Bernard van Perlstein / zuidvruchten en gist

Bernard in zijn Amsterdamse kantoor aan het Singel omstreeks 1924/1925
Bernard in zijn Amsterdamse kantoor aan het Singel omstreeks 1924/1925

Bernard Benedictus Mathias van Perlstein werd geboren in Arnhem op 19 augustus 1882. Hij was de jongste zoon van Heiman Leo van Perlstein en Rosetta Rippe.
Bernard werkte en woonde met zijn gezin een tijdje in Hamburg. Daar trouwde hij met de Amsterdamse Anna (Annie) Machielse op 16 maart 1916. Bernard en Annie kregen twee zoons: Henry (Hans) en Edgar (Eddy).
In verband met het voortduren van de Eerste Wereldoorlog keerde het gezin tijdelijk terug naar het veilige neutrale Nederland en ging wonen in Overveen, in villa Hoogh Sande dat Bernard in 1916 had laten bouwen aan het begin van de Zeeweg.

Gloriejaren
Bernard beleefde zijn gloriejaren in de jaren twintig van de vorige eeuw in Hamburg en Amsterdam. Van Perlstein & Co heette zijn eenmanszaak met vestigingen in Hamburg, Amsterdam (aan het Singel 514) en Lissabon. Van Perlstein & Co was een handel in gedroogde zuidvruchten in de ruimste zin van het woord. Hier vielen ook amandelen, nootmuskaat, krenten e.d. onder.

Bernard had in het begin een compagnon, vennoot Gerhard Polak, waarmee hij samen de firma Van Perlstein & Co runde. Dit compagnonschap werd ontbonden per 1 januari 1913 en Bernard ging alleen verder. Mogelijk dat, zoals uit een Hamburgs Gewerbedocument van de politie zou kunnen worden geconcludeerd, zijn vader stille vennoot was geworden in 1915.

Het grote aantal stempels in zijn paspoort toont aan dat Bernard veel zakelijke reizen maakte in Europa, onder andere naar Portugal (per schip naar Lissabon), Frankrijk, Servië en Tsjechië. Hij beheerste (naar blijkt uit een brief van zijn echtgenote Annie in een brief uit 1956) o.a. de Scandinavische talen, Duits, Spaans en Portugees in woord en geschrift. De familie was uitermate welgesteld en leefde in weelde, maar daar zou echter verandering in komen…

Tijdens de Eerste Wereldoorlog keerde het gezin Van Perlstein tijdelijk terug naar het veilige en neutrale Nederland. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog verhuisde het gezin echter weer naar Hamburg. Uiteindelijk vestigde het gezin zich in 1924 permanent in Nederland, in het centrum van Amsterdam.
De moeilijke economische situatie in Duitsland (herstelbetalingen, mega-devaluatie van de Mark) zal bij de terugkeer uit Hamburg naar Amsterdam ongetwijfeld een rol gespeeld hebben.

Bankroet
Op 24 oktober 1929 (Zwarte Donderdag) barstte de economische zeepbel en klapten de aandelenkoersen in elkaar. Een belangrijke oorzaak van de crisis was de overproductie in de landbouw.
Het zou het begin worden van de Grote Depressie. Er kwam een run op de spaarbanken van mensen die al hun tegoeden wilden opnemen. Een groot aantal banken ging over de kop en velen verloren al hun spaargeld. De Amerikaanse middenklasse verloor zo een groot deel van haar koopkracht en bezuinigde meer dan strikt noodzakelijk was. Veel industrieën hadden al een slechte orderpositie en gingen nu acuut failliet. Ze konden nergens geld meer lenen en als ze schulden hadden gemaakt bij een failliete bank werden die zonder coulance ingevorderd. De ontslagen arbeiders zagen door het ontbreken van sociale voorzieningen hun koopkracht tot nul dalen.
Bernard ging ten gevolge van de zich over de hele wereld verspreidende crisis bankroet. De inboedel van zijn woning werd begin jaren dertig geveild.

De overstap van zuidvruchten naar gist
Bernard’s zoon Hans herinnert zich nog dat, toen zij in Amsterdam woonden, zijn vader voor een hele korte periode trachtte het artikel Bananco (meel van bananen) aan de man te brengen. Hiertoe reed hij rond met een reclameauto waar op het dak een grote olifant stond. Dit tot grote hilariteit van zijn gezin. Hij had toentertijd een kantoor aan de Admiraal de Ruyterweg. Lang heeft dit niet geduurd want het product verkocht niet. Volgens zijn zoon Hans speelde zich dat waarschijnlijk omstreeks 1925 af.
Bernard stapte na deze minder succesvolle handel in banenmeel over op gist. Wellicht was zijn redenering, dat men in moeilijke tijden toch op zijn minst brood zou blijven kopen. En voor het maken van brood heb je nou eenmaal gist nodig. Ook zijn familierelatie met Philip (Flip) van Perlstein, die in Engeland in gistproducten deed, zal in zijn keuze voor gist ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld hebben.

De naam van de zaak werd eveneens veranderd: Van Perlstein & Co hield op te bestaan en Atlas Gist werd gestart. Atlas Gist werd gevestigd in de Reguliersdwarsstraat 61(foto boven).

Om de crisisjaren in het begin van de jaren dertig door te komen werden Bernard en zijn gezin geholpen (o.a. bij de huisvesting) door zijn zeer sociaal bewogen neef (en verzetsman) Sam van Perlstein (algemeen directeur van Van Perlstein & Roeper Bosch N.V ) en door de eerder genoemde Flip van Perlstein, de zoon van Noach Nehemia van Perlstein. Philip had een goedlopende gistfabriek in Engeland, genaamd British Fermentation Products Ltd. (later overgenomen door DSM). Bernard kreeg de gist per boot aangeleverd vanuit Engeland. Ten gevolge van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog – en daarmee de bezetting van Nederland door de Duitsers – stopte de import van gist.
Er kwam echter weer wat hulp. Bernard werd nu geholpen door de Gist- en Spiritusfabriek uit Delft (later eveneens overgenomen door DSM). Ook met Hollandia (de Gist- en Spiritusfabriek te Schiedam) waren contacten. (
Bron: Kamp Vughtbrief van Bernard waarin hij zich afvraagt of zoon Eddy hulp kreeg van ‘Hollandia).

Reguliersdwarsstraat te Amsterdam in 1936- de panden die in 1943 verwoest werden. Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto-afdrukken 1936. OSIM00002005298

Verraden, gevangengezet en een door brand getroffen zaak
Bernard had zijn gisthandel gevestigd in de Reguliersdwarsstraat 61. Hij woonde toen al in Amsterdam (verplicht verhuisd vanuit Heemstede, zijn gezin daar noodgewongen achterlatend).
In de ochtend van 22 februari 1943 werd hij voor zijn zaak opgepakt door twee twee SD’ers in burger. Hij was verraden. Omdat hij Joods was en geen ster droeg zoals verplicht was.

Bernard werd overgebracht naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg. Medegevangene Leo Weil heeft na de oorlog Eddy en Annie per brief over het verraad ingelicht. In deze brief staat vermeld dat Bernard aan Leo en aan medegevangenen had verteld dat hij door Gemser, zijn buurman die boven de zaak woonde, was verraden (de brief is nog in het bezit van de familie).
Hier zou hij verblijven van 22 februari 1943 tot begin april 1943 (bron: e-mailbericht d.d. 27 juni 2012 van het Rode Kruis en brief van Bernard uit concentratiekamp Vught.). Daarna werd Bernard overgebracht naar concentratiekamp Vught waar hij tot 15 november 1943 gevangen zat. Op die dag is hij met honderden medegevangenen op transport gesteld, rechtstreeks vanuit Vught naar vernietigingskamp Auschwitz .

Visitekaartje van Bernard (Foto: archief Van Perlstein) – Op het visitekaartje staat de Grieks-mythische god Atlas afgebeeld. Atlas draagt een vrijwel ondragelijke last (in casu de hele wereld). In mijn ogen tevens symbolisch voor de last die Bernard met zich mee moest dragen na zijn bankroet ten gevolge van de grote crisis van 1929.

In de nacht van 26 op 27 april 1943 om half drie in de ochtend haalden de Duitsers een geallieerde Halifax-bommenwerper neer. Deze stortte pal achter het Carltonhotel neer op gebouwen in de Reguliersdwarsstraat en ook het hotel zelf werd zwaar beschadigd.
Er woedde tevens een zeer grote uitslaande brand op o.a. de adressen Reguliersdwarsstraat 59-77 (bron: Kroniek van branden in Amsterdam). In totaal vielen er dertien doden te betreuren.
Ook het pand van Van Perlstein & Roeper Bosch N.V. (van zijn neef Sam) op het Singel 532-534 werd verwoest. Het bleek de grootste oorlogsbrand in de geschiedenis van de stad Amsterdam te zijn sinds 1652.
Zelfs Anne Frank heeft over dit voorval in haar dagboek geschreven.
Het kantoor van Atlas Gist bleek dus eveneens getroffen te zijn door de brand. Na de oorlog werd het getroffen gebied herbouwd. Reguliersdwarsstraat 61 vormt thans de in- en uitrit van parkeergarage De Geelvinck.

Eddy zette desalniettemin de zaak voort. Dit blijkt uit de briefwisseling tussen de in Vught gevangen gezette Bernard en Annie en Eddy.
Eddy was vrijgesteld van de arbeidsinzet. Expeditiechef en goede vriend Henk Vijver werd volgens die brief niet vrijgesteld. Eddy had de kennelijk beschadigde machines inmiddels laten repareren. Bernard liet echter in één van zijn brieven uit concentratiekamp Vught weten daar niet zo blij mee was, omdat dat dat toch vrij kostbaar was en het volgens hem beter zou zijn om te wachten totdat de oorlog afgelopen was.

Bernard van Perlstein is op 31 januari 1944 in Auschwitz omgebracht. Deze datum is echter later administratief zo vastgesteld. Dat gebeurde voor alle mensen van het 15 november-transport uit Vught naar Auschwitz. Na 31 januari 1944 had men namelijk niets meer van hen vernomen…

*Het verhaal ‘Zuidvruchten en gist’ is mede gebaseerd op hetgeen zijn zoon (en mijn oom) Hans van Perlstein mij onlangs heeft verteld. Zijn stamboomonderzoek en later de digitalisering van de stamboom door Bernard’s kleinzoon Erik (mijn oudere broer) hebben dit verhaal mede mogelijk gemaakt.

Harald van Perlstein,
Heemstede, 2 augustus 2012

bron:
crisis 1929 – Wikipedia, (Bron: ‘ In Memoriam ‘, gemeente Heemstede, mei 1995). Dit artikel staat ook op joodsmonument.nl – opgenomen met toestemming van Harald van Perlstein.
Singel 514 Naamlijst voor den Interlocalen telefoondienst 1925 (via Delpher)

Ilustraties:
collectie familie Van Perlstein, met vriendelijke toestemming
Reguliersdwarsstraat te Amsterdam in 1936- de panden die in 1943 verwoest werden. Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto-afdrukken 1936. OSIM00002005298

laatst bijgewerkt:
11 oktober 2020