoontje werden in de zomer/herfst weggehaald wanneer de bomen nog bladeren hebben. Het gezin De Vries werd weggehaald in november; de foto zal waarschijnlijk half november 1943 genomen zijn bij het pulsen van Kerkstraat 375-1
bron:
foto boven beeldbank WO2 / NIOD,
winkelstories.com,
joodsmonumentzaanstreek.nl,
maxvandam.info (naam vader De Vries),
joodsmonument.nl
laatst bijgewerkt:
25 september 2019