Over chocolaterie Ricardo is al meer geschreven. Zelfs de historicus Geert Mak schreef over deze zaak, en deze chocolatier is bijna legendarisch. Ontbreken op een website over Joods Amsterdam mag chocolaterie Ricardo zeker niet.
Aäron Ricardo, doorgaans Aroon genoemd, woonde met zijn vrouw Rebecca Nabarro en hun drie kinderen op de Weesperstraat 87-1. Ze hadden hun winkel op 87hs.
Aäron werd geboren op 26 september 1885 in Amsterdam als zoon van David Ricardo (Amsterdam, 12 oktober 1830 – 1911) en Sara van Gelder (Leeuwarden, 27 oktober 1842 – Amsterdam, 25 augustus 1921). Aäron trouwde op 8 jan 1920 in de Watergraafsmeer met Rebecca (Amsterdam, 7 september 1885). Rebecca en Aäron kregen drie kinderen; Sarah (Amsterdam, 7 oktober 1920 – Auschwitz, 5 februari 1943), Sarah werkte bij de Clara Stichting in Zandvoort als leerlingverpleegster, vanaf 6 januari 1941 bij Het Apeldoornse Bos te Apeldoorn. Daarna kwam Siene Ricardo en de jongste in het gezin was Stella Ricardo.
Veelzijdig
Aäron was een veelzijdig man. Hij was chocolatier, maar ook gazan (voorzanger), shamash (koster) bij de Snoge (Portugese synagoge) en mohel (besnijder). Deze verschillende beroepen leverden echter maar weinig op. Hij was van Portugees-Joodse afkomst, maar uit een armere familie dan zijn vrouw Rebecca, die uit een gezin “in goede doen” kwam. Tegelijkertijd was een broer van Aäron, Benjamin (Amsterdam, 1 juli 1872 – Auschwitz, 23 mei 1944) rabbijn bij de Portugese synagoge..
De vader van Rebecca, Mozes Nabarro (Amsterdam, 4 november 1856 – 23 februari 1929) had in Amsterdam dertien snoepwinkels en een groothandel in chocolade en ander snoepgoed, en hij was degene die deze negotie in het huwelijk van Aäron en Rebecca bracht. Zo kon het gezin genoeg geld verdienen om het hoofd boven water te houden. Vanaf het trouwen, in 1920, werd deze winkel door Aäron en Rebecca gevoerd.
De winkel van Ricardo stond bekend om de heerlijke bonbons. De familie Ricardo waren hardwerkende mensen, vooral Rebecca, en Aroon was ook bekend onder de schoolkinderen. Meerdere bronnen maken er melding van dat hij hen regelmatig een snoepje gaf.
Aroon was een man van 12 ambachten en 13 ongelukken. Hoewel hij ook hard werkte was het toch vooral Rebecca die de zaak en het gezin met drie dochters tijdens de crisis boven water hield.
Hebreeuwse chocoladeletters
De dochter van Aäron en Rebecca herinnert haar vader als een vrolijke man die op een dag bedacht dat een Hebreeuwse chocoladeletter wel een goed idee zou zijn. Hij zaagde met een figuurzaag letters uit, toog naar een ijzergieterij waar de mallen werden gemaakt en de letters werden achter de winkel, in de kamer, door vrienden en familie ingepakt. Toen het een succes werd vroeg de fa. Ringers of het overgenomen kon worden, wat de familie een goed idee leek vanwege het vele werk dat er bij deze handgemaakte letters gedaan moest worden. Aäron was de eerste die deze letters in Nederland maakte.
De oorlog
De twee jongste dochter van Aäron en Rebecca hebben de oorlog overleefd. Het grootste deel van de familie, ook Aäron, Rebecca en Sarah, werden in de kampen vermoord, Aäron en Rebecca op 4 juni 1943 te Sobibor, Sarah op 5 februari 1943 te Auschwitz. De herinneringen aan de bijzondere zaak van Rebecca en Aäron overstijgen echter de oorlog en de sloop van de Weesperstraat.
bron:
www.maxvandam.info (pagina Aäron Ricardo, Rebecca Nabarro en voorouders), geraadpleegd 5 okt 2014,
www.joodsmonument.nl, pagina Rebecca Ricardo-Nabarro en Aäron Ricardo (geraadpleegd 5 okt 2014),
www.joodsmonument.nl, pagina Sara Ricardo (geraadpleegd 27 dec 2014),
Minco, Bertien, De winkel van Nabarro op www.geertmak.nl, oktober 2010 (geraadpleegd 5 okt 2014)
Minco-Ricardo, S., De oorsprong van Hebreeuwse chocoladeletters in Nederland op www.schaduwkade.nl (geraadpleegd 5 okt 2014)
laatst bijgewerkt:
15 september 2019