Frederika Sophia Cohen werd op 11 augustus 1903 in Amsterdam geboren. Haar vader, Levie Cohen (Gouda, – Auschwitz, ), was diamantwerker en haar moeder, Esther Sarlie (Amsterdam, – Amsterdam, ), was huisvrouw. Fré had een broer Bernard Henri (Berchem, – Bergen-Belsen, ) en een zus Sophia (Amsterdam, 18 maart 1906) die de oorlog overleefde.
Het gezin was Joods en socialistisch en trok naar Antwerpen toen er in Amsterdam te weinig werk in de diamantindustrie was. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in 1914, kwam het gezin Cohen terug en ging wonen in de Swammerdamstraat. In 1918 gingen ze naar een woning aan de Zaaiersweg in Betondorp.
Fré wilde graag tekenares worden maar haar ouders hadden geen geld voor de opleiding. Ze ging na het beëindigen van de mulo op kantoor werken. In 1921 kwam ze bij de kabelfabriek Draka terecht. Draka moest bezuinigen en moest de reclame-afdeling afstoten. Fré volgde ’s avond lessen in tekenen en schilderen en ging e advertenties van Draka ontwerpen. Ze viel hierdoor op en kwam in 1923 terecht bij de voorloper van de Arbeiderspers, uitgeverij Ontwikkeling. Een vriendin van haar zat bij uitgever Querido en Fré ging voor Querido boekbanden ontwerpen. Verder vergrootte Fré haar kennis over de typografie door lessen te gaan volgen aan de Kunstnijverheidsschool aan de Gabriël Metsustraat.
In september 1929 ging ze werken bij de Stadsdrukkerij van Amsterdam. Door bezuinigingen moest ze daar weg in 1932 maar bleef op free-lance basis nog wel opdrachten voor de gemeente Amsterdam doen.
Ze maakte illustraties bij het Nieuw Israëlietisch Weekblad, bij de Arbeiderspers, de Wereldbibliotheek, het tijdschrift ha-Ischa, Querido, ze maakte ex-librissen, huisstijlen en ook lettertypen, zoals de illustratie boven, die op een lettertype van haar is gebaseerd.
Ze werkte in de stijl van de Amsterdamse School en de Nieuwe Zakelijkheid. In de jaren 30 was ze toonaangevend voor de vormgeving. In 1935 maakte ze samen met Joseph Gompers een dertiendelig verslag van een Zwerftocht door Joods Amsterdam voor het Nieuw Israëlietisch Weekblad.
In 1936 verhuisde Fre naar de Eerste Oosterparkstraat 11-1.
In de oorlog ging het niet goed met Fré. Voor ze in de onderduik ging maakte ze in 1941 haar laatste folder, De Haven van Amsterdam. Ze moest onderduiken en zat in Amsterdam, Diemen, Rotterdam, Winterswijk en Borne. Op 12 juni 1943 werd ze in Borne op haar schuiladres door de nazi’s opgepakt. Door het innemen van pillen, die ze altijd bij zich droeg, maakte ze een einde aan haar leven. Ze overleed op 14 juni 1943 in een ziekenhuis in Hengelo nadat ze twee dagen in coma had gelegen en werd op de Joodse begraafplaats in Hengelo begraven.
Na de oorlog liet haar zus Sophie een steen op haar graf plaatsen waarin zowel Fré als haar in de kampen omgekomen broer en vader worden herdacht.
bron:
wikipedia,
website joods historisch museum
Koen Kleijn, Fré Cohen gaf de gemeente een gezicht in Ons Amsterdam, oktober 2021, 30 – 35.
Stadsarchief Amsterdam, Levie Cohen, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 158
Stadsarchief Amsterdam, Frederika Sophia Cohen, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 158
illustratie:
IISG
gepubliceerd:
1 mei 2016
laatst bijgewerkt:
16 augustus 2022