De Diamantslijperij Metz & Citroen was gevestigd op de Rapenburgerstraat 53 – 61. Daar werd ze heropend op 11 september 1881. Het was een Joodse onderneming in de belangrijke diamantindustrie. Op nummer 59 was in eerste instantie het bedrijf van de heren L. B. Citroen en J. S. Metz gevestigd en in juli 1880 deden zij het verzoek om deze slijperij uit te breiden met meer slijpmolens en een stoommachine van 20 pk.
Op 19 september 1881 verscheen er in het Algemeen Handelsblad een verslag over deze nieuwe onderneming: ‘In de Rapenburgstraat, waar het meerendeel der gevels den stempel draagt van eerbiedwaardigen ouderdom, ademt de stoompijp thans nieuw leven. De firma Metz & Citroen heeft er namelijk, naar de plannen van den heer F. L. Janssen een gebouw doen verrijzen, dat bij een breedte van 27 en een diepte van 11 meter zich met zijn vijf Verdiepingen kloek verheft en het aanzien der straat niet weinig verhoogt.
De diamant wordt er in de drie verschillende stadiën voorbereid tot voorwerp van weelde of, meer nog, tot handelsartikel. Eén verdieping is bestemd voor het kloven en snijden, terwijl de overige vier de diamantslijperij uitmaken. Onmiddellijk aan de fabriek is het kantoor der firma verbonden en dit weer, door een boogvormige overdekte gang, aan het woonhuis des heeren Jac. S. Metz, aan de Heerengracht.
De machinerieën (precisie-stelsel) zijn geplaatst door den civiel-ingenieur A. A. Parmentier en wel met die vernuftige voorzorg, dat ongelukken op de werkplaatsen schier tot het onmogelijke behooren. Immers de assen, die aan de drijfriemen hare beweging mededelen, zijn tusschen de draaischijven door middel van geheel ijzeren beslag onschadelijk gemaakt. Het verkeer wordt door op evenredige afstanden geplaatste bruggen onderhouden. Ten overvloede is in elke werkzaal een zestal electrische schellen, afkomstig van den heer G. Sardemann, aangebracht, waardoor de machinist van het kleinst mogelijke ongeval kan worden in kennis gesteld, de machine stopt en ter voorkoming van verwarring het plaatselijk onderzoek zich tot het gealarmeerde nommer, dit is nagenoeg op den man af, bepaalt.
Ook in een ander oplicht is den werklieden een gerief verschaft, dat hun niet dan welkom kan zijn. Ze kunnen namelijk hun partijtjes diamant ter fabriek achterlaten in een groote ijzeren brandkast, verdeeld in een aantal vakken en in elk vak een trommel, een en ander met verschillende sluitingen en genommerd overeenkomstig de sleutels, die de werkman voor zich behoudt.
Voor luchtverversching en verwarming der lokalen is op hoogst doeltreffende wijze gezorgd. Voor onverhoopt brandgevaar is op elke verdieping een brandkraan met slang in onmiddellijk bereik, welke toestellen evenals de overige waterwerken, spreekbuizen, lood- en zinkwerken door de firma L. J. Roozeboom en Zoon alhier zijn aangebracht.
Zoo is op even vernuftige als onbekrompen wijze den nijveren diamantwerker een aangename werkplaats geopend en is het licht verklaarbaar, dat aan de eerst dezer dagen geopende fabriek reeds geen enkele molen onbezet is.’
Bij Jac. S. Metz gaat het om diamantklover Jacques Samuel Metz (Amsterdam, 4 november 1846 – Heidelberg, 15 juni 1901). Jacques woonde met zijn vrouw Abigael Citroen (Amsterdam, 23 november 1846 – Baarn, 20 februari 1921) op de Nieuwe Herengracht 159. Zij kregen acht kinderen; Henriëtte (Amsterdam, 5 september 1873 – 7 januari 1924), Bernard (Amsterdam, 14 januari 1875), Siegfried (Amsterdam, 4 november 1876 – Amsterdam, 29 januari 1877), Martin (Amsterdam, 6 januari 1878), Jeanne (Amsterdam, 23 juli 1879 – Amsterdam, 29 mei 1880), Rachel (Amsterdam, 20 oktober 1880), Louis (Amsterdam, 16 april 1882) en Daniel (Amsterdam, 12 mei 1883). Via de tuin van Nieuwe Herengracht 159 kon Jacques zijn fabriek op de Rapenburgerstraat bereiken.
De Victoria Hoewel de krant sprak over een steen van 475 karaat was de steen volgens andere bronnen 457½ karaat. De steen was blauw-wit van kleur. De vindplaats was niet duidelijk, waarschijnlijk de Jagersfontein-mijn in Zuid-Afrika. In de fabriek van Metz werd een apart deel in gereedheid gebracht voor het kloven. Het kloven begon op 9 april 1887 in bijzijn van Koningin Emma. Mr. M. B. Barends verrichtte het kloven, het gehele proces van het slijpen duurde een jaar. De steen werd geslepen met 58 facetten en was 39,5 mm lang, 29,25 mm breed en 22,5 mm hoog. De steen verwisselde na het slijpen regelmatig van eigenaar en werd in 1995 aangeschaft door de Staat India voor een bedrag tussen de 135 en 162 miljoen dollar. |
In 1883 had de onderneming 285 werknemers. In datzelfde jaar werd er een verzoek tot uitbreiding ingediend. Op 10 april 1885 bezocht Hare Majesteit de Koningin (Koningin Emma) de fabriek. Ze bekeek de ‘Victoria’, een Kaapse diamant van 475 karaat die door de heer Jacques S. Metz bewerkt zou gaan worden. Volgens een Nederlandse krant begon men toen met de voorbereidingen voor het kloven en slijpen van deze steen.
Zowel het woonhuis als de fabriek werden afgebroken en hier staan nu de panden van het Leger des Heils en de doorbraak die Anne Frankstraat heet.
bron:
verslag, AMSTERDAM, Maandag 19 September.. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 20-09-1881, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010101783:mpeg21:p002.
Jacques Metz, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1747.
werknemers, Stadsnieuws. AMSTERDAM, 27 Juni.. “De Amsterdammer : dagblad voor Nederland”. Amsterdam, 28-06-1883, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010254224:mpeg21:p005.
uitbreiding. Openbare kennisgevingen. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 02-10-1883, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010165765:mpeg21:p001.
Victoria diamant op https://famousdiamonds.tripod.com/victoriadiamond.html (geraadpleegd 11 december 2023).
bezoek Emma, BINNENLAND. Officiëele berichten.. “Het vaderland”. ‘s-Gravenhage; ‘s-Gravenhage, 11-04-1885. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001418085:mpeg21:p00001.
Victoria, “Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant”. ’s Hertogenbosch, 14-04-1885. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSADB01:000003450:mpeg21:p005.
Abigael Citroen, Familiebericht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 21-02-1921, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 11-12-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010654633:mpeg21:p003.
illustratie:
Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Diamantslijperij Metz en Citroen, Rapenburgerstraat 53-61, Op straat een koets en diverse transportwagens met paarden. Techniek: houtgravure. 1883. Braakensiek, J.C. (Johan Coenraad, 1858-1940), Walter, Joh. Collectie Stadsarchief Amsterdam: tekeningen en prenten. 010097003835.
gepubliceerd:
11 december 2023
laatst bijgewerkt:
10 januari 2024