Dat de Tweede Wereldoorlog desastreus is geweest voor Joods Nederland in het algemeen en Joods Amsterdam in het bijzonder is alom bekend. Dat geldt niet alleen de Joodse cultuur maar ook de Joodse ondernemers.
De diamantindustrie werd enorm hard getroffen. De moord op het grootste deel van de Joodse diamantslijpers zorgde ervoor dat veel kennis en kunde na de oorlog niet meer beschikbaar was. Amsterdam werd als diamantstad voorbij gestreefd door steden als Antwerpen waar deze, ook daar, grotendeels Joodse industrie aanmerkelijk minder getroffen werd door het nazi-regime dan in Nederland.
De redding van “Het Vak”
Eén man begon zeer kort na de oorlog, al in oktober 1945, met het opzetten van een diamantslijperij. Samuel Gassan, dezelfde die tijdens de crisis van de jaren dertig als een van de eersten ontslagen werd bij diamantslijperij Boas op de Uilenburgerstraat, kwam terug uit Zwitserland en begon deze Amsterdamse industrietak weer op poten te zetten. Mede zijn inzet heeft ertoe geleid dat Amsterdam nog steeds een diamantstad is; weliswaar niet zo groot als concurrent Antwerpen, maar belangrijk genoeg om rekening mee te houden, zeker wanneer het gaat om kwaliteit en vakmanschap.
Wie was Samuel Gassan?
Samuel Gassan werd geboren op 5 november 1910 als oudste zoon van diamantbewerker Eliazar Gassan (Amsterdam, 14 oktober 1882 – Auschwitz, 5 oktober 1942) en Alida Smit (Amsterdam, 20 december 1887 – Auschwitz, 5 oktober 1942). Na Samuel werd in dit gezin op 7 juni 1914 zijn broer Raphael geboren.
Rond 1925 leerde Samuel, nog maar 15 jaar oud, het vak van diamantsnijder bij Stoomdiamantslijperij Gebroeders Boas op de Uilenburgerstraat.
Samuel trouwde in 1933 met Carolina Biet (Amsterdam, 20 juli 1915) en het echtpaar kreeg dochter Anita Beatrix, die later rechter en vice-president van de rechtbank zou worden. In 1942 scheidde het echtpaar. Samuel trouwde daarna met Karin Haas. Samuel Gassan overleed op 4 juli 1983.
De oorlog overleefd
Al voor de oorlog lukte het Samuel om diamanten op te sparen. Dat zou zijn redding worden. Voor Samuel was het in de oorlog duidelijk dat Amsterdam niet veilig meer was. Hij voorvoelde dat aan het voldoen aan de oproepen van de bezetter voor de “Arbeitseinsatz” weinig goeds viel te verwachten, en hij besloot om te vluchten. De opgespaarde diamanten kon hij in zijn kleding verstoppen en Samuel ging op pad naar Zwitserland.
De route naar Zwitserland was moeilijk, en velen die Samuel voorgingen hebben Zwitserland niet gehaald en kwamen via Drancy – het Franse “Kamp Westerbork” – in de concentratiekampen terecht. Samuel haalde het wel en wat nog belangrijker was, vanwege het kapitaal dat hij in zijn kleding had genaaid mocht hij in het neutrale Zwitserland blijven. Samuel keerde toen de oorlog voorbij was naar Amsterdam terug.
Het zal niet gemakkelijk voor Samuel zijn geweest om terug te keren in Amsterdam. Hij was een actief man, werkzaam in een bijzondere bedrijfstak, in de bloei van zijn leven en hij keerde terug naar een Amsterdam waar zoveel belangrijks in zijn wereld vernietigd was. Familieleden- waaronder zijn ouders, vrienden, maar ook bedrijven, huizen en straten. Zijn Mokum was in de paar jaar dat hij weg was tot een schim van zichzelf geworden.
Samuel besloot in Amsterdam te blijven en om zijn negotie weer op te bouwen. Al in oktober 1945 werden de eerste diamanten weer geslepen, toen in de Diamantbeurs op het Weesperplein. Vijf jaar later, in 1950, kon hij een diamantslijperij beginnen op de Zwanenburgwal en in 1955 ging het bedrijf naar de Nieuwe Achtergracht en begon het bedrijf met de rondleidingen voor belangstellenden en toeristen. Het bedrijf groeide en in 1990 was er een nieuw pand nodig en de verhuizing naar de huidige locatie volgde.
Terug naar waar het begon
Samuel had het vak geleerd in de fabriek van Boas op de Uilenburgerstraat. Met de familie Boas was het niet goed afgelopen in de oorlog. Veel van de familieleden waren in de oorlog vermoord, het bedrijf kon na de oorlog daardoor geen doorstart maken. De fabriek werd na de oorlog gebruikt voor tal van bedrijfjes, en voornamelijk voor de opslag van textiel.
In de jaren negentig nam de firma Gassan het monumentale pand over om het bloeiende bedrijf meer ruimte te geven dan op de Nieuwe Achtergracht beschikbaar was. Voor de firma Samuel Gassan NV moet het bijzonder zijn geweest om dit pand aan te kopen. Dit pand was immers de locatie waar Samuel Gassan, de oprichter van het bedrijf, het vak geleerd had.
Aan het pand was in de jaren tijdens en na de oorlog niet veel onderhoud gepleegd en voor de firma Samuel Gassan in het pand kon was een gigantische verbouwing noodzakelijk. Vooral de hoeveelheid textiel die er opgeslagen lag was enorm en tonnen textiel moesten afgevoerd worden.
Gassan Diamonds verhuisde uiteindelijk naar de Uilenburgerstraat en heeft daarmee gezorgd dat het monumentale pand behouden is gebleven voor de stad. Samuel Gassan overleed in 1983, en zijn kleinzoon, Benno Leeser, is nu president-directeur van dit bedrijf. Benno werd door zijn grootvader op zijn achttiende gevraagd om in de onderneming te komen.
De website van Gassan Diamonds is hier te vinden. Verder geeft het bedrijf rondleidingen, waarbij niet alleen alles over de diamant verteld wordt, maar ook het pand van binnen kan worden gezien en deze Joods-Amsterdamse geschiedenis tastbaar wordt.
bron:
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Samuel Gassan
ibidem, gezinskaart Eliazar Gassan
De Telegraaf, 5 juni 1983, familiebericht overlijden Samuel Gassan.
De Telegraaf, 29 sep 1990, Stan Huijgens Journaal.
www.joodsmonument.nl, lemma Eliazer Gassen (geraadpleegd 14 feb 2016).
www.wikipedia.nl, lemma Gassan Diamonds (geraadpleegd 18 feb 2016).
John Schoorl, De Diamant-dynastie, Volkskrant Magazine 10 juni 2023, 37.
met dank aan B. Leeser
Illustratie:
foto linksboven met dank aan M Gerner.
foto’s rechts uit de jaren tachtig met dank aan Gassan Diamonds.
gepubliceerd:
22 april 2016
laatst bijgewerkt:
11 juni 2023