Ze verlieten Amsterdam in 1939. Ze vluchtten voor het groeiend antisemitisme in Europa en wisten toen niet dat dat waarschijnlijk hun redding was. Om Canada binnen te komen moesten ze zich voordoen als christelijke boeren en uiteindelijk werden ze de oprichters van een augurken-imperium, Bick’s Pickle.
Zuurwaren is een typisch Joodse negotie. Volgens overleveringen meegenomen door de Asjkenazische Joden uit Oost-Europa. Het inmaken van augurken, komkommer, uien en dergelijke was een goede manier van conserveren maar er is wel een verschil tussen ‘in azijn bewaren’ en ‘inmaken of inleggen’. Dat betreft doorgaans de juiste kruiden die worden toegevoegd. Dat maakt het verschil tussen goede zuurwaren en rommel. In Nederland zijn zuurwaren ingeburgerd, de familie Bick maakte de zuurwaren in Canada deel van het menu. Vader, moeder, Walter (19 mei 1917) en Thomas Bick kwamen oorspronkelijk uit Duitsland. Ze ontvluchtten Berlijn in 1933, daar hadden ze grote damesmodezaken. Ook in Amsterdam hadden ze een damesmodezaak en met de toenemende dreiging van de nazi’s verlieten ze Amsterdam in 1939.
Om Canada binnen te komen deden ze alsof ze christelijke boeren waren. Voor ze Amsterdam verlieten hadden ze al een boerderij gekocht en in tegenstelling tot vele zogenaamde boeren die de boerderij na toelating tot Canada verkochten leerde het gezin Bick om te boeren. De overgang tussen de damesmode en het boerenbedrijf was enorm.
In Canada (volgens Canadese bronnen) of nog in Nederland (volgens Nederlandse bronnen) trouwde Walter met Jeanny van Moppes (Amsterdam, 8 juli 1917 – 24 september 2001), een Amsterdamse stenografe die vier talen sprak.
Op hun boerderij in Scarborough hielden ze dieren, verbouwden groente en sloten een contract met Rose Brand Pickles en leverden hun komkommers aan dit bedrijf.
1944 was een warme zomer en de oogst aan komkommers was te groot voor Rose Brand Pickles. In plaats van de komkommers te laten doordraaien kocht het gezin 200 vaten van de PepsiCo fabriek en kwamen in contact met een man met de bijnaam “pickle Joe” op de markt van Kensington. Hij leerde hen de kneepjes van het maken van koosjere zuurwaren.
Alle 200 vaten werden verkocht aan het leger. Daar waren ze zo tevreden dat een bestelling voor 400 vaten voor het volgende jaar kwam. “Dat was het begin van Bick’s Pickles“, vertelt Robert Bick, de zoon van Walter, “Mijn grootvader was de eerste vertegenwoordiger van het bedrijf. In het begin was het nog een rommelig bedrijf. De inspecteur van de warenwet kwam langs en hij vertelde mijn vader dat er geen dieren in de ruimte mochten staan waar voedsel verpakt werd.”
De dieren waren snel weg. Bick ging naar Michigan om voedingstechnologie te studeren en al snel moest de familie Bick met onderaannemers gaan werken om de hoeveelheid komkommers en augurken te leveren. In 1952 begonnen ze met gepasteuriseerde augurken in glazen potten. Bick bezocht elke winkel waar hun producten verkocht werden.
In 1968 werd een nieuwe fabriek geopend. Dat werd aangegrepen om een augurk-eet-wedstrijd te organiseren tussen de burgemeester van Medicine Hat en de Minister van Industrie. Dat haalde de nationale pers. De burgemeester won.
Wanneer er een klacht kwam ging Walter zelf inspecteren.
Alhoewel Walter altijd erg hard werkte voor augurken in het zuur hield hij er zelf niet van. In 1966 was de productie gegroeid tot 3 miljoen dozen per jaar. Het bedrijf werd verkocht aan Robin Hood Flour. Bick leidde het bedrijf nog een paar jaar, maar hij kon niet wennen binnen dit soort zakenleven en hij verliet het bedrijf. Daarna werd hij lid van talloze organisaties zoals de Canadian Professors for Peace in the Middle East en het Canada-Israel Cultural Foundation. Ook stond hij organisaties bij die werkplekken voor Joodse mensen zocht, maar hij zei altijd: “dat is heel wat moeilijker dan augurken verkopen”. ” Hij hing hele dagen aan de telefoon om Jan en Alleman te bellen om werkplekken te vinden”, vertelt Robert. “Ze waren verslaafd aan het helpen van anderen”. Jeanny en Walter waren mecenas en hielpen de kunst en de muziek op allerlei plaatsen.
In 2001 stierf Jeanny, de vrouw van Walter, aan kanker. Toen Walter 85 was ging hij naar Italië om Italiaans te leren. Hij leerde het vloeiend te spreken. In de weken voor hij overleed vertelde hij over zijn grootste successen aan zijn jongste zoon Eric. “Opstaan om 4 uur ’s ochtends om een koe te melken vond hij het allerleukste” vertelt Eric Bick. Walter Bick overleed op 17 oktober 2011 op 94 jarige leeftijd.
verder:
Jeanny van Moppes heette Jeanne van Moppes. Zij was de dochter van Lucas van Moppes (Amsterdam, 15 jan 1873 – Amsterdam, 22 maart 1943) en Sara Goudvis (Amsterdam, 28 september 1882 – ?). Sara en Lucas hadden drie dochters; Leentje (Amsterdam, 14 oktober 1911 – Israël, ?), Duifje (Amsterdam, 23 februari 1915 – Herzliya, 30 juni 1999) en Jeanne (Amsterdam, 8 juli 1917 – Canoberada, 24 september 2001). Leentje was getrouwd met Mordechai Levano. Zij vertrokken als Zionistische pioniers in de jaren ’30 naar Israël, waar ze de kibboets Sde Nehemia stichtten.
bron:
the toronto star (geraadpleegd 15 feb 2014)
obituary Walter Bick (geraadpleegd 15 feb 1944)
website Bick’s pickle
met dank aan Henny Pieper – Theeboom
Illustraties:
website bicks pot met augurken
met dank aan Henny Pieper – Theeboom
laatst bijgewerkt:
24 september 2019