Het gezin De Lange woonde aan de Plantage Kerklaan 11boven en bestond uit Hartog Jozef de Lange, (Elburg, – Sobibor, ), Martha de Lange-Muller (Amsterdam, – Sobibor, ), Helena Manuella de Lange (Amsterdam, 22 augustus 1919 – Utrecht, 31 maart 1998), Rebecca Zippora de Lange (Amsterdam, – Sobibor, ) en Manuel de Lange (Amsterdam, – Birkenau, ).
Hartogs moeder, Helena Cracau (Dinxperlo, 31 december 1859), was al vroeg weduwe. Zij verhuisde van Elburg naar Amsterdam, hertrouwde en kreeg nog (minstens) een kind. Martha kwam uit een gezin met zes kinderen. Haar moeder, Rebecca Zippora Coltof (Amsterdam, 1 december 1860) was al voor de oorlog overleden, haar vader, Abraham Jakob Muller (Amsterdam, 30 april 1856 – Sobibor, 11 juni 1943), is nooit hertrouwd en was makelaar en conciërge van de synagoge op het Jonas Daniël Meijerplein.
Van de vijf andere kinderen is een zoon op jonge leeftijd vertrokken naar Amerika, een dochter was gemengd gehuwd en overleefde de oorlog. De andere vier en hun vader hebben de oorlog niet overleefd.
Hartog de Lange was tijdens het begin van de bezetting administrateur en chef de bureau van de Nederlands Israëlietische Hoofdsynagoge op het Jonas Daniel Meijerplein 10 en had vanwege deze functie een Sperre. Ook voor de oorlog werkte hij bij de Hoofdsynagoge, had diploma’s van de U. L. O. en diploma’s boekhouden.
Vader Hartog, moeder Martha, dochter Rebecca en schoonzoon Harry werden op 26 mei 1943 uit huis gehaald, overgebracht naar Westerbork en op 1 juni 1943 op transport gezet naar Sobibor, waar ze op 4 juni 1943 werden vermoord.
Helena Manuella de Lange
Op de kaart van de Joodsche Raad werd bij Helena aangetekend dat ze ongehuwd was, kantoorbediende bij de Hoofdsynagoge, dat ze in bezit was van een diploma van de M. U. L. O. en steno en typen.
Helena vertelde na de oorlog aan het Joods Maatschappelijk Werk (JMW) wat er tijdens de bezetting in haar leven gebeurde. In een brief van 26 april 2000 aan Martha Drenkelford, de dochter van Helena, werd een deel van het verhaal door het JMW doorgegeven:
In het begin van de oorlog woonde Helena nog bij haar ouders. Ze bleef het werk bij de Joodse Gemeente doen. Ze had een vals persoonsbewijs (van wie wist ze niet meer). Om de kans op arrestatie te ontlopen, had ze een zolderkamer gehuurd in de Overamstelstraat. Zij sliep daar regelmatig. Ook in mei 1943 toen haar ouders en verdere familie van huis werden opgehaald en weggevoerd. Ze heeft niets meer van hen vernomen.
Hierna kon zij het werk bij de Joodse Gemeente niet hervatten en kwam zij zonder inkomen te zitten. Ze had echter wel geld nodig voor de huur en haar levensonderhoud. Ze vond een baan als werkster en later vond ze weer een kantoorbaan. Er braken twee moeilijke jaren voor haar aan. Ze kwam zonder ster en met vals persoonsbewijs wel op straat, maar bij een goede controle zou zij waarschijnlijk door de mand gevallen zijn. Ze leefde steeds onder hoogspanning.
Haar woonsituatie was op alle fronten primitief te noemen, ze leed veel kou en honger, vooral tijdens de hongerwinter. De verhuurder was in meerdere opzichten niet betrouwbaar. Hij zou gemerkt hebben dat er “iets” met Helena was. Als de verhuurder visite kreeg, mocht ze geen geluid maken en kon ze niet naar het toilet. Ze had geen hulp van een verzetsbeweging. Ze kocht bonkaarten e.d. met haar valse papieren.
Na de oorlog werd op de kaart van de Joodsche Raad van Helena aangetekend “opgedoken”. ‘
Helena had als hobby de fotografie, een hobby die ze voortzette tijdens de oorlog. Zo maakte ze foto’s vanuit haar ouderlijk huis waar ze uitzicht had op de achterzijde van de Hollandsche Schouwburg. Nevenstaande foto is uit de periode dat de schouwburg tijdens de oorlog Joodsche Schouwburg heette en gebruikt werd voor voorstellingen voor Joods publiek door Joodse artiesten, dus voordat de schouwburg werd gebruikt als deportatieplaats.
De foto die is afgebeeld was tijdens de productie van ‘Die Czardasfürstin’, de laatste grote publiekstrekker die werd opgevoerd in 1942.
Rebecca Zippora de Lange
De kaart van de Joodsche Raad van Rebecca geeft aan dat zij werkzaam was in het onderwijs op School 3 op de Plantage Muidergracht. Zij bezat het diploma van de 5-jarige HBS, een akte voor het Lager Onderwijs en een akte voor het geven van godsdienstonderwijs laagste rang. Verder was zij cursusleidster bij Beis Jisroeil. Rebecca trouwde op 25 juni 1942 met Harry de Groot (Amsterdam, – Sobibor, ), zij gingen wonen aan de Plantage Kerklaan 15huis en 1e verdieping.
Bij de echtgenoot van Rebecca, Harry , was op de kaart van de Joodsche Raad aangetekend: ‘Verzorger van armlastigen bij het Bureau van Sociale Zaken op de Houtmarkt 10 (Jonas Daniel Meijerplein 10). Voor de bezetting werkte Harry als assistent accountant. Hij bezat een diploma van de vijfjarige H. B. S., Frans en boekhouden.’ Harry werd in Westerbork geregistreerd op 26 mei 1943 en gedeporteerd op 1 juni 1943.
Manuel was met zijn zus Helena onderweg naar het zwembad achter de Linnaeusstraat. Het luchtalarm ging en ze werden aangehouden door een dienstklopper. Manuel en Helena zagen er niet Joods uit, maar Manuel had de leeftijd waarop hij kon worden opgeroepen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Na het luchtalarm mocht Helena weer gaan maar Manuel werd vastgehouden. Hij kwam niet meer terug.
Manuel was assistent elektricien en assistent bankwerker bij het Nederlands-Israëlietisch Ziekenhuis en had diploma’s van de tweejarige opleiding aan de M. B. Nijkerkschool. Hij werd op 7 augustus 1943 geregistreerd in Kamp Westerbork en kwam in Barak 67 terecht, een strafbarak. Op 24 augustus 1943 werd Manuel gedeporteerd naar Concentratiekamp Auschwitz waar hij nummer 139796 in zijn arm kreeg getatoeëerd. Van 30 november 1943 tot 7 januari 1944 werd hij opgenomen in Krankenbau Monowitz-Buna en werd op 7 januari 1944 teruggebracht naar Auschwitz-Birkenau. Daarna ontbreekt elk spoor.
Hartog J. de Lange, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130327120 (Hartog J DE LANGE).
Manuel de Lange, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130327256 (Manuel DE LANGE).
Harry de Groot, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130298319 (Harry DE GROOT).
Rebecca de Lange, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130298601 (Rebecca Z DE GROOT DE LANGE).
Helena Manuella de Lange, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130327135 (Helena M DE LANGE).
Martha de Lange – Muller, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130327267 (Martha DE LANGE MULLER).
Lena Cracau, Stadsarchief Amsterdam, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 9.
Rebecca Zippora Coltof, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1964.
Informatie gezin De Lange met dank aan Martha Drenkelford (email 3 oktober 2024, emails 16 oktober 2024).
foto Joodsche Schouwburg, copyright Erven H.M. de Lange.
Martha de Lange – Muller met haar twee dochters, Rebecca Zippora de Lange (links) en Helena Manuella de Lange (rechts), in de tuin van een huis in Bergen. 1934. Collectie Joods Museum, F007611.
Hartog Jozef de Lange, copyright Erven H. M. de Lange.
5 oktober 2024
16 oktober 2024.