Edwin Slucker (Sluzker)

Dr. Edwin Slucker kreeg in het voorjaar van 1941 een grote rol in de Joodsche Raad, het door de nazi’s ingestelde orgaan. Hij werd hoofd van de Expositur, de afdeling die hulp bood bij het invullen van formulieren voor de ‘emigratie’, later ook de uitgifte van Sperren (uitstel van deportatie) en de administratie van de deportaties regelde. De afdeling was gevestigd op de Jan van Eyckstraat 15, 19 en 21. Zijn naam werd als Sluzker en als Slucker geschreven, wie was hij?

Op 18 maart 1907 werd Edwin Slucker in Kolomea, Polen (nu Kolomyia, Oekraïne) geboren als zoon van Baruch Leib Slucker en Regina Garfein. Kolomyia was een stad waarvan voor de Sjoa de helft van de bevolking Joods was.
Edwin kreeg zijn opleiding en werd advocaat en procureur. Voor 1938 woonde hij in Wenen op de Spittelauer Platz 5a, waar hij zich als advocaat had gevestigd, en vluchtte naar Nederland. Hij ontmoette Thea Rapaport (Berlijn, 15 februari 1914), die op 7 mei 1937 gescheiden was van Jean Arem. Edwin en Thea trouwden in Amsterdam op 16 mei 1940.

Maar voordat Edwin zich echt konden vestigen in Amsterdam waren er verschillende adressen die hij als Joodse vluchteling moest. doorlopen. Hij kwam een week na zijn aankomst in Amsterdam in Beesel terecht en woonde daar op het Dominicanerplein 385. Dat was het adres van het vluchtelingenopvang kamp Reuver, het Heilige Hart Klooster.
Op 28 augustus 1938 verhuisde hij naar kamp Vianda op de Langeweg in Hoek van Holland, een voormalige exportslachterij. In een ‘in memoriam’ na zijn overlijden werd gesteld dat hij vanaf 1939 werkzaam was bij het Centraal Vluchtelingencomité, hetgeen dus begonnen moet zijn toen hij zelf nog vluchteling was. Op 20 april 1940 ging Edwin naar Kamp Westerbork, toen het Centraal Vluchtelingenkamp dat vlak voor de oorlog gebouwd werd met geld van de Joodse gemeenschap, in verband met de toestroom aan vluchtelingen uit nazi-Duitsland in de jaren dertig, en al snel na de invasie de bestemming van doorgangskamp kreeg.

Na het huwelijk op 16 mei 1940 werd Edwin op 4 april 1941 op de Fokke Simonszstraat 14a-2 ingeschreven, het huis waar Thea vanaf 25 mei 1939 woonde en zij woonde vanaf 1934 in de hoofdstad. Thea en Edwin woonden tot 25 augustus 1943 op de Simonszstraat en werden toen op de Retiefstraat 11hs ingeschreven.

Maar hij, de Weense advocaat, was het, die door den leider der Zentralstelle in de luren werd gelegd’ en ‘wat Asscher en Cohen mislukte, speelde Sluzker klaar’ (Jacques Presser, Ondergang).

Binnen zijn werk voor de Joodsche Raad stond Slucker dagelijks in contact met de bezetter. Zijn kennis van de Duitse taal (hij verstond elk Duits en Oostenrijks dialect), als Oostenrijks advocaat, kwam hierbij goed van pas. Dat contact was met de hoogste nazi’s binnen het bezettingsapparaat. Daarbij ging hij tactvol te werk. Hij wist wanneer hij Aus der Fünten moest laten praten, en ook hoe en wanneer hij zelf moest spreken. Hij drong zich niet op en bleef op de achtergrond.
Betty Oudkerk herinnerde zich dat op 14 juli 1942 Ferdinand aus der Fünten, SS-Hauptsturmführer van de Zentralstelle für Jüdische Auschwanderung met Edwin Slucker als hoofd van de Expositur de Portugese Synagoge bezocht. De bezetter had een locatie nodig om de Amsterdamse Joden te verzamelen voor de deportatie en hun oog was op de Snoge gevallen. Op 16 juli 1942 werd de Snoge daadwerkelijk gevorderd, op 17 juli 1942 kwam Aus der Fünten wederom naar de Snoge en werd besloten, overigens nadat een veertienjarige Joodse jongen hen daarop wees, om de synagoge niet te gebruiken vanwege de problemen rond verduistering en de afwezigheid van elektriciteit in het hoofdgebouw. De Snoge was daarmee gered, de Hollandsche Schouwburg kreeg de rol van opvangplaats.

Slucker stond bekend als intelligent en een goed organisator, zijn vrouw Thea was zijn secretaresse. Hoewel hij mensen heeft kunnen redden was hij ook een onderdeel van het door de nazi’s opgestelde systeem. Hij werd daarom ‘verafgood en vervloekt’. Hij probeerde in de marges van zijn mogelijkheden gunsten te verwerven. Het leek daardoor dat hij invloedrijk was, hetgeen hij zelf niet zo zag en die invloed was beperkt.

In het laatste transport uit Amsterdam naar Westerbork op 29 september 1943 zaten ook Thea en Edwin, die in Westerbork in Barak 64 terecht kwam. In de anderhalf jaar tot de bevrijding pendelde Edwin constant op en meer tussen Amsterdam en Westerbork. Thea bleef in het kamp, tot zij op 30 juni 1945 het kamp kon verlaten en zich bij haar man voegde.

Edwin Slucker overleed op 12 augustus 1965, op 58-jarige leeftijd, in Amsterdam. Hij had een hartaanval gekregen en stierf in het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis. Thea en Edwin woonden in die tijd op de Willemslaan 3 in Muiderberg. Edwin werd begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg. Thea overleed in 1973 en ook zij werd begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.

Tijdens de lewaaije (begrafenis) te Muiderberg schetste notaris E. Spier de persoonlijkheid van de overledene die, tijdens de bezetting, een uiterst moeilijke en delicate taak op zich heeft genomen en die deze taak op bewonderenswaardige wijze heeft verricht. Zijn werkwijze is niet altijd begrepen, omdat men hem niet kende en, door de omstandigheden, zijn bedoelingen ook niet kón kennen. Vast staat – aldus notaris Spier – dat dr. Sluzker iemand was van onbetwiste integriteit die in zijn verantwoordelijk werk geleid werd door een hoge mate van objectiviteit. Hij heeft in en na de oorlog begrip gehad voor de gevoelens van hen die zijn werkwijze niet konden waarderen; mede daardoor heeft dr. Sluzker het heel moeilijk gehad. Na de oorlog heeft Spier hem gevolgd in zijn werk voor het rechtsherstel dat hij met inzet van al zijn krachten verricht heeft’.

 

 

bron:
Edwin Slucker, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1180.
Esther Göbel en Meulenbeld, Henk, Betty, Een Joodse kinderverzorgster in verzet (Amsterdam 2020) 123, 124.
Edwin en Thea Slucker, westerborkportretten.nl, https://westerborkportretten.nl/bevrijdingsportretten/edwin-en-thea-sluzker (geraadpleegd 19 november 2024).
Thea Rapaport, Stenen Archief, https://www.stenenarchief.nl/hsa_all/hsa_view.php?editid1=37307 (geraadpleegd 19 november 2024).
Thea Rapaport, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 662.
Spreekuur J. v. Eyckstraat 15. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 15-05-1942, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318318:mpeg21:p001.
Overlijden Edwin Sluzker, Familiebericht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 12-08-1965. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000034692:mpeg21:p008.
Dr. Sluzker (58) na hartaanval overleden. “Het Parool”. Amsterdam, 13-08-1965. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010834019:mpeg21:p005.
Dr. Edwin Sluzker overleden. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 20-08-1965, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872269:mpeg21:p002.
Familiebericht. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 27-08-1965, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872270:mpeg21:p011.
Barak 64, “Het Parool”. Amsterdam, 13-05-1975. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010839765:mpeg21:p041.

illustratie:
Spreekuur J. v. Eyckstraat 15. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 15-05-1942, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 19-11-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318318:mpeg21:p001.

gepubliceerd:
19 november 2024

laatst bijgewerkt:
19 november 2024