In 1829 begon M. de Vries van Buuren & Co een winkel in garen, band, kant en mutsen op Jodenbreestraat 8, in 1882 werd op dezelfde plaats een nieuw pand geopend en tot 1928 zijn de percelen Jodenbreestraat 10-14 en Waterlooplein 1-13 bij de winkel gevoegd. Het gebouw werd ontworpen door A. Jacot en W. Oldewelt.
De zaak loopt van de Jodenbreestraat tot aan het Waterlooplein, hier is de Waterloopleinzijde afgebeeld. De zaak groeide uit tot een gerenommeerde groothandel die aan de marktkooplui in de Jodenbuurt leverde en aan confectie- en hoedenfabrieken en aan winkels in het hele land. Het bedrijf had ook een eigen confectieatelier. Het personeel was voornamelijk van Joodse afkomst en het bedrijf was op zaterdag én de Joodse feestdagen gesloten. De Vries van Buuren & Co was een goede werkgever en had zelfs al een pensioenfonds.
In de oorlog is een groot deel van het personeel vermoord. Na de oorlog kwam er een doorstart. In 1954 verhuisde het bedrijf naar het West Indisch Huis aan de Herenmarkt / Haarlemmerstraat. In 1983 stopte het bedrijf.
verder:
Aan de zijde van de Zwanenburgwal is op het linkerpand een duidelijk Joods spoor in de bebouwing aanwezig – het jaar van bouwen in de Joodse jaartelling, het jaar 5649. Dit jaartal schijnt te verwijzen naar een omvangrijke verbouwing in 1889.
Herinnering aan werken bij “De Vries van Buuren & Co”
De Vries van Buuren & Co was een begrip in Nederland, en niet alleen in Amsterdam. Er was vrijwel geen textielbedrijf dat geen zaken met hen deed. Er werkten zo’n 200 tot 300 mensen. De zaak werd De Twee Onnozele Schapen genoemd en waar dit naam vandaan kwam is niet bekend. Het bedrijf was een wereld op zich en tegelijkertijd een soort huwelijksmarkt. Men werkte dag-in-dag-uit met elkaar, en heel wat relaties kwamen eruit voort. Vrouwen die gingen trouwen verloren in die tijd hun baan. Dus er waren vrouwen die jarenlang verloofd bleven en er was er zelfs een die tien tot vijftien jaar samenwoonde, om beider baan te behouden. Voor het trouwen zelf moest men een vergunning van de baas krijgen. Dan mocht je trouwen, maar veranderde het loon.
De zaak was op sjabbes gesloten en overwerkt werd niet betaald. Door de week was de zaak tot half zes open, op zondag tot één uur. Op Rosj Hasjone (Joods nieuwjaar) en Jom Kipper (Grote Verzoendag) was de zaak dicht, maar op Pesach, Schwoes (Sjavoeot) en Soekes (Loofhuttenfeest) was de zaak officieel dicht maar waren er toch wel klanten die kwamen. De zaak had verdere sociale voorzieningen die vooruitliepen op de voorzieningen die later voor iedereen golden. Er was een pensioenfonds, opgericht in 1904. Daarnaast kende men het Eduard van Damfonds – voor het personeel als er speciale noden waren.
Je moest het wel heel bont maken wilde je ontslagen worden bij “De Vries van Buuren & Co”. Mensen haalden er hun pensioen en het was een goed pensioen. Men wist dus – werken bij De Vries van Buuren, dat was wat.
Familiebedrijf
De Vries van Buuren was een familiebedrijf. Zo was van 1861 – 1903 Mozes de Vries van Buuren (1833 – 1909) directeur van dit bedrijf. Daarnaast was Mozes van 1887 – 1893 lid van de Amsterdamse gemeenteraad en hij was actief in enkele weldadigheids-organisaties. In 1903 trok Mozes zich terug vanwege zijn hoge leeftijd, hij was toen zeventig jaar. Na een ziekte overleed Mozes op in de nacht van 25 op 26 april 1909.
Mozes werd opgevolgd door zijn zoon, Carel de Vries van Buuren (Amsterdam, 13 november 1865 – Amsterdam, 6 februari 1958). Zijn zoon, Max (Amsterdam, 22 december 1896 – 17 mei 1940) werd na hem directeur van de NV die het bedrijf inmiddels was geworden. Zijn gezin woonde op de Paulus Potterstraat 40hs. Max overleed met zijn twee zoons Carel (Amsterdam, 10 november 1924 – 16 mei 1940) en Paul (Amsterdam, 13 mei 1926 – 17 mei 1940) na een ernstig auto-ongeluk. Zijn vrouw Josephine Caroline Henriette Wolff (Den Bosch, 17 juni 1903 – Amsterdam, 20 mei 1940) overleed vier dagen na het ongeval. Carel en Paul waren leerlingen van het Barleaus-gymnasium en zijn daar op een plaquette vermeld.
Naschrift:
Hoewel er in bronnen wordt gesproken over een auto-ongeluk waarbij Max, Henriëtte, Carel en Paul omkwamen aan het begin van de oorlog wordt er in “Mij krijgen ze niet levend, De zelfmoorden van mei 1940” (Lucas Ligtenberg, Amsterdam 2017) gesproken over dit gezin. Ze zouden getracht hebben om via IJmuiden te vluchten naar Engeland. Dat lukte niet meer en bij terugkomst in Amsterdam hebben ze in hun woning op de Paulus Potterstraat 40hs zelfmoord gepleegd. Maria Aleida Terwindt (1901-2000) was dienstbode bij dit gezin en woonde bij hen in. Zij vond het gezin De Vries van Buuren. Ligtenberg baseert zich op de ‘kaartjesverzameling’ in het dossier van Jacques Presser bij het NIOD. Daarin staan, geanonimiseerd, de zelfmoordgevallen van mei 1940 vermeldt. Wel staat het adres er bij, en in dit archief is dan ook sprake van vier personen op de Paulus Potterstraat 40hs in de leeftijd van de gezinsleden De Vries van Buuren. Vader en zoons zouden ‘veronal’ hebben ingenomen, moeder vergif. Veronal is een slaap- en kalmeringsmiddel, ook bekend onder de naam Barbital.
Nog een gevelsteen – De Swarte Mvele
Op het rechterpand van De Vries van Buuren & Co, de uitbreiding is op Waterlooplein 3 nog een gevelsteen te zien. Gevelstenenvanamsterdam.nl vertelde het verhaal: De steen is uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. In 1609 werden de hoekerven aan de Houtgracht gekocht door Jan Cornelis Mulen en hij heeft toen de steen laten aanbrengen. In 1706 werd het pand verbouwd met behoud van de oude gevelsteen. In 1895 werd het huis met de buurpanden afgebroken voor een uitbreiding van de in de Jodenbreestraat gevestigde textielgroothandel. De steen kwam toen in het bezit van de gemeente Amsterdam. In september 2007 werd de steen hier ingemetseld in langdurige bruikleen van het Amsterdam Museum.
bron:
stadsarchief Amsterdam, woningkaart
herinnering: In de weeshuizen was het Tsedoke met belletjes in: Tamara Benima, Kippesoep was ondenkbaar zonder saffraan, joods leven in Nederland voor 1940, (Ben Haag 1983) 96 – 99.
“STADSNIEUWS. M. de Vries van Buuren. †”. “De Telegraaf“. Amsterdam, 26-04-1909. Geraadpleegd op Delpher op 04-08-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110558018:mpeg21:a0035
www.jodeninnederland.nl, lemma Carel de Vries van Buuren (geraadpleegd 4 augustus 2017).
De Swarte Mvele: met dank aan gevelstenen.nl via twitter, www.gevelstenenvanamsterdam.nl/waterlooplein-3 (geraadpleegd 7 augustus 2017)
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Max de Vries van Buuren, Josephine Caroline Henriette Wolff,
adres Mac de Vries van Buuren met dank aan J van der Sluis (woningkaart Stadsarchief Amsterdam).
Wiebe de Graaf, Taco Kuiper en de Dood, 1894 – 1945 (Houten 2015)
J van der Sluis, email betreffende Maria Aleida Terwindt (1901-2000) d.d. 12 feb 2018
Lucas Ligtenberg, Mij krijgen ze niet levend. De zelfmoorden van mei 1940 (Amsterdam 2017) 222, 225
met dank aan Lucas Ligtenberg (email 16 februari 2018)
illustraties
© joodsamsterdam
foto De Swarte Mvele © joodsamsterdam, 7 augustus 2017
gepubliceerd:
4 augustus 2017
laatst bijgewerkt:
25 juni 2022