Een Joodse onderduikster bij juf Karst

Hilbert G. de Vries

Afgelopen december kwam er een e-mail van Jan Smink (nu Groningen, daarvoor Schiermonnikoog), die geïnteresseerd is in onderduikers in de Tweede Wereldoorlog op Schiermonnikoog. Hij verbaasde zich erover dat er zo weinig aandacht is geweest voor de mensen op het eiland die een onderduiker in huis hebben gehad. Hij noemde onder andere juf Martha Karst die een Joods meisje in onderduik heeft gehad. Met behulp van zijn gegevens het volgende verhaal:

In het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog was er op Schiermonnikoog in het dorp een onderduikster, een joods meisje, bij een inwoonster in huis. Deze inwoonster was Martha Karst, juf Karst. Zij was vanaf 1928 tot 1969 onderwijzeres aan de openbare lagere school, met een onderbreking tussen 1937 en 1944, toen de school een éénmansschool werd en zij in Bergum op school werkzaam was, maar wel op het eiland bleef wonen. In 1944 kwam ze weer op het eiland werken.

Met haar kwam een joods meisje mee – Julieke de Levie (Amsterdam, 29 juni 1930 – Leiden, 13 oktober 1980); zij was ondergedoken in Bergum en had daar bij juf Karst in de klas gezeten.

1932

Deze Julieke de Levie (ze heette Julie, maar werd Julieke (Sjulieke) genoemd) kwam uit Amsterdam. Haar vader, Herman de Levie (Groningen, 23 februari 1895) was psychiater. Hij hield voor de oorlog praktijk aan huis, in een groot  pand aan de Amsterdamse P.C. Hooftstraat. Herman en zijn vrouw Leonie Serphos (Enschede, 19 oktober 1898) hadden vier kinderen – twee jongens en twee meisjes. In 1943 moest het gezin onderduiken, allen op verschillende adressen. De twee meisjes – Julieke en haar vier jaar oudere zus Lowina (Amsterdam, 10 april 1926) – gingen naar het Friese dorp Sint Jacobiparochie, beiden bij een ander gezin. De onderduik was geregeld door de dominee van het dorp. Toen die dominee beroepen was in Bergum zei hij dat de meisjes wel met hem mee konden, als hulp in de huishouding. Hij zei tegen Lowina dat haar zus, die toen 12 jaar was, in Bergum naar school kon. Ze zijn met hem en zijn gezin meegegaan, maar hadden daar niet zo’n beste tijd.

Toen de dominee met zijn gezin zelf moest onderduiken (hij verkondigde elke zondag vanaf de preekstoel wat er die week voor Radio Oranje was gezegd) moesten Lowina en Julieke ook weg uit Bergum: Lowina ging eerst naar Drachten en Julieke vertrok met juf Karst, die weer een baan had gekregen op Schiermonnikoog, naar het eiland.

In hoeverre het op het eiland bij de bevolking bekend was dat juf Karst een joodse onderduikster in huis had en of de Duitsers dat ook wisten is niet bekend, maar in ieder geval de (NSB!) burgemeester wist het wel[1]. Deze burgemeester zou er ook voor gezorgd hebben dat Julieke een nieuw identiteitsbewijs kreeg[2].

Volgens Lowina heeft Julieke het erg goed gehad bij tante Martha, zoals ze juf Karst altijd noemde.
Ook na de oorlog bleef de goede band tussen tante Martha en Julieke bestaan: ze hebben nog veel contact gehad. Julieke is een aantal keren op Schiermonnikoog bij tante Martha geweest.

Julieke woonde na de oorlog bij haar vader in Rotterdam (haar ouders waren vrij kort na de oorlog gescheiden). Ze heeft daar op de HBS gezeten en ging later studeren in Amsterdam. Ze is getrouwd en zij en haar man kregen een zoon. Deze zoon zei over juf Karst ‘het was een aardige vrouw’.

Toen juf Martha Karst in 1968 veertig jaar werkzaam was in het onderwijs kreeg ze (op 1 juli van dat jaar) een koninklijke onderscheiding. Er werd toen ook uitgesproken: “Mejuffrouw Karst heeft voor de gemeenschap meer gedaan dan onderwijs geven. …. Tijdens de oorlogsjaren had zij een joodse onderduiker onder haar dak”.

En toen juf Karst het daaropvolgende jaar met pensioen ging, werd ze door een aantal mensen toegesproken. In het verslag in de Dorpsbode staat o.a.: Mevrouw Verschoor brengt haar grote dank tot uiting voor de liefde en zorg, die zij als 14-jarige onderduikster van tante Martha mocht ondervinden. Helaas kreeg Julieke (die toen mevrouw Verschoor was geworden) in 1980 vanwege de gebeurtenissen in haar jeugd geestelijke problemen en heeft ze in dat jaar een eind aan haar leven gemaakt.

 

Verantwoording:
Oorlog in mijn buurt; onderwijsproject oorlog in mijn buurt laat basisschoolkinderen ouderen interviewen over de oorlog in hun buurt.
Ondergedoken als Anne Frank;
Dorpsbode Schiermonnikoog: 15 juli 1968, 15 september 1969
Henstra, B. – De oorlog in beeld;
Schierse Zomerkrant 1995/4;

Met dank aan:
Lowina de Levie; An Huitzing; Monica Kaltenschnee; Jan Smink.

noten:
[1] Henstra, blz. 125
[2] Schierse Zomerkrant 1995/4, blz. 17
geplaatst met vriendelijke toestemming van Hilbert G. de Vries (augustus 2018)

aanvullende bron/illustratie:
“Advertentie”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 08-04-1932. Geraadpleegd op Delpher op 18-08-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874747:mpeg21:a0045
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Herman de Levie

laatst bijgewerkt:
27 september 2019