Helga Kronheim

glogausynagogeGlogau, Duitsland, 1929 (Nu Glogów, Polen)
Helga Kronheim werd in Glogau geboren, in Duitsland, en tegenwoordig behoort deze stad tot Polen. De Joodse gemeenschap van Glogau was in grootte slechts 2% van de totale bevolking maar was wel een van de rijkste Joodse gemeenschappen in dit deel van Europa. 40% van de Joodse bevolking behoorde tot de rijkere middenklasse. Er waren in Glogau een aantal belangrijke Joodse bedrijven, zoals Kaufhaus Ludwig Haurwitz (Preussische Strasse / Grodzka St), Warenhaus D. Scheier en Modegeschäft Max Kronheim.
Na de machtsovername door de nazi’s in 1933 waren er nog 500 – 600 Joodse inwoners in Glogau en na 1 april 1933 werden Joodse winkels in deze stad geboycot.
Om dit effectief te maken werden de winkels door leden van de SA gecontroleerd zodat niemand er kon kopen en vele Joodse bewoners van Glogau verlieten de stad en trokken naar grotere steden. Hun bedrijven moesten ze tegen dumpprijzen aan Duitsers verkopen. Verder werden in Glogau tijdens de Kristalnacht veel Joodse gebouwen vernietigd, waaronder de synagoge.
In 1939 waren er nog 100 Joodse inwoners in de stad over.

Golschmidtschule Berlijn
Golschmidtschule Berlijn

De ouders van Helga waren met haar al voor de Kristalnacht vertrokken uit Glogau en in Berlijn gaan wonen. Helga kan zich nog goed herinneren dat ze na de Kristalnacht (9 november 1938) op school was. Ze was toen negen jaar oud. Het verhaal ging daar toen dat de synagoge brandde en klasgenoten van haar raakten in grote paniek. Die waren bang dat familieleden in de brand zouden omkomen. Dat was niet zo, het was een zaterdag en de synagoge was afgebrand in de nacht van woensdag op donderdag. Maar de Joodse bevolking in Berlijn was bang en de kinderen in paniek.
Helga zat op de Goldschmidtschule. Deze school, genoemd naar Dr. Leonore Goldschmidt, heeft bestaan tussen 1935 en 1941. Deze school werd opgericht door Leonore en haar man Ernst nadat ze merkten hoezeer de Joodse kinderen te lijden hadden onder de terreur van sommige van hun niet-Joodse klasgenoten. Het doel van de school was het geven van goede educatie in een vreedzame omgeving.
De eerste vestiging werd geopend in Berlijn-Dahlem, bij Grünewald, aan de Kronbergerstraat 24. In 1936 volgde de tweede vestiging, op de Hohenzollerndamm 110a.

Op de bewuste zaterdag vertrokken de kinderen eerder uit school en toen Helga thuis aankwam stonden haar ouders al met een koffer te wachten. Ze gingen naar een pension, zo’n 20 km buiten de stad. Dat pension kenden ze al van eerdere bezoeken en de eigenaar was gecharmeerd van de moeder van Helga en wilde niet dat het gezin wat overkwam. Door dit bezoek mistten ze de SS die in Berlijn de Joodse bevolking begon te arresteren. Zo’n twee weken later trokken ze terug naar Berlijn.

berlinanhalterVertrek
Vader dacht dat de situatie wel over zou waaien. Moeder was daar niet van overtuigd. Het gezin probeerde weg te komen uit nazi-Duitsland door vertrek naar Zuid Afrika, waar meer familie woonde, of Canada.
In Tel Aviv woonde een zwager, en ook hij was al aangeschreven in september 1938.
Na de Kristalnacht besloten de Engelsen, die toen over Palestina heersten, 1000 Duitse Joden toe te laten in hun mandaatgebied. De Kronheims lagen boven op de stapel van de mensen die dit hadden aangevraagd en dus kregen ze toestemming om naar Palestina te gaan. Vader was met de zus van Helga al eerder naar Zuid Afrika vertrokken, maar moeder en Helga konden naar Palestina.

De Duitse autoriteiten deden er alles aan om het Helga en haar moeder zo moeilijk mogelijk te maken om te vertrekken. Bijna dagelijks moesten ze naar weer een andere instantie om formulieren in te vullen en vrijwel alle bezittingen moesten ze afgeven via de Reichsfluchtsteuer. Dit was een belasting om de Joodse bevolking die mocht vertrekken vrijwel alles af te nemen. Uiteindelijk konden moeder en Helga met 10 Reichsmark weggaan.
In deze periode ging Helga veel om met een neef van haar. Haar moeder wilde dat deze neef ook het land uitging, maar zijn vader wilde blijven. Haar neef en zijn vader werden de eersten van de familie die in de kampen vermoord werden.
Ondanks de Reichfluchtsteuer en de strenge controles was het moeder toch gelukt om wat geld in het buitenland onder te brengen. Daarbij kwam ook grootmoeder naar het station toen ze vertrokken en stopte ze haar dochter nog 160 RM toe. Ook grootmoeder overleefde de oorlog, zij vertrok naar Zuid Afrika.

Palestina
Helga en haar moeder reisden per trein naar Triest en gingen daar op de boot naar Haifa. Berooid kwamen ze aan in Palestina en het geld in het buitenland moest hun door de moeilijke periode heen helpen. Zo kreeg Helga aan nieuwe kleren alleen nieuwe schoenen, want dat was niet te vermijden. Jurken en japonnen waren eerst lang, en naarmate Helga groeide werden deze zelfde jurken korter.
Wat er zich op dat moment in Europa afspeelde was niet bekend in Palestina. De mensen hadden genoeg aan hun eigen sores. Ze waren bang voor de Arabieren en voor veldmaarschalk Rommel die in Egypte zat én er was geen geld. Ze zeiden wel: “Jetzt sitzen Wir am Mittelmeer und haben keine Mittel mehr“. De moordpartij in Europa ging aan ze voorbij en mochten er verhalen doordringen, dan werden deze vaak niet geloofd net zoals ze in Europa zelf niet geloofd werden.

Na de oorlog
De opleiding op de Goldschmidtschule en in Palestina waren goed geweest en Helga kon in 1947 naar Zwitserland gaan om te studeren. Dat deed ze, ze studeerde daar wiskunde (waar ze in Jeruzalem al mee was begonnen) en deze opleiding was zeer duur. Vader en moeder moesten SFr 500 per maand betalen voor het visum maar Helga kon haar studie daar afmaken. Zelfs tijdens haar studie lukte het Helga om te sparen en zo kon ze haar ouders, toen die bij haar op bezoek waren in Zwitserland, ooit SFr 1000 geven. In 1952 promoveerde Helga tot doctor in de Wiskunde
Na haar opleiding kwam ze in 1957 in Nederland terecht en ging bij de Verzekeringen van 1890 werken in Amsterdam. In 1962 vroeg Helga de Nederlandse nationaliteit aan, die ze in 1963 kreeg.
Helga bleef 40 jaar in Nederland wonen en woont nu in Tel Aviv.

bron:
interview Helga Kronheim oktober 2012,
virtual shtetl.

laatst bijgewerkt:
15 september 2019