Op 21 december 1856 werd J. H. (Henri) Teixeira de Mattos geboren. Hij was een neef van beeldhouwer Joseph Mendes da Costa.
Toen Henri 16 jaar was ging hij werken bij de Nederlandse Bank, maar na anderhalf jaar zei hij het bankwezen vaarwel en schreef zich in om beeldhouwen te gaan leren. Hij meldde zich aan bij de Rijksacademie en werd aangenomen.
Hij ging een tijd naar Rome (1879-1881) om daar het werken met marmer onder de knie te krijgen, maar hij kwam terug naar Amsterdam omdat hij het werk in Italië weinig vernieuwend vond. Hij heeft dan een atelier in de Henri Polaklaan.
In Amsterdam volgde hij de opleiding M.O.-schilderen. Daarna vertrok hij naar Londen, en bleef daar van 1891 tot 1899. Zijn werk werd in Engeland niet gewaardeerd.Hij kwam terug naar Nederland en ging in Den Haag wonen.
Henri kwam in contact met de eigenaar van Haga, een aardewerk- en plateelfabriek. Teixeira de Mattos ging modellen van plastieken leveren voor de plateelfabriek.
Hij behoorde tot de impressionisten, en maakte van het wilde dier zijn specialisme. Hij kreeg zijn inspiratie vaak in Artis tussen 1881 en 1892. In het Tropenmuseum staat een werk van hem in de ontvangstzaal, “gevaar”, wat gebaseerd is op inspiratie die Henri in Artis opdeed..
Verder maakte hij portretbustes en een enkel grafmonument, zoals dat van mevrouw Carré. Toen hij wat ouder werd, ging hij meer schilderen.
Henri Teixeira de Mattos overleed in Den Haag op 51-jarige leeftijd op 19 december 1908.
bron:
wikipedia,
Purmerends Museum,
www.inghist.nl,
joodsmonument.nl,
artnet.com
Laatst bijgewerkt:
18 september 2019