We gaan voor dit artikel eens buiten Amsterdam en Rotterdam maar toch, iets Amsterdams heeft het wel: Ranja.
Want, wie kent niet:
Zij dronk Ranja met een rietje,
mijn Sophietje
Op een Amsterdams terras…..
Waarschijnlijk alle lezers onder de dertig niet, en voor hen dit filmpje.
En waar kwam die Ranja vandaan? Van het Joodse bedrijf Firma C. Polak Gzn uit Groningen.
C. Polak was Calmer Gerson Polak (Wildervank 3 september 1840 – Groningen, 17 januari 1922). Hij woonde in in zijn jeugd in Wildervank.
In de provincie Groningen woonden veel Joden. Zij waren vaak werkzaam in de veehandel of in het slagerswezen. Echter, de vader van Calmer, Gerson Nathan Polak, had in Wildervank een winkel waar koloniale waren en gedestilleerde dranken werden verkocht. Het gezin was, zoals vaak in dit tijd, een groot gezin met 11 kinderen. Calmer was het vierde kind. Op 26-jarige leeftijd trouwde Calmer op 22 mei 1867 in Groningen met Barta Roos (Coevorden, 30 augustus 1845 – Groningen, 8 april 1930). Calmer ging in 1866 stad Groningen wonen en in die stad werden de zeven kinderen van Calmer en Barta geboren.
In 1867 opende Calmer een zaak zoals die van zijn vader aan de Rademarkt. Zijn aandacht verschoof van de koloniale waren naar gedestilleerd. Echt een groot succes kreeg het bedrijf pas toen Calmer met zijn zoon David (Groningen, 27 december 1871) zich gingen toeleggen op de productie van limonadesiropen. In 1898 werd een siroop op de markt gebracht onder de naam Kroonkwast, een drankje dat vooral in de wintermaanden gedronken werd omdat men geloofde dat het zou helpen tegen verkoudheid.
In 1900 benoemde Calmer David tot mededirecteur en trok zich in 1903 terug uit de zaak. Het bedrijf was toen niet meer gevestigd op de Rademarkt 6, maar was naar de Oosterstraat gegaan. In 1906 werd op de Singelweg (nu Petrus Camperssingel) een leegstaande leerlooierij gekocht en dit gebouw werd tot destilleerderij verbouwd. David werd lid van de Nederlandse Zionistenbond, net zoals zijn zwagers Meijer Poppers (1864-1933), textielfabrikant en man van zijn oudste zus Marianne (1870-1931), en Eliazer Hildesheim (1868-1933), man van zijn jongere zus Lea (1878 – 1943).
In 1916 werd de naam van het bedrijf omgezet in N.V. Distilleerderij, Likeurstokerij, Limonade- en Extractenfabriek C. Polak Gzn en in 1920 werd het merkartikel op de Jaarbeurs in Utrecht geïntroduceerd dat het succesnummer zou gaan worden, Ranja-C.P., een vruchtenlimonadesiroop waarvan de naam waarschijnlijk verwijst naar het Spaanse woord voor sinaasappel, naranja. De toevoeging C. P. was de afkorting voor C. Polak, de naam Ranja werd synoniem voor aanleng-vruchtenlimonade. Naast Ranja verscheen Rojo op de markt, met de smaak van bosvruchten, Risso met citroensmaak, Cerisso met kersensmaak en Grefita met de smaak van grapefruit.
Er werd op professionele wijze reclame gevoerd voor het product, bekwame illustratoren werden ingehuurd en vanaf 1924 verscheen het fantasiefiguurtje met een sinaasappellijf en een pers als hoed, genaamd Ranja Rienes. En er kwam al in de jaren twintig merchandising: ranja-glazen, ranja-rietjes, roerstaafjes, dienbladen en servetten. In de jaren zestig werd dit aangevuld met op kinderen gerichte zaken: kwartetspel, bouwplaat, speldjes, sleutelhangers en prentenboekjes. Het bedrijf werd voor de oorlog de grootste drankenproducent van Noord-Nederland. Met de reclamecampagne was Polak zijn tijd ver vooruit.
Eind 1931 trok David zich terug uit het bedrijf. Herman Sanders, voormalig procuratiehouder en sinds 1901 betrokken bij het bedrijf, werd de nieuwe directeur. De Joodse Sanders werd op 31 december 1940 door de bezetter tot aftreden gedwongen. De niet-Joodse Antonius ten Berge volgde hem op en in 1942 kreeg het bedrijf een Duitse bewindvoerder, een Verwalter, en alle Joodse personeelsleden werden ontslagen. Kort na het aantreden van de Verwalter brak er brand uit bij het bedrijf en de panden worden grotendeels in de as gelegd. David en zijn vrouw Magdalena Esther Hollander (1873) waren voor de oorlog al verhuisd naar Palo Alto in Californië.
De oorlog
Een groot deel van de familie Polak werd in de oorlog vermoord. Dat betrof niet alleen Lea (Groningen, 10 mei 1878 – Auschwitz, 31 januari 1943) en Mietje (Groningen, 22 december 1879 – Sobibor, 9 april 1943), de zussen van David en enkele van hun kinderen, maar ook de dochter van David, Berthy (Bertha).
Bertha Davida de Kadt-Polak (Groningen, 22 april 1901), haar man George Stephan de Kadt (Rotterdam, 20 december 1897) en hun kinderen Pauline Esther (Leeuwarden, 5 november 1929), Esther Ribka (Leeuwarden, 1 augustus 1931), Hanna Ruth (Leeuwarden, 9 januari 1935) en Abraham Michael (Leeuwarden, 20 september 1937) pleegden op 20 juli 1942 in Leeuwarden zelfmoord (volgens joodsmonument.nl). In de Leeuwarder Courant van 20 oktober 1949 is er sprake van “om het leven gekomen door de hand van de bezetter”.
De angst van het gezin voor de bezetter zal zo groot geweest zijn dat ze op die 20e juli 1942 de dood vonden. Zoon David Jan, geboren op 30 oktober 1941, overleefde de oorlog. De andere dochters van David en Magdalena, Ella Paulina (Groningen, 28 april 1904 – Deventer, 24 oktober 1951) en Carolina Magdalena (Groningen, 3 september 1909 – 1959), werden niet oud.
Na de oorlog kwam David niet terug naar Nederland. Het contact met het bedrijf ging voornamelijk schriftelijk. In 1950 werd een tweede fabriek geopend in Hilversum en in 1951 verkocht David zijn aandelen aan het Rotterdamse bedrijf d’Oranjeboom. Op 4 februari 1958 overleed David in Californië, 13 dagen later zijn vrouw Magdalena.
Aantekeningen:
Herman Sanders werd geboren in Wildervank op 9 juli 1882 en was gehuwd met Sara Maykels (Amsterdam, 13 augustus 1888). Zij hadden drie dochters, de tweeling Ellen en Vera (geboren op 7 december 1918, Ellen werd vermoord in Sobibor op 11 juni 1943, van Vera is verder niets te vinden) en dochter Henny (Amsterdam, 11 april 1923). Henny en haar ouders werden in Auschwitz vermoord op 28 januari 1944. Ellen had een dochter die de oorlog overleefde.
verder:
In Groningen was er de natte Polak en de droge Polak. De natte Polak was dit bedrijf, de droge produceerde pudding. In 2015 wordt het merk Ranja opnieuw geïntroduceerd op de Nederlandse markt. Het is meer nostalgie dan dat dit te maken heeft met de oorspronkelijke ranja. In 1956 mochten er niet zoveel kleurstoffen meer in voeding, Ranja verbleekte zienderogen.
Bertha Davida de Kadt-Polak studeerde van januari 1922 tot oktober 1923 rechten aan de Universiteit van Amsterdam.
Carla van Dokkum schreef het boek ‘Eigenlijk heet ik Tsiwja’ en zij is de dochter van Ellen, de dochter van Herman Sanders. Het is te bestellen via de boekenpagina (op die pagina doorscrollen naar onder).
bron:
www.dutchjewry.org, lemma Calmer Polak en lemma Gerson Nathans Polak (geraadpleegd 23 maart 2015),
www.wikipedia.nl, lemma Ranja (geraadpleegd 24 maart 2015)
www.joodsmonument.nl, lemma familie De Kadt (geraadpleegd 24 maart 2015)
Leeuwarder Courant, 24 oktober 1949, “Achtjarige Joodse wees krijgt groot vermogen“.
archief Leeuwarden, overlijdensregister familieleden De Kadt
Zwaal, Peter, David Polak, 2011 op www.peterzwaal.nl/david-polak (geraadpleegd 24 maart 2015)
www.deverhalenvangroningen.nl – lemma Ranja is een Groninger uitvinding (ger 24 mrt 2015)
Berg, Hetty, e.a., Venter, Fabriqueur, Fabrikant p 186 (Amsterdam)
www.jodeninnederland.nl, lemma Polak, David (geraadpleegd 24 maart 2015)
www.groningerarchieven.nl, lemma Ranja met een rietje (geraadpleegd 24 maart 2015)
www.dutchjewry.org lemma David Polak (geraadpleegd 24 maart 2015)
www.communityjoodsmonument.nl, lemma Bertha de Kadt-Polak (geraadpleegd 24 maart 2015)
aanvulling Ellen en Vera Sanders met dank aan Eric van der Linden
aanvulling dochter van Ellen met dank aan Tsiwja Carla van Dokkum – de Swarte.
illustratie
kwartet © joodsamsterdam.nl, met dank aan Leonne Vermond
laatst aangepast:
4 november 2019