Hendrika van Gelder werd geboren in 1870 in Amsterdam. Zij was het zesde kind van de totaal twaalf kinderen van Reintje Simons en Abraham van Gelder. Haar vader was handelaar in goud – en zilver. Het gezin woonde eerst op de Oudezijds Voorburgwal, later verhuisden ze naar de Nicolaas Maesstraat.
Getuige de journalist Josef Gompers die een uitgebreid artikel over haar schreef in het Joodse weekblad De Vrijdagavond, waren haar ouders niet erg enthousiast over een carrière in de beeldende kunst. Maar Hendrika mocht wel naar de Dagtekenschool voor meisjes voor het L.O. diploma tekenen. Zij kreeg daar schilderlessen van Jo Stumpff en boetseerles van de beeldhouwer M. J. Hack. De kunstschilder Eduard Frankfort zag haar talent en nam haar in de leer. Ook kreeg zij schilderlessen van Henriëtte Asscher. Of zij ooit tekenlerares is geweest, is niet bekend.
Zij was lid van drie kunstenaarsverenigingen, St. Lucas, Arti et Amicitiae en De Onafhankelijken; in de catalogi van hun groepsexposities komt haar naam elk jaar voor. Hendrika van Gelder was een begaafd portretschilderes en dat deed zij het liefst. Maar ze maakte ook landschappen, (bloem) stillevens en interieurs, in olieverf en pastelkrijt. Haar schilderstijl was realistisch maar met een vlotte losse toets; zelf noemde zij haar stijl ‘impressionistisch’. Zij maakte ook wel abstract werk: “Decoratieve uiting in kleur en lijn van ‘persoons aanvoelingen” zoals ze het zelf noemde. In 1925 verscheen een uitgebreid artikel over haar in het Joodse weekblad De Vrijdagavond.
Hendrika bleef in haar ouderlijk huis wonen, maar na de dood van haar moeder in 1933 verhuisde ze naar een atelierwoning in het pas gebouwde kunstenaarscomplex in de Zomerdijkstraat. Vandaaruit werd zij in 1943 gedeporteerd naar Sobibor. Het merendeel van haar werk is in de oorlog verloren gegaan.
Twee Nederlandse musea hebben werk van haar; het Teylersmuseum in Haarlem een klein meisjesportret; het Joods Historisch Museum in Amsterdam een stilleven met symbolen van het Joods geloof. Haar andere werk dat nog over is (vijftien werken) bevindt zich in privébezit. Mettertijd hoopt de schrijver dezes meer werk van haar op het spoor te komen ten einde een kleine oeuvrecatalogus hiervan te kunnen samenstellen.
bron:
van Adrichem (e.a.) Rebel mijn hart: kunstenaars 1940-1945 (Zwolle 1995) 191
Gompers, ‘Hendrika van Gelder, Joodsch schilderes’, De Vrijdagavond 2 (1925) 34, 123 – 125
A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, (1981)162
www.joodsmonument.nl, lemma Hendrika van Gelder (geraadpleegd 12 oktober 2020)
artikel Hendrika van Gelder met dank aan Renée Simons
illustratie:
Hendrika van Gelder, Collectie Joods Historisch Museum. Stilleven, tafel met daarop gedrapeerd gebedskleed. Op de tafel staan allerlei joodse voorwerpen zoals een chanoekia, havdalakaars, estherrol, kiddoesjglas, karaf wijn, besamiembus, gebedenboek, etrog en schaal met matzes. Olieverf, 75,5 X 66.0
Hendrika van Gelder, zelfportret ca 1925. Uit ‘De Vrijdagavond’, origineel is verloren gegaan
Hendrika van Gelder, zelfportret gedateerd 1929, privebezit
gepubliceerd:
12 oktober 2020
laatst bijgewerkt:
1 september 2022