David Jacobs (Alkmaar, ca. 1850) richtte een grossierderij in porselein op en woonde op de Geldersekade 105. De zaak had een opslag in een pakhuis op de Oudeschans 25. Het bedrijf draaide goed tot er in de jaren dertig ruzie ontstond tussen zijn zoons en het bedrijf werd opgesplitst. De oude grossierderij van David Jacobs viel uiteen in drie zaken:
– de zoons Izaak en Jacob zetten de oude zaak voort op de Oude Schans,
– zoon Samuel begon samen met zijn zoons een nieuwe grossierderij,
– Barend (Den Helder, 2 september 1874 – Sobibor, 21 mei 1943), ook wel Bari genoemd, begon samen met zijn zoon David (Amsterdam, 25 februari 1905 – Birkenau, 14 augustus 1942) ook een zaak: B. Jacobs en Zoon, in glas, porselein en aardewerk. Dat stond met mooie letters op de ramen van het pand Geldersekade 11. Zijn zoon David ging op reis om klanten te bezoeken, Bari beheerde het magazijn en maakte de verkochte goederen klaar voor verzending.
Het pakhuis op de Oudeschans ging in mei 1933 in vlammen op. Op die locatie is nu een appartementengebouw neergezet.
Pakhuisbrand te Amsterdam
Ongeveer half zeven werd gisteravond brand ontdekt in het groote pakhuispand Oude Schans 25 te Amsterdam. Het gelijkstraatse gedeelte waaruit de rook naar buiten drong is in gebruik bij; Gebrs. Jacobs als opslagplaats van glas, porcelein en aardewerk, verpakt in stroo en kratten. Het bleek dat het in dit ongeveer tien meter breede gebouw flink brandden In den verstikkenden grijzen rook was hét onmogelijk door te dringend. Het vuur was alleen aan de voorzijde van het gebouw te bestrijden, want het ongeveer 25 m. diepe gebouw heeft aan den achterkant een blinden muur die uitkomt tegen woningen in de Nieuwe Uilenburgerdwarsstraat.
Toen later uit alle verdiepingen rook sloeg is een onderzoek ingesteld naar de bovenverdiepingen, waarvoor een mechanische ladder tegen het vijf verdiepingen hooge gebouw werd geplaatst. Het bleek dat de zolder boven het gelijkstraatsche brandende gedeelte niet in gebruik zijn. De derde verdieping was vol aardewerk, porcelein en glas van de firma Jacobs. Daarboven was de opslagplaats van huiden van de firma Duveen en op de vijfde verdieping was kurk opgeslagen van de firma Schoenitzer
In het rechter gedeelte van het gebouw dat het meest brandde had de brandweer spoedig vasten voet en was zij binnen met al te langen tijd meester van het terrein. Uit het linkerdeel golfden steeds zeer zware rookwolken. Inmiddels was ook aan den zijmuur die te bereiken was in de Nieuwe Uilenburgerdwarsstraat, een gat gemaakt waardoor met een paar stralen water werd gespoten op de brandende kratten. Tenslotte heeft de brandweer een z.g. waterkanon voor den ingang opgesteld en deze krachtige waterstraal, heeft het lot bezegeld van het vuur. Ongeveer half negen was de zwaarste taak van de brandweer afgelopen en kon begonnen worden met het nablusschen dat nog geruime tijd in beslag nam. Honderden hebben in den omtrek naar dezen brand gekeken; die niets dan rook te zien gaf.
bron: http://onsamsterdam.nl/tijdschrift/jaargang-2003/801-nummer-2-februari-2003?start=3 “Faillissementen”. “Zaans volksblad : sociaal-democratisch dagblad“. Amsterdam, 27-12-1938. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2016, http://resolver.kb.nl. “Pakhuisbrand te Amsterdam”. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad“. ‘s-Gravenhage, 30-05-1933. Geraadpleegd op Delpher op 30-11-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010014770:mpeg21:a0088/resolve?urn=ddd:010944449:mpeg21:a0259