Een zeldzaam huis

Het simpele krantenbericht, vermeldende: „Het Feestgebouw der N.V. J. Stranders, Nieuwe Herengracht 103, is verkocht, een Kloosterschool wordt er in gevestigd”, is op zichzelve een gewoon bericht, van een gewoon huis. Dit laatste is echter maar betrekkelijk waar. Er zijn maar weinig zulke waardevolle huizen in Amsterdam. Zelden vindt men herenhuizen met een geheel voorgevel. Het ijzeren hek voor het huis is een waar kunstsmeedwerk; nog dagelijks wordt het bewonderd door vaklieden en oudheidkenners.

Omtrent genoemd huis vond ik het volgende vermeld : Op 17 Juli 1685 verkochten burgemeesters van Amsterdam het terrein, groot 6 are 30 centiare, voor ƒ 2580, aan Susanne Vesselaan, de weduwe van Jan Jacobs Schipper. Deze liet daarop het huis zetten, dat op 16 december 1728 voor ƒ 30.000 in handen kwam van Samson Salomon. Op 16 januari 1734 werd het perceel door „Heeren van den gerechte uit krachten van Schepenen appoinctement op de Requeste van Elders, te staan als curator over den Insolventen boedel van Samson Salomon”, opnieuw verkocht, en kwam nu voor ƒ 41.000 in handen van Aron Joseph de Pinto.

In 1785 verkochten executeurs van wijlen de weduwe Sara de Pinto het voor ƒ 41.600 aan Johannes Matthias Roos. Twee jaren later kocht Benjamin Cohen het voor ƒ 70.000 ; en in 1812 kwam het voor slechts ƒ 14.500 in handen van Elchanan Jacob Levy de Vries, bekend onder den naam van „Chone Jofe”. Na diens dood werd eigenares van het huis zijn nicht Esther Simon de Vries, echtgenoot van den heer Eliaser Rubens. Later werd het huis verhuurd, voor ƒ 3500 per jaar, aan den heer Van Leeuwen, vader van den vroegere Burgemeester van Amsterdam. In 1875 werd het huis weder verkocht aan Louis Samuel Jacobs voor ƒ 40.000. Toen werd er het vroegere algemeen bekende museum Jacobs in gevestigd; tot dat het in mei 1881 voor ƒ 52.000 overging aan Joannes Doornik; en in 1886 werd het voor ƒ 50.000 verkocht aan de St. Lucas-vereeniging.

In 1902 ging het over aan den tegenwoordige eigenaar J. Stranders, die er zijn „Feestgebouw Huize Stranders” in vestigde. En thans wordt het een Kloosterschool van Fransche Zusters. U ziet het: het huis heeft een heele geschiedenis. Inwendig is het zeer fraai ingericht: merkwaardig zijn de massief marmeren schoorsteenmantels in de verschillende vertrekken; de drie de Witten (plafondschilderingen) in de bovenkamers, en het schilderwerk van Dalens uit 1752 daterend. Doch vooral de thans gesloopte koepel in den tuin was de bezichtiging overwaard. Het hardsteenwerk en de in lood gefigureerde beelden, alsook de antieke fonteinbak, benevens het eikenhouten snijwerk om den spiegel waren zeer merkwaardig. Tal van muurschilderingen, door kenners voor de Witten aangezien, en het kunstig bewerkte pleisterwerk, dat men op het eerste gezicht voor marmer zou houden, en waarin men den naam: „J. E. Maas 1747” ontdekte, vond men hier bijeen. Jammer dat men al dat schoons niet meer zal kunnen aanschouwen aangezien het feestgebouw binnenkort gesloten wordt.

 

bron:
A. H. W., Een Zeldzaam Huis, De geïllustreerde joodsche post. Jaargang 1, 1929, nummer 8. 24 februari 1921. Geraadpleegd op Delpher op 27-05-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:021070010:00001.

illustratie:
A. H. W., Een Zeldzaam Huis, De geïllustreerde joodsche post. Jaargang 1, 1929, nummer 8. 24 februari 1921. Geraadpleegd op Delpher op 27-05-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:021070010:00001.

gepubliceerd:
27 mei 2024

laatst bijgewerkt:
27 mei 2024