Bernard Luza

Op 23 augustus 2023 werden de stoffelijk resten van de Joodse verzetsman Bernard Luza geïdentificeerd op de Ereveld in Loenen. De resten konden via DNA-onderzoek worden gematched aan een neef van Bernard. Een jongere zus van Bernard overleefde de oorlog en emigreerde naar Australië. Daar groeide haar zoon op, de neef van Bernard. De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) wist de neef uiteindelijk op te sporen. Via hem kon uiteindelijk de DNA-match met het onbekende graf worden gelegd. “Voor de nabestaanden is na ruim tachtig jaar eindelijk zekerheid over het lot van hun vermiste familielid”, concludeert de BIDKL. Wie was Bernard Luza?

Bernard Luza werd op 10 december 1903 in Amsterdam geboren als zoon van Salomon Luza (Amsterdam, 13 september 1868 – Sobibor, 30 april 1943) en Eva Berkhof (Amsterdam, 5 juli 1865 – Amsterdam, 6 oktober 1938). Salomon en Eva hadden een groot gezin met tien kinderen van wie er twee voor de oorlog overleden waren.

Bernard trouwde op 2 juni 1926 met Clara van Os (Amsterdam, – Sobibor, ), dochter van Juda van Os (Amsterdam, 29 augustus 1861 – Amsterdam, 15 april 1922) en Jette Juchenheim (Neustadtgödens, 19 juni 1863 – Amsterdam, 31 augustus 1936).  Bernard en Clara hadden een dochter Eva (Amsterdam, – Sobibor, ). Ze woonden in het begin van de oorlog op de Christiaan de Wetstraat 36-3.

Volgens de persoonskaart bij het Stadsarchief was Bernard regenjassenplakker. Dit klopte, hij werkte bij Hollandia-Kattenburg in Amsterdam-Noord. Hij kwam daar werken toen hij veertien jaar oud was, in 1917. In 1923 ging hij naar een andere onderneming en op 10 mei 1939 keerde Bernard terug. Hij werkte er op de afdeling waar regenjassen waterafstotend werden gemaakt.

Bernard Luza werd lid van de SDAP en in 1935 sloot hij zich aan bij de Communistische Partij Nederland (CPN). Hij was er een actief lid en een tijd lang penningmeester van de CPN-groep in de Amsterdamse kledingindustrie.
Luza werd op 11 november 1942 gearresteerd tijdens een grote razzia bij de textielfabriek. In januari 1943 werd tegen hem en vier andere werknemers van Hollandia in Utrecht een proces gevoerd. Zij werden ervan beschuldigd in het Hollandia-bedrijf het illegale blad De Waarheid te hebben verspreid en te hebben opgeroepen tot sabotage van de voor het Duitse leger bestemde productie door langzaam te werken of de lopende band onklaar te maken.
Bernard Luza werd beschouwd als de leider van de groep. Tegen alle leden van de groep werd de doodstraf geëist. Luza en Mijer Konijn (Londen, – Scheveningen, werden ter dood veroordeeld, de drie anderen kregen tuchthuisstraf.

Luza zat na zijn arrestatie vast in het Oranjehotel in Scheveningen, Kamp Amersfoort en in Utrecht.

Er zijn twee verhalen over de executie van Bernard. Het ene verhaal vertelt dat hij in de duinen bij Scheveningen werd gefusilleerd op 15 februari 1943, het andere verhaal vertelt dat hij bij Schiphol werd geëxecuteerd op 15 februari 1943, met vier anderen. Zij lagen lange tijd op de begraafplaats in Hoofddorp als Onbekende Nederlander begraven. Na opgraving en mislukte identificatie werden de resten herbegraven op Loenen, als Onbekende Nederlander en door DNA-technieken werden de resten uiteindelijk geïdentificeerd.

 

bron:
Bernard Luza, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 526.
Salomon Luza, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 526.
B. Braber, Zelfs als wij zullen verliezen. Joden in verzet en illegaliteit in Nederland 1940-1945 (Amsterdam 1990) 114.
NIOD, Erelijst Verzet en Koopvaardij, database vervaardigd door J.W. de Leeuw.
Lichaam Joodse verzetsman Bernard Luza na tachtig jaar geidentificeerd op nu.nl, 23 augustus 2023.
Bernard Luza op www.joodsmonument.nl, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/208888/bernard-luza (geraadpleegd 23 augustus 2023).

gepubliceerd:
23 augustus 2023

laatst bijgewerkt:
23 augustus 2023